blog | werkgroep caraïbische letteren
0
 

Hindostaanse muziekinstrumenten (12) – Ektárá

Ektárá, dotárá, actara, iktar, ektar, yaktaro, gopichand, gopichant, golki gopijiantra, tun tuna, tumbi

door Prem Dihal

Ektárá is een eensnarige muziekinstrument. Het wordt gebruikt in de traditionele muziek van het Indiase subcontinent maar ook in de moderne muziek. Tweesnarige versies worden dotárá genoemd.

Hindoestaan met ektárá in Suriname. Hij lijkt ook nog een cimtá bij zich te hebben (rechts naast hem tegen de bank). Foto is afkomstig van KITLV 8853.

Oorspronkelijk was de ektárá een gewoon snaarinstrument van rondtrekkende barden en troubadours uit India en werd het ‘geplukt’ met één vinger. De ektárá is een luit bestaande uit een kalebasresonator bedekt met huid, waarin een bamboehals is gestoken. Het wordt vandaag de dag gebruikt in delen van India en Nepal door yogi’s en rondzwervende heilige mannen om hun zangen en gebeden te begeleiden. In Nepal begeleidt het instrument het zingen van de Rámáyan en de Mahábhárat.

Aan de rechterkant zie je een foto uit India in nov 2023. De muzikanten lijken (nog steeds) iets van elkaar te hebben. Foto © Prem Dihal. 

Drie verschillende instrumenten die in het moderne India worden gebruikt en niet noodzakelijk verwant zijn, worden ektárá genoemd.

Een vorm lijkt op een luit. Om die versie te maken, wordt een bamboestok (90 cm lang) aan de zijkant van een houten kom (tumbo) gestoken en wordt de bovenkant van de kom bedekt met hertenvel.

Het instrument heeft een enkele snaar die loopt van een pen aan de bovenkant, langs de lengte van de stokhals, over een brug op het hertenhuiden klankbord en is vastgebonden aan de “spike” waar de stok door de kom steekt. De snaar van het instrument wordt getokkeld met de nagel van de wijsvinger van de muzikant. Soms heeft hij een ring om zijn wijsvinger.

Een tweede instrument, de gopichanta. Er zijn verschillende varianten van deze constructie. De lengte kan variëren tussen de 35 en 90 cm, maar 70-90 cm is normaal. Het bestaat uit een stuk bamboe die over het grootste deel van de lengte is gespleten. De twee uiteinden worden uit elkaar gewrikt en bevestigd aan een resonator. Deze resonator kan een kokosnoot, kalebas, metalen container of een uitgeholde cilinder van hout zijn. Het open uiteinde van de resonator is bedekt met strakgespannen vel en een snaar gaat door het midden. Deze snaar is bevestigd aan een versterkte plek in het midden onderin. De snaar gaat van daaruit door de holte van de resonator naar een stem-pen gelegen (boven)in de bamboe.

Een gopichanta. “Nabani Das. Photo taken by Tagore” (WikimediaCommons by Suman25ghosh).

Deze versie van het instrument kan worden bespeeld door de snaar te plukken of door op de resonator te tikken. Het knijpen en loslaten van de bamboelatten verandert de spanning van de snaar en buigt de toon naar beneden en weer omhoog. Deze vorm is gerelateerd aan de Bauls van West-Bengalen, evenals de Tharu-mensen van het district Udayapur in Nepal.

Een derde instrument dat soms ook ektárá wordt genoemd, is de tuntuná. Het bestaat uit een trommel met een stok langs de buitenwand bevestigd. Een snaar loopt van een gat in de trommelkop naar een pen aan het einde van de stok. Het wordt bespeeld om liederen te begeleiden en wordt daarbij onder de linkerarm gehouden. Het wordt dan “gestemd op de grondtoon” en er wordt gespeeld voor ritme.

Een tuntuna. (Wikimedia by Md Saiful Aziz Shamseer.)

Optreden

Grove Music Online beschrijft het bespelen van een ektárá als volgt: “De ektárá-speler houdt zijn instrument rechtop, grijpt de hals net boven de resonator en ‘plukt’ de bespeelde snaar of snaren met de wijsvinger van dezelfde hand. Als hij danst, ondersteunt hij de kalebasresonator met zijn andere hand, waarin hij clusters van kleine belletjes draagt die klinken als hij met zijn hand tegen de kalebas slaat.”

Gebruik

De ektárá is een veelvoorkomend instrument in de Baul-muziek uit Bengalen. Er is de laatste jaren enige controverse ontstaan over de overname van Baul-muziek door populaire bands en films in Bengalen. Het is gebruikelijk geworden om traditionele instrumenten zoals de ektárá te mixen met modernere geluiden in een poging een breed publiek aan te spreken.

De ektárá wordt veel gebruikt bij kirtan-gezangen, een hindoeïstische devotionele praktijk waarbij de goddelijke namen en mantra’s in een extatische call-and-response-indeling worden gezongen. De ektárá wordt ook gebruikt door Sadhoes, of rondzwervende heilige mannen, en bij Soefi-gezangen. In Suriname komt dit instrument niet meer voor.


Wie de hele reeks ‘Hindostaanse muziekinstrumenten’ wil volgen: klik op de tag ‘Hindostaanse muziekinstrumenten’ hieronder.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter