blog | werkgroep caraïbische letteren

Historicus wil zwarte canon

Historicus Chris van der Heijden pleit voor een zwarte canon van de Nederlandse geschiedenis. Hij vindt dat de huidige canon van vijftig gebeurtenissen en zaken voorbijgaat aan gebeurtenissen waar Nederland niet trots op kan zijn.

Van der Heijden schrijft in de Groene Amsterdammer dat de lijst, die in 2006 werd opgesteld, een verkeerde indruk geeft. “Het verdonkeremanen of onder de pet houden van ongunstige informatie over onszelf is niet respectabel”, aldus de historicus.

Moorden

Van der Heijden benadrukt dat alleen slavernij en Srebrenica de canon hebben gehaald. Voor de rest komen er alleen gebeurtenissen aan bod “waarop ‘wij’ trots kunnen zijn”.
De historicus vindt dat ook bijvoorbeeld de politionele acties in Indonesië een plaats moeten krijgen op de lijst, net als de moorden op Pim Fortuyn en Theo van Gogh.
Ook de omgang van Nederlanders met joden zou deel moeten uitmaken van de canon. Van der Heijden wijst op het feit dat er tijdens de Tweede Wereldoorlog relatief veel joden zijn weggevoerd en vermoord. Verder noemt hij het naoorlogse antisemitisme.

Kritiek

Van der Heijden is van plan zelf een boekje uit te brengen met gebeurtenissen die passen in een zwarte canon. Het boekje wordt op zijn vroegst eind dit jaar uitgegeven.
Professor Van Oostrom, die voorzitter was van de commissie die de canon heeft samengsteld, is het niet eens met de kritiek van Van der Heijden. Volgens hem staan er zeker niet alleen maar positieve gebeurtenissen en zaken in de canon. Een aantal negatieve gebeurtenissen zijn verwerkt in grotere thema’s, benadrukt Van Oostrom.

1 comment to “Historicus wil zwarte canon”

  • Heldendaden, misdaden. Whatever.
    Als leerling heb je niets aan dit soort voorgekauwde categorien.
    Wat het geschiedenisonderwijs moet doen, is afstappen van het feitjes-leren. Men moet meer aandacht geven aan context. Zonder context kun je geen verbanden zien. En zonder verbanden, onthoud je de stof niet.

    Veel hoofdstukken in geschiedenisboeken lijken ‘uit het niets’ te verschijnen. Men springt van de hak op de tak, van onderwerp naar onderwerp, zonder (voldoende) context aan te brengen.

    Bijvoorbeeld een hoofdstuk over Soekarno (eerste Indonesische president) zonder uit te wijden over de kolonisatie van Indonesie door Nederland. Het belang van Soekarno gaat je dan, als leerling, echt volkomen voorbij. Je onthoud ook niets (ik heb het onderwerp van dit hoofdstuk slechts onthouden omdat ik er geen bal van snapte en me irriteerde aan de beknoptheid van het leerboek en de apathie van de docent )
    Aangaande lessen over de 80-jarige oorlog, de opkomst van de WIC, de slavernij en de immigratie van buitenlanders in Nederland is de situatie precies hetzelfde. Deze onderwerpen worden ‘los’ gegeven, zonder verwijzing naar de onderlinge verbanden. Geen wonder dat veel kinderen geschiedenis een saai vak vinden.
    In plaats van onderscheid te maken tussen ‘heldendaden’ en ‘misdaden’, zouden de curriculumcommissies moeten inzien dat goed en kwaad altijd samen gaan – geen hoogtijden zonder laagtijden, geen licht zonder donker.
    Als ze meer nadruk zouden leggen op context, zouden leerlingen veel beter zelf een oordeel kunnen vormen over wat een heldendaad is en wat een misdaad. Dan krijg je tenminste schoolklassen waar leerstof wordt bediscussieerd, in plaats van klakkeloos geconsumeerd.

Your response at Anouska

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter