Hoe verwerpelijk is een Caribische Hervormings Entiteit (CHE)?
door George Lichtveld
Sedert Nederland haar bereidheid om liquiditeitssteun te verlenen aan de CAS-eilanden onlosmakelijk heeft verbonden aan uitdrukkelijke hervormingsvoorwaarden, is er een waar scala ontstaan van opeenvolgende graden van kritiek tegen het moederland, variërend van nogal mild geformuleerd machtsmisbruik tot aan slinks bekokstoofde WIC-achtige pogingen tot rekolonisatie van de West.
Recent deed Eldon Sulvaran namens de beweging Korsou Fuerte i Autonomo (KFO) nog een duit in het zakje door racisme en discriminatie toe te voegen aan de lijst van verwijten waaruit toch duidelijk zou moeten blijken met wat voor snode plannen de Nederlandse regering aan het rondlopen is om onze eilanden weer in te lijven (wat dat laatste dan ook betekenen mag).
Zelfs het politieke platform COPPPAL (Conferencia Permanente de Partidos de America Latina y el Caribe) is van stal gehaald en heeft, blijkbaar daartoe aangespoord door lokale sponsoren, door middel van een brandbrief gericht aan de Koninkrijksregering, het schandalig inhalige neo-kolonialistische gedrag van de Koninkrijksregering, misbruik makend van de corona-pandemie, aan de kaak gesteld.
Niet om het een of ander, maar als men kijkt naar het grote aantal extreem linkse politieke partijen die in feite aan het roer staan van COPPPAL (o.a: Partido Revolucionario Institucional (Mexico), Frente Sandinista de Liberacion Nacional (Nicaragua), Frente Farabundo Marti de Liberacion Nacional (El Salvador), Partido Comunista de Cuba, Movimiento de Izquierda Revolucionaria (Bolivia) en Partido Socialista Unido de Venezuela (partij opgericht door Hugo Chavez thans geleid door Maduro), dan gaat het nou niet bepaald om een clubje van landen die bekend staan om hun hoogstaande integriteit en bescherming van mensenrechten. Landen die bestuurlijk er zelf een puinhoop van maken en ook nog geleid worden door dat soort politieke partijen die, even hypocriet als de Chavistas in Venezuela, pretenderen op te komen voor de onderdrukte en uitgebuite burger, maar in dat streven er niet voor terugdeinzen op de meest gruwelijke manieren de mensenrechten te schenden van politieke tegenstanders. COPPPAL is de laatste instantie die ons of Nederland de les moet lezen, ik kan mij dan ook niet voorstellen dat Nederland zich aangesproken voelt door die brief die duidelijk politiek gemotiveerd is en Curacao blijkbaar wil meesleuren op het rampzalige pad van La Revolucion Bolivariana.
Maar terug naar onze eigen kritieken op het Nederlandse haantjes-gedrag. Gesteund door intellectuelen, commentators en oud-staatslieden wordt Nederland verweten met volstrekte achteloosheid ten opzichte van de gevestigde staatsrechtelijke orde en regelgeving, de CAS-eilanden een procedure door de strot te duwen voor te verlenen liquiditeitssteun welke neerkomt op een minimale inbreng door lokale politici en ambtsdragers. Dat zou dan indruisen tegen de eilandelijke autonomie.
De oprichting van een Caribische Hervormings Entiteit (CHE) wordt in dat kader gezien als de meest extreme uiting van neo-koloniale slinksheid. Het toeval wil dat de afkorting ‘CHE’ de Papiamentstalige uitroep is van ‘afkeer’ of ‘walging’ (gelijk het Nederlandse ‘bah’ of ‘getver’), hetgeen voor velen van de critici exact de gevoelens weergeeft die deze entiteit bij hen oproept.
