blog | werkgroep caraïbische letteren

Hitte en heimwee

Brieven en berichten van passanten op Curaçao; 1910-1930

Peter Frederiks laat in Hitte en heimwee [Amsterdam: Panchaud, 2010] zes passanten aan het woord die in de jaren 1910-1930 verbleven op Curaçao, een van de zes Antilliaanse eilanden die toen een Nederlandse kolonie waren. Zij schreven aan de achterblijvers hoe ze zich hielden in het tropische klimaat met felle zon, af en toe droogtes en heftige passaatwinden.

De schrijvers zijn een echtpaar, waarvan de man – Guust Seipgens – was uitgezonden voor de opbouw van de olieraffinaderij die later het eiland zou domineren, een ander echtpaar waarvan de man – Bastiaan de Gaay Fortman – rechter bij het Hof van Justitie van de Kolonie Curaçao was, en twee religieuzen, zuster Alisa de Brouwer en pater Jan Paul Delgeur. Zij geven een uniek beeld van het leven van Nederlandse passanten en hun verhouding tot de lokale bewoners en hun taal en cultuur.

Peter Frederiks publiceerde eerder De weg naar Parijs (2017) over zijn Belgische oma die in de Eerste Wereldoorlog moest vluchten voor het geweld en in Nederland terecht kwam. Van zijn hand verschenen ook Herinneringen van een Haagse jongen (2015) en Friedemann Bach, een geniale zoon (2014), een roman over de oudste zoon van Johann Sebastian Bach.

Kindermeisje Petronie en Wilhelm de Gaay Fortman

Voor een nadere indruk van het boek, zie Antilliaans Dagblad, 9 november 2020; hier in pdf

Hier een bespreking van het boek van Mark Beumer in Kleio-Historia

Aandacht voor het boek op de website Dominicanen Nederland, 7 januari 2021 [klik op de link]

“De auteur heeft op intelligente wijze de brieven en columns verwerkt in het boek. Het maakt de armoede en bijkomende verschijnselen in de jaren voordat de raffinaderij het eiland met welvaart overspoelde, goed voelbaar. De teksten zijn een boeiende insteek gebleken en zijn een verrijking van de kennis van het verleden, juist ook door de grotendeels zeer zelfingenomen westerse kijk op de gang van zaken op het eiland. Dit vormt hoe dan ook een essentieel onderdeel van het verleden voor zowel de Nederlandse passanten, maar juist ook voor de eilandbewoners: die moesten daarmee (leren) leven.
Ik had van alle brieven en columns toch wel één volledig voorbeeld opgenomen willen zien – al was het maar fotografisch. Het handschrift van rechter De Gaay Fortman. Een column van pater Delgeur ‘onder de streep’ op de voorpagina van de Amigoe.
Dit puntje geeft vooral aan hoe dit boek nieuwsgierig maakt naar nog meer. Los hiervan, de fotokeuze is fantastisch.” [Aart G. Broek]

“Een eeuw geleden stond Curaçao op de drempel van een nieuw tijdperk met de vestiging van een olieraffinaderij. Vanaf toen werd dit eiland gedomineerd door Kapitaal, Kerk en Koloniaal bewind, de drie K’s. Representanten van elk van deze drie categorieën passeren de revue in Hitte en heimwee. Brieven en berichten van passanten op Curaçao, 1910-1930. De Kerk wordt in dit boek gerepresenteerd door de missiepriester Jan Paul Delgeur en Zuster Alisa de Brouwer. Het Kapitaal door Henri August Gust die samen met zijn vrouw Bep door Shell wordt uitgezonden naar Curaçao om toezicht te houden op de bouw van de raffinaderij. Bastiaan de Gaay Fortman wordt door de minister van Koloniën aangesteld bij het gerechtshof op Curaçao en hij vertrekt in 1912 met zijn vrouw Betsy en hun zoon Wilhelm naar Willemstad. Wat zij gemeenschappelijk hebben is een stuitend neerbuigende houding naar de zwarte bevolking op Curaçao waardoor een ongemakkelijk gevoel de lezer bekruipt. Waardevol dat dit boek is gepubliceerd want het weerspiegelt uitstekend de tijdsgeest toen de drie K’s de baas waren op Curaçao.”
Walter Palm / Biblion – ontvangen 8 januari 2021

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter