Hindostanen en seks – afl. 4: Godsgeschenken in een mensenwereld
door Anita Nanhoe
Pure liefde
Kinderen zijn Gods geschenken. Dat weet je wanneer je een kind krijgt. Het is liefde voor het leven, tot je laatste adem, en waarschijnlijk ook daarna. Zo lang er ook maar iets van je wezen resteert, zul je intens houden van je kind. Ik in ieder geval wel. Nog nooit in mijn leven, ben ik echt boos geweest op die donderstenen, nooit echt teleurgesteld. Angst daarentegen, heb ik wel gekend, diepe angst … en nog steeds. Dat is wat liefde met zich meebrengt: angst dat er dingen mis kunnen gaan met je kinderen. En hoop dat alles goed met ze zal gaan.
Ouderinstincten
Mijn zoon Sagar was zes jaar oud toen hij me half in slaap vertelde dat de tussen-de-middag-opvangmoeder hem een klap in zijn gezicht had gegeven. Ik heb mijn jongen nog nooit in mijn leven gewelddadig aangeraakt, nog nooit zelfs stevig vastgepakt. En deze vrouw had hem geslagen! Het hield mij de hele nacht wakker. Mijn meest primitieve moederinstincten kwamen naar boven. Zelfs dronken van vermoeidheid dacht ik er aan hoe ik deze vrouw van repliek zou dienen. Niemand zou weten dat ik het was, die haar had vermoord en in de greppel had achtergelaten. Ik had geleerd van CSI-Miami, NCIS, Dexter en van de Blade quadrilogie. Zelfs de volgende ochtend was ik nog woest. Ik wilde die vrouw laten voelen hoe het is wanneer iemand op je inbeukt! Maar ver kwam ik niet met deze ingeving. Want fysiek gewelddadig gedrag zit niet in mijn lijf. Met veel The-Walking-Dead-achtige input heb ik deze dame bedreigd met een gruwelijk noodlot als ze ook nog maar naar mijn kind zou kijken. En binnen een week had ik een andere school voor mijn zoon, waar de kans op dit soort misstanden organisatorisch geminimaliseerd was. Dat is wat liefde voor een kind met ouders doet. Het gaat door merg en been … naar je ziel.
Iedere ochtend neem ik afscheid van mijn kinderen met de woorden ‘Veel plezier’ en iedere middag/avond ontvang ik ze thuis met de woorden ‘Hoe was je dag?’ Daar tussen in hoop ik dat de maatschappij ze vriendelijk en constructief bejegent. En die hoop leeft bij alle ouders om mij heen.
Bullett
Maar wie loopt daar buiten rond? Juist ja, King Koyeba (muziekgroep HMG) met zijn cover van ‘Bullett’ dat zeer onaangenaam door mijn hoofd galmt. Een aanstootgevend nummer met de lugubere boodschap dat alle homo’s de kogel mogen krijgen. Nu zijn mijn kinderen geen homo’s. Maar ik weet niet hoe hun toekomst er uitziet. Bovendien kennen we genoeg kinderen die wel homo zijn en even goed recht hebben op een leuk en veilig leven.
Maar helaas krijgt Koyeba een breed platform in Suriname met dit gewelddadig lied. Is dit een maatstaf voor de beschaving van een samenleving? Of voor de verloederingsgraad? De Surinaamse samenleving heeft mede door decennia lange inspanning van organisaties zoals Stichting Lobi, het LGBT-Platform Suriname, Suriname Men United en diverse activisten, stappen vooruit gezet in de LGBT-acceptatie. Sinds 2011 kent Suriname zelfs een Gay Pride. Het is een bescheiden evenement vergeleken met de Nederlandse variant, maar een prachtige happening voor het dunbevolkte Suriname. En een toeristische trekpleister in opmars. Surinaamse Nederlanders trekken speciaal voor deze happening naar Suriname. En ik wed dat deze toeristische beweging ook op de Caribische eilanden is gestart. Maar het nummer ‘Bullett’ maakt de kwetsbaarheid van mensenrechten pijnlijk duidelijk in een land waar deze geen prioriteit lijken te genieten, doch hooguit een neveneffect vormen. Zijn mensenrechten een façade? Zijn de resultaten zoethoudertjes? Voldoende voor een marginale bezigheid van mensen die anders een doorn in het politieke oog gaan vormen? Ik weet het niet. Ik vraag het mij waarlijk af. De politieke partijen zwijgen collectief over de homohaat in Koyeba’s nummer en over de impact op het veiligheidsbevinden van zovele belastingbetalers, van LGBT-kinderen in hun meest riskante levensfase en van ouders die zich zorgen maken om de veiligheid van hun kinderen. Tot overmaat van ramp stemmen de jongeren op het Surinaams Nationaal Jeugdcongres massaal de lichtste maatregel tegen dit nummer weg. Zelfs excuses van de politiek actieve bandleden van Koyeba vinden zij niet nodig.
Oproep aan moeders
Wat te doen? Want opgeven kan niet, mag niet. Daarom hierbij een poging om Mama Koyeba te bereiken, van moeder tot moeder: ‘Zus, geef uw zoon alstublieft een draai om zijn oren (blijft u vooral even doordraaien) en zet hem voor een paar uur in de hoek. De radiopresentatoren en mensenrechtenactivisten bereiken zijn geweten niet. U bent onze laatste hoop. Misschien hadden we eerder bij u moeten aankloppen. Dat doen we normaliter altijd bij stoute jongetjes. Het zijn in deze kwestie duidelijk niet de radiostations, de politici of het Nationaal Jeugdcongres die de samenleving beschaven. Het zijn de moeders die de volgende generatie – en daarmee de samenleving – (moeten) civiliseren. Wat voor samenleving wilt u achter laten voor uw en mijn (klein)kinderen? Want u en ik weten op deze leeftijd allebei wat er gaat gebeuren: God gaat King Koyeba zegenen met een klein homo-zoontje.
[van Nieuwsbrief Sarnami-huis, januari 2015]