blog | werkgroep caraïbische letteren

Hoogleraren

door Peter Meel

Het lopen gaat niet zo soepel meer. Af en toe laat zijn gehoor hem in de steek. Maar de geest is nog springlevend en de monterheid waarmee hij het leven tegemoet treedt aanstekelijk als altijd. Edward Dew is niet zomaar naar de conferentie van de Caribbean Studies Association (CSA) gekomen. Nog één keer wil hij zijn genegenheid betuigen aan het land dat hem een aantal decennia zo onvoorwaardelijk voor zich heeft opgeëist. Waar hij zich als politicoloog met zoveel overgave in heeft verdiept en dat hem behalve een reeks artikelen ook de stof voor twee boeken leverde: The Difficult Flowering of Surinam (1978), een klassieker over politiek en etniciteit in Suriname, en The Trouble in Suriname, 1975-1993 (1994), het vervolg op dit standaardwerk.

Met Suriname is het op wetenschappelijke conferenties doorgaans zorgelijk gesteld. Als er al vertegenwoordigers uit het land aanwezig zijn, dan gaat het in de meeste gevallen om een handjevol onderzoekers dat panels bijwoont, deelneemt aan debatten en eigen werk presenteert. Het kenmerkt het wetenschappelijk isolement van het land. In de regio bestaat er onder academici aantoonbare belangstelling voor het maatschappelijke wel en wee van de republiek, maar Surinaamse collega’s kunnen maar in bescheiden mate aan de vraag naar wetenschappelijke informatie hierover voldoen. Edward Dew is er de man niet naar om zich domweg bij deze situatie neer te leggen. Om Suriname wetenschappelijk nadrukkelijker voor het voetlicht te brengen, besloot hij een panel over hedendaagse ontwikkelingen in het land te organiseren met hoogleraren van de Anton de Kom Universiteit. Een lofwaardig initiatief dat niet helemaal uitpakte zoals de 76-jarige emeritus hoogleraar zich had voorgesteld.

Om te beginnen was er maar één hoogleraar van deze universiteit op het congres aanwezig: Marten Schalkwijk. Hij deed wat er van hem verwacht mocht worden. Niet allen presenteerde hij een interessante beschouwing over coalitieregeringen in Suriname, ook nam hij de gelegenheid te baat om Dew eer te bewijzen voor zijn invloedrijke bijdragen op het terrein van de consociational democracy. De andere deelnemers aan het panel waren anders dan CSA-lid Schalkwijk niet op eigen gelegenheid naar Curaçao gekomen, maar door president Bouterse naar de bijeenkomst afgevaardigd. Nu is wetenschap nooit waardevrij en kunnen academici zich onmogelijk loszingen van de samenleving waarvan zij als burger deel uitmaken, maar deze directe inmenging van de politiek in wat een ongedwongen academische uitwisseling beoogde te zijn, leidde bij menig congresganger tot gefronste wenkbrauwen.

De drie afgevaardigden spraken over het beleidsterrein waarop zij momenteel werkzaam zijn. Richard Kalloe boog zich over het sociaal-economische klimaat in Suriname, Jennifer van Dijk-Silos over de noodzaak tot versterking van de rechtstaat en Henry Ori over het belang van duurzame ontwikkeling. De laatste twee hielden het zakelijk en kwamen met voorbeelden die illustreerden hoezeer een reversal of the downward development op zijn plaats is. Volgens Van Dijk-Silos diende het accent tijdens deze regeerperiode te liggen op de instelling van een onafhankelijke verkiezingsautoriteit, uitbreiding en versteviging van de rechterlijke macht en het creëren van een constitutioneel hof. Ori meende dat prioriteit diende te worden gegeven aan het hervormen van de onderwijssector, het herijken van de rol van de media en het gericht stimuleren van sociale mobiliteit.

Kalloe’s verhaal riep in de zaal de meeste weerstand op. Zijn kritiek op de tribal level of consciousness reserveerde hij voor alle politieke partijen in Suriname, uitgezonderd de NDP. Het panacee voor het in zijn ogen visieloze en corrupte politieke leiderschap in zijn land was volgens hem multicultural intelligence en a multicultural flexible approach. Bij navraag bleken deze hoogdravende termen synoniem voor multi-etniciteit volgens het NDP-recept. Kalloe’s overtuiging dat de regering zitting diende te nemen in the driver’s seat of development omdat het particulier bedrijfsleven natuurlijke hulpbronnen niet zou kunnen aanwenden voor productieve doeleinden klonk zo gedateerd dat het de aanwezigen de lust benam om er met de spreker over in debat te gaan. Even dreigde de discussie te ontsporen toen het gesprek op de decembermoorden kwam. Kalloe verhief zijn stem om met lukrake verwijzingen de ernst en uitzonderlijkheid van de moorden te relativeren. Voorzitter Dew wist de dreigende chaos te bezweren door de gedachtewisseling ijlings naar een ander onderwerp te verleggen.

Voor Dew betekende dit optreden zijn laatste bijdrage in CSA-verband. Hij is vanaf 1975 – toen het allereerste congres in Puerto Rico plaatsvond – lid van de organisatie en geeft het stokje nu graag over aan een jongere generatie onderzoekers. Hoewel het panel bij insiders gemengde gevoelens achterliet, gingen er tegelijk stemmen op om als follow-up van het initiatief van Dew een van de eerstvolgende CSA-conferenties in Suriname te organiseren. Dat de hoogleraren van de Anton de Kom Universiteit dan op volle sterkte aanwezig mogen zijn en de politiek zich zoveel mogelijk van onwelkome interventies onthoudt.

1 comment to “Hoogleraren”

  • Een zorgwekkende ontwikkeling, daar weten wij hier in Suriname helaas maar al te veel vanaf!

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter