Het werk van Ellen Ombre
door Els Moor
Erfgoed is het zesde boek van Ellen Ombre sinds haar eerste in 1992. Vