blog | werkgroep caraïbische letteren

Hommage voor Anil Ramdas

door Carlo Jadnanansing

In de maand februari van dit jaar zijn in Nederland kort na elkaar twee manifestaties gewijd aan de nagedachtenis van Anil Ramdas, welke ik beide heb mogen bijwonen. Anil Ramdas was sociaal geograaf, schrijver, publicist, journalist, programmamaker en presentator.

Hij werd geboren te Paramaribo op 16 februari 1958, maar verliet zijn geboorteland op negentienjarige leeftijd. Hij ging naar Nederland voor verdere studie, maar bleef daar wonen tot zijn overlijden op 16 februari 2012. Hij heeft wel verscheidene keren zijn geboorteland bezocht voor langere of korte tijd. In 2006–2007 heeft hij een jaar in Suriname doorgebracht om zijn boek Paramaribo, de vrolijkste stad in de jungle dat in 2009 is verschenen, te schrijven. Daarnaast heeft hij talrijke essays op zijn naam staan.

 

In 1997 werd hij onderscheiden met de prestigieuze Eduard du Perronprijs voor zijn gehele oeuvre. Hiermee vestigde hij in Nederland zijn naam als één van de vooraanstaande essayisten uit het Nederlandse taalgebied. Zijn eerste en enige roman, Badal, verscheen in 2011, kort voor zijn heengaan.
In zijn geboorteland geniet Ramdas echter geen grote bekendheid. Tijdens zijn laatste verblijf in Suriname vertelde hij mij schertsend dat hij anders dan in Nederland, in Suriname ongehinderd op straat kon lopen, daar niemand hem herkende.

In Nederland blijkt nog steeds belangstelling voor het werk van Ramdas te bestaan, getuige het feit dat binnen één week twee herdenkingen voor hem zijn georganiseerd.
De eerste was op 16 februari 2017 in de grote zaal (200 personen) van De Balie, te Amsterdam, onder de titel: De actualiteit van Anil Ramdas. Vermeldenswaard is dat Ramdas ook enige tijd directeur geweest is van De Balie, welke organisatie zich ten doel stelt podium te bieden aan vrije geesten met afwijkende meningen en nieuwe denkbeelden. Tot deze categorie behoorde Ramdas beslist wel, daar zijn kritische en soms zelfs provocerende uitspraken en denkbeelden hem vooral in Surinaamse kringen niet altijd in dank werden afgenomen. De fans van Ramdas zijn daarom primair te vinden in de kringen van de blanke Nederlanders. Dit kwam ook tot uiting in de samenstelling van het publiek in de tot de laatste plaats bezette zaal. De aanwezigen waren voor meer dan negentig procent ‘bleekgezichten’. Gelukkig zorgde een handjevol landgenoten ervoor dat er toch wat kleur was in de zaal. [Blijkbaar is deze verslaggever niet persoonlijk aanwezig geweest: ongeveer de helft van de aanwezigen had een migratieachtergrond – red. CU].

De avond bestond uit drie delen. In het eerste deel viel vooral het betoog van Prof.Dr. Halleh Ghorashi, een vrouwelijke hoogleraar van Turkse afkomst op, die op duidelijk ontroerde wijze over haar vriendschap met Ramdas sprak. Ze gaf te kennen dat ze laatstgenoemde als haar guru en inspiratiebron beschouwt. Zij vertelde dat ze als vluchteling naar Nederland was gekomen en dat Ramdas degene was die het opnam voor de vluchtelingen, hetgeen hem uiteindelijk zijn promotieplaats heeft gekost. Hij heeft zijn dissertatie moeten afbreken, daar de overheid van mening was dat hij geheime informatie aan de openbaarheid had prijsgegeven.

Het tweede deel was een gloednieuwe aflevering van het Blauwe Licht, een televisieprogramma waarbij Ramdas destijds naam gemaakt had.
Het belangrijkste deel van de avond was echter de bekendmaking dat er een prijs vernoemd was naar de overleden auteur: De Anil Ramdas essayprijs en dat de winnaar ervan op deze avond bekend gemaakt zou worden. De prijs is een gezamenlijk initiatief van De Groene Amsterdammer, De Balie, De Bezige Bij en de familie Ramdas.