De vraag is thans hoe onbehoorlijk en oneigenlijk het CHE-concept moet worden beschouwd alsmede al hetgeen Nederland aan hervormingseisen en hernieuwde aanpak meent te moeten afdwingen. In het scala van standpunten daarover valt mij een ding op, de verontwaardiging die de meeste schrijvers daarover uitspreken wordt meestal enkel gespiegeld aan inbreuk op de eilandelijke autonomie, hun betoog houdt op bij die constatering waarna uiteraard afkeuring volgt. Dit terwijl er nagenoeg geen aandacht wordt besteed aan de kwestie waar het in feite om draait, namelijk de tegenstrijdigheid dat een ander land (Nederland) betaalt voor onze autonomie, dus betaalt voor ons recht om een puinhoop van onze eigen huishouding te maken alsmede betaalt voor ons recht elke terechtwijzing daarover naast ons neer te leggen, want dat is immers echte autonomie, is het niet?
Het probleem heeft in zijn kern niets te maken met aantasting van onze autonomie maar heeft betrekking op de door ons vermeende vanzelfsprekendheid dat Nederland financieel moet opdraaien (of bijspringen) voor de wijze waarop wij invulling geven aan onze autonome status en dit ongeacht het bestuurlijke resultaat.
Nu Nederland, na meer dan tien jaren machteloos mismanagement aangezien te hebben, die vanzelfsprekendheid niet meer ziet zitten reageren wij gepikeerd. Helemaal verontwaardigd worden wij wanneer Nederland vervolgens met een hulpverleningsmodel op de proppen komt dat bewust losgekoppeld is van het gebruikelijke financiele- en constitutionele bestuursregime. Niet elegant, zelfs behoorlijk bot, maar kan men het Land dat, vanwege de autonome status van CAS-eilanden, steeds bestuurlijke afstand heeft gehouden en daardoor onbedoeld zoveel misstanden heeft (mede-)gefinancieerd, deze rigoureuze houding kwalijk nemen? Hebben wij het zelf er niet naar gemaakt dat Nederland de grenzen opzoekt van de onderlinge juridische positionering t.o.v. de eilanden met als doel een einde te maken aan mede met hun geld gefinancierd mismanagement?
Terwijl wij ons zo diep gegriefd voelen door de arrogante eigengereidheid en bedillerigheid van onze ex-kolonisator gaat ons feest gek genoeg gewoon door, alsof er niet aan de hand is, geen greintje inkeer. Uit niets blijkt dat er voortaan van onze lokale authoriteiten een betere bestuurlijke aanpak kan worden verwacht. Vriendjes worden nog steeds bevoordeeld, nepotisme viert ononderbroken hoogtij en de samenzwerige elementen die elkaar altijd al de bal hebben toegespeeld hebben nog steeds vrij spel.
De directeur van BTP verdient nog steeds f. 70.000,- per maand, de opgezette wellness scam wordt blijkbaar toch voortgezet, consultants die gesjoemeld hebben met declaraties beschikken nog steeds over retainer-overeenkomsten met de overheid, volstrekt overbodige commissies waar peperdure consultants zitting in hebben zijn nog steeds in functie en de minister van Justitie maakt zich nog steeds schuldig aan het schenden van mensenrechten van ongedocumenteerden. De schaduw regering met al zijn vazallen draait nog steeds op volle toeren.
Voornoemde hardnekkige misstanden kunnen eenvoudig aangepakt worden maar het vergt durf en daadkracht om de nog immer doorwoekerende bestuurs-rot aan te pakken, beide eigenschappen waar onze machthebbers bepaald niet in uitblinken. Aan al de critici die het Nederlandse haantjesgedrag veroordelen en het opnemen voor de lokale autoriteiten en hun welhaast heilig verklaarde autonome bevoegdheden, wil ik de de volgende vraag voor leggen: terwijl u in verdediging treedt van de lokale autoriteiten en hun bevoegdheden, wie verdedigt intussen de Curacaose bevolking tegen deze autoriteiten? Het wanbestuur gaat, zoals hierboven reeds is gesteld, immers gewoon door.
[Opiniestuk in Antilliaans Dagblad, 20 augustus 2020]
Recentelijk beschuldigde (in een aflevering van de krant AweMainta) de voormalige premier van Aruba, de heer Oduber, Nederland nog van ‘crimineel’ gedrag vanwege de gestelde voorwaarden voor de financiële lening aan Aruba .