Hijn Bijnen: Ik eis mijn prijs!
Raar is dat: je kijkt ‘s morgens op internet, leest dat jouw productie over de zoektocht naar fort Boekoe de beste was maar jouw naam wordt helemaal niet genoemd. Er was nog de avond tevoren een feestelijke uitreiking, maar ik wist van niets.
De Journalistenprijs is een prijs die jaarlijks wordt uitgereikt voor de beste publicatie of productie. Ik wist niet dat ons artikel was ingestuurd voor de prijs. Waardering is belangrijk, maar waarom
uitsluitend voor de schrijver van het artikel? Was ik daarvoor dagenlang, in de voetsporen van John Stedman door de zwamp getrokken, tot de schouders door de prut? Had ik mij daarvoor zo uitgeput dat uiteindelijk door dehydratie mijn bloed zo dik werd dat het ging klonteren en het hart niet goed meer functioneerde? Werden daarvoor alle instanties in de stad benaderd om de kosten voor vacuatie per helikopter te dragen? De Stichting Wetenschappelijke Informatie, de Nederlandse Ambassade en uiteindelijk het kabinet van de President dat zich garant stelde voor de kosten? (Iedereen alsnog nogmaals hartelijk bedankt.)
Ben ik daarvoor onder alle omstandigheden doorgegaan met fotograferen, in de zwamp, in het kampje met uitputtingsverschijnselen, vanuit de helikopter, in de ambulance, in het ziekenhuis
met zes cardiologen om het bed….? Ben ik daarvoor financieel als freelancer aan de grond geraakt en lichamelijk nog steeds niet de oude?
Ik ben mee geweest voor eigen rekening. Ik ben dol op dit soort avontuur. John Pel , de organisator vroeg me om mee te gaan om de expeditie en evt. resultaten daarvan fotografisch vast te leggen maar had geen budget daarvoor. Er ging ook een archaeoloog, prof.Menno Hoogland (what’s in a name?) mee. Mijn tegenprestatie naar de organisator van de expeditie was het kosteloos beschikbaar stellen van mijn foto’s voor wetenschappelijke doeleinden. Maar ook ik kan niet
van de wind leven: ik ging er wel van uit dat ik de foto’s nog wel op een andere manier te gelde kon maken.
bureauwerk waartoe vaste kracht Tom van Moll zich heeft kunnen beperken. Tom heeft goed werk afgeleverd, waarvoor ik hem ook heb gefeliciteerd. Tom feliciteerde mij ook, vanuit het buitenland. Maar toen realiseerde hij zich misschien nog niet dat hem dat de helft van de geldprijs (SRD 7500,-) zou kunnen kosten.
Wat is nu eigenlijk het probleem? Parbode heeft het artikel ingestuurd met als maker Tom van Moll en mijn naam niet genoemd. Waarom? Hoofdredacteur Iwan Brave: ‘niet aan gedacht’, in de haast erdoor geslopen…. Iwan heeft via Facebook al zijn excuses naar mij gemaakt. Maar Iwan zijn handen zijn gebonden. Tom van Moll is ook om zijn mening gevraagd, toekomstig hoofdredacteur Armand Snijders ook en last but not least de nu in Nederland verblijvende eigenaar Jaap Hoogendam. En daar kwam de volgende jezuïtische renenering uit: Parbode had slechts de tekst ingediend, niet de hele publicatie. Alsof je van een televisieproductie alleen het geluid indient.
De vraag is: Wat heeft de jury beoordeeld? De tekst of de journalistieke productie?
Dan nog wat: Hoe moet dat met mijn medewerking aan Parbode? Ik leverde graag aan hen, want ik vind het best een goed blad. Vraag is of na dit verhaal eigenaar Jaap Hoogendam nog wel met mij in zee wil. Maar ik heb nog een ander probleem. Er kleeft namelijk een zware smet aan Parbode. Parbode heeft namelijk onlangs excuses aangeboden voor publicatie van een foto die zou tonen hoe scholieren zich zouden prostitueren voor smartphones. Mensen op die foto hebben zichzelf herkend en dit ontkend. Deze misleiding van de lezer is ernstig en tast de geloofwaardigheid van het blad, en daarmee van haar medewerkers aan. Ik zou zoiets nooit doen, omdat ik als fotojournalist mij gebonden acht aan dezelfde ethische normen als schrijvende journalisten. Voor ik bij Parbode verder ga zal er dan toch wel eerst een goed gesprek plaats moeten vinden.
Tot slot
Die prijs komt mij minstens voor de helft toe. De grani helemaal, want die hoef je niet te delen. Het is ook een smet op de Journalistenprijs als degeen die de prijs toekomt hem niet krijgt.
Hijn Bijnen, fotojournalist
Hijn Bijnen verdient zeker geen prijs
Geen prijs voor omgangsvormen en zeker geen prijs voor journalistiek, dat legt Bijnen in het laatste persbericht gelukkig haarfijn uit. Zeldzaam hoe iemand zijn eigen verhaal ondergraaft. Eerst rondbazuinen dat het prijswinnende artikel zijn coproductie met Parbode was, nu beschrijft hij uitvoerig dat het helemaal anders zat. Dat hij deze foto’s maakte in een coproductie met expeditieleider John Pel, met wie hij op pad was naar Fort Boekoe. Bijnen had een deal met Pel, niet met ons. Hij vervolgt onbekommerd dat hij daarna deze klus te gelde wilde maken door foto’s te koop te zetten. En zo ging het. Hij kwam langs en we kochten een paar, dat doen we elk nummer, van zoveel fotografen. Verder had Bijnen geen bemoeienis met, of invloed op, het artikel in Parbode. Een leverancier is nog geen producent.
Samengevat: de feiten worden door Bijnen zelf naar voren gebracht. Maar dan moet hij daaraan wel de juiste conclusies verbinden : hij was coproducent bij John Pel en ging de boer op met wat foto’s. Waar ik aan toevoeg: hij deed verder niets voor Parbode, maar hij wil desondanks ‘tenminste’ de helft van 7500 SRD. Inderdaad een jaloersmakend bedrag, maar laat die gevoelens niet zo blijken.
Het is bij ons wel een coproductie geweest, zoals altijd. Van de winnaar Tom van Moll, met de hoofdredacteur, de eindredacteur, de corrector, de opmaker en de kantoormanager. Een prachtig team, waarmee we straks een feestje vieren, als Tom terug is.
“Parbode, best een goed blad.” Dank voor het compliment, Bijnen.
Groeten, Jaap Hoogendam, uitgever