Het thema voor de prijsvraag is ontleend aan twee centrale begrippen in het denken van Ramdas: identiteit en beschaving. Aan de prijsvraag hebben 106 personen deelgenomen. Hieruit werden drie essays genomineerd. De prijs is uiteindelijk verleend aan de Nederlandse schrijfster van Turkse afkomst Nurnaz Deniz, voor haar essay: Ergens in Europa heb ik mijn schoenen verloren’. Ze kreeg daarvoor een bedrag van euro 2.500, terwijl haar essay in De Groene Amsterdammer zal worden gepubliceerd (hetgeen waarschijnlijk reeds gebeurd is).
Op de avond werd tevens bekendgemaakt door een dochter van Ramdas dat er een stichting is opgericht die er onder andere zorg voor zou dragen dat er een Engelse vertaling komt van Badal’.

Ten slotte presenteerde Stephan Sanders, voorzitter van de jury, de nieuwste essaybundel van Ramdas getiteld: Ik had me de wereld anders voorgesteld. Voor deze bundel hebben Kawita Ramdas (dochter van de auteur) en Peter Hilhorst zijn beste essays, lezingen en columns geselecteerd. Over dit werk hoop ik een aparte recensie te schrijven.

De tweede herdenking vond plaats in Amsterdam Zuid-Oost georganiseerd door de stichting SIMUD (Stichting Instituut voor Multiculturele Dienstverlening) op zondag 19 februari 2017.
De opkomst was beduidend minder, er bevonden zich naar schatting dertig tot veertig personen, voornamelijk Surinamers van Hindostaanse afkomst in de zaal. De MC zorgde voor een vrolijke noot door lachend te zeggen dat hij zich vereerd voelde om als Afro-Surinamer in dit gezelschap de hommage aan Ramdas, met wie hij persoonlijk had samengewerkt, te mogen presenteren.

De middagbijeenkomst had een veel informeler karakter dan de herdenking in De Balie. De verscheidene sprekers legden vooral het accent op de essays van Ramdas en hun persoonlijke ervaringen met hem. Een indrukwekkende presentatie was die van de psychologe Indra Boedjarath, die in een ongeveer een half uur durende voordracht haar ervaringen met Anil Ramdas, onder andere middels beeldmateriaal, op pakkende wijze met het publiek deelde.
Een interessant detail is dat voor De Balie een toegangsprijs van euro 10 betaald moest worden, terwijl de toegang voor het evenement in Zuid-Oost geheel gratis was. Maar bovendien werd het publiek ook nog rijkelijk getrakteerd op hapjes en drankjes, geheel kosteloos (Hoe krijgen de Surinamers in Nederland dat toch voor elkaar!).

 

Zoals eerder vermeld is het niet verwachtbaar dat Ramdas ook in Suriname veel aandacht zal krijgen. Een van de belangrijkste redenen daarvoor is dat hij met name door zijn essaybundel: Paramaribo, de vrolijkste stad in de jungle afstand genomen leek te hebben van zijn geboorteland. De verhalen die in het boek zijn beschreven worden door velen in Suriname als kwetsend ervaren. Zij passen echter geheel in de stijl van het totale oeuvre van de auteur. Of je nou Hindostaan, creool of blanke bent, speelt voor Ramdas geen enkele rol. Iedereen krijgt er op gezette tijden flink van langs. Maar Ramdas was ook kritisch tegenover zichzelf, ook zelfspot maakt deel uit van hetgeen hij geschreven heeft. Maar hoe men ook over hem mag denken, het staat vast dat hij op de hem geëigende wijze heel veel van de Surinaamse historie heeft vastgelegd in zijn verhalen.
Als zodanig blijft zijn werk ook voor Suriname van betekenis.

Paramaribo, 4 maart 2017.

[uit Starnieuws, 5 maart 2017]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter