Hij vertelt geen Sprookjes! Rudy Bedacht: Een Goede Dichter en een Gitarist
door Saya Yasmine Amores
Hij kwam binnen met muziek. De eerste keer dat ik Rudy Bedacht gitaar hoorde spelen was op een literaire avond in de Bijlmerflat van Michiel van Kempen. Dat was begin jaren 1991. De genodigden waren al aanwezig. Het was erg druk in de woonkamer en de schrijvers en dichters stonden tot in de gang. Er werd luid gepraat over gedichten, toneelstukken en voordrachten. Iedereen popelde om op te treden, maar MvK wachtte op een eregast.
‘Wanneer gaan wij beginnen, Michiel?’ vroeg ik ongeduldig.
‘Nog één iemand moet komen, dan kunnen wij beginnen,’ zei hij geduldig.
Ik begreep niet waarom we niet alvast konden beginnen. Het huis was vol en iedereen had zin in een optreden. Minuten tikten weg.
Eindelijk ging de deurbel. Een lange brede heer kwam lachend en pratend binnen. De gastheer nam zijn jas aan en terwijl hij nog aan de overbeladen kapstok een plek zocht, liep Rudy Bedacht door naar de woonkamer. Hij kende de weg – dat was duidelijk. Hij ging op een stoel zitten en raakte heel even de snaar van zijn gitaar aan. Dan begon hij theatraal te spelen alsof hij thuis was. Alle gezichten straalden. Niemand had deze verrassing verwacht. Rudy Bedacht gaf zich helemaal over aan zijn gitaar. De literaire avond werd een groot succes. We dansten tot diep in de nacht. (Rudy Bedacht zou met zijn gitaar de opening van de literaire avond verzorgen, daarom konden wij niet zonder hem beginnen, begreep ik later. Hij was niet laat, wij waren ‘te’ vroeg.)
Na die avond zou ik Rudy Bedacht verschillende keren bij MvK ontmoeten. De gesprekken gingen over poëzie. In zijn gesprekken was hij vakgericht en hij had een overtuigingskracht in zijn zeggen en doen. In zijn stem had hij een gehalte – een rijpheid die te vergelijken was met een pianotoets die een volle klank nalaat in een woonkamer. Zou hij blues kunnen zingen? Heeft hij dat ooit gedaan? Ik ken zijn repertoire niet. Ik heb hem fragmentarisch mogen leren kennen op literair gebied. Een keer, toen ik net weg wilde gaan van een bezoek aan MvK, kwam Rudy Bedacht binnenlopen. Hij vertelde dat hij het manuscript van zijn laatste dichtbundel afhad. Toen vroeg ik aan hem: ‘Ohh, is dat zo?’ Dat zei ik om hem te complimenteren, zoiets van: ‘Ik sta er versteld van jouw productiviteit.’
Verbaasd vroeg Rudy Bedacht: ‘Natuurlijk is het zo, ik vertel je toch geen sprookjes?’ Dat antwoord van hem komt altijd terug in mijn gedachten wanneer ik aan hem denk. Gedichten en Sprookjes. Twee schone woorden naast elkaar. Wanneer ik tot hem sprak, werd ik soms ongeduldig. Ik wilde snel-snel en gauw-gauw zoveel mogelijk horen en weten over de gedichten.
‘Deze jonge mensen hebben altijd haast!’ zei hij verontwaardigd tegen MvK.
‘Je moet rustig aan doen in het leven,’ zei hij tegen mij.
Rudy Bedacht verveelde zich nooit. Hij had nauwelijks een onderwerp afgerond of een ander, veel interessanter, onderwerp rolde zijn universum binnen dat hij graag deelde met de ander. Hij had veel gedaan in zijn leven. Veel gereisd en gelezen. Hij kon mooi en beeldend vertellen. Een gesprek met hem dat ik nooit vergeten ben, is hoe hij de meisjes van Zweden beschreef waar hij met een koor naartoe ging.
Ze staan als muurbloempjes te wachten tot iemand hen een dans vraagt. Er zijn nauwelijks jongens om mee te dansen, ze trekken weg naar andere landen waar er meer zon is. De meisjes zijn blij als iemand hen ten dans vraagt en of een bloemetje geeft. Ze voelen zich vereerd.
Hij had bijna dertig centimeter dikke pantoffels aan en toch was het ondraaglijk koud, zei hij. Hij tilde zijn voeten op en deed de passen na om te laten zien hoe hij moeizaam met bevroren tenen liep, terwijl hij pantoffels aan had. Zweden is koud, veel kouder dan Nederland, wilde hij zeggen.
Ik herinner mij Rudy Bedacht als een hartelijk en vriendelijk mens. Hij was een kunstenaar in luisteren en aandacht geven aan mensen tot wie hij sprak. Ook wanneer hij zich in een groep bevond kon hij dat wonder verrichten. Het zou kunnen dat hij dit talent ontwikkeld had door les te geven in muziek. Geduldig luisteren. Geduldig aanwezig zijn. Geduldig reageren. Maar: wél vol van beweging. Zijn les geven in muziek had vermoedelijk te maken met zijn inkomstenbron. Dichters leven van applaus.
Hij was attentvol jegens zijn medemens. Niet in de zin dat hij iets voor iemand deed, maar juist door niets te doen. Hij was gewoon aanwezig en gaf de ander het gevoel: Ik ben hier voor het geval dat je mij nodig hebt. Roep mij maar! Hij zou meteen van zijn stoel opspringen en de persoon helpen.
Alhoewel hij een goede dichter was, zou Rudy Bedacht van zichzelf nooit zeggen dat hij een grote dichter was. Hij was in een afwachtende houding. Hij vroeg aan MvK om zijn mening, zijn raad en adviezen over de gedichten die hij schreef en combineerde dat thema met muziek. Ik zag MvK steeds weer nadenken over waar de vraag eigenlijk om ging. Gedichten? Of muziek? Want Rudy Bedacht vlocht beide thema’s aan elkaar.
Beide moesten evenveel aandacht en eerbied krijgen.
Een keer werden MvK (en zijn vriendin), Rudy Bedacht, Shrinivāsi en ik uitgenodigd in een boekhandel van winkelcentrum Kraaiennest voor een signeersessie. Mijn dichtbundel was net uit en het was mij een eer om op vijfentwintigjarige leeftijd met zulke grootheden op te treden. Ik luisterde naar de grotemensenconversatie. Zij hadden veel kennis en ik kwam pas kijken in de literaire wereld. Na de signeersessie zijn wij gaan dineren in een restaurant in Kraaiennest. (Waar Shrinivāsi mijn rekening betaalde.)
‘Ik stel voor dat de dames niet betalen,’ zei Shrinivāsi tegen de heren.
Een foto van die middag gemaakt door MvK is te zien op de Wikipediapagina van Rudy Bedacht (Corly Verlooghen).
Later zag ik Rudy Bedacht vaak in zijn tuin in Reigersbos. Hij was bezig te verhuizen, dozen te sjouwen en de muren van zijn appartement te onderhouden. Iedere keer wanneer ik langsging, wilde ik hem helpen en iedere keer zei hij dat hij net klaar was met het werk. Maar een andere keer zou ik hem zeker mogen helpen. Hij zou mij nog een keer uitnodigen wanneer hij gesetteld was, maar ik verhuisde van die buurt en ik heb hem (vermoedelijk) sindsdien niet meer teruggezien. Ook heb ik hem nooit bij de activiteiten van de Auteursbond gezien. Een paar maanden terug schreef ik hem en vroeg of ik langs kon komen, maar hij schreef niet terug.
Zijn gedicht ‘Dit wankel huis’ mocht in 1966 niet uitgezonden worden via de televisie (STVS). De laatste strofe geeft de tijdloze verloedering van Suriname aan.
Dit wankel huis
Hindostanen en Creolen
hebben het gezegd
de laatsten het bevolen
er is een avontuur te vondeling gelegd
en wij staan onbehulpzaam toe te zien
hoe het bederf invreet
in de huid van ‘t jonge kind
God had ik maar de macht
een lied te zingen waarnaar men
luistert in dit wankel huis
dat zo gebarsten is en dreigt
omver te vallen in een onverhoedse nacht.
[Gepubliceerd in het literaire tijdschrift Soela, in 1962.]
Hij vertrok zonder muziek. Zijn afscheid was op 8 oktober 2019 op de Nieuwe Oosterbegraafplaats te Amsterdam. MvK, Thea Doelwijt, Marijke van Geest en nog enkele letterkundigen waren aanwezig. Velen uit de literaire kringen wisten niet van zijn heengaan. Er waren geen sprekers uit de literaire kringen die zijn werk voordroegen als eerbetoon – of die vertelden over de literaire avonden waar hij zijn gitaar speelde.
Zijn eigen familieleden hielden enkele toespraken.
Een goede dichter is in stilte vertrokken. Hij was een Goed Mens.
God is bij Hem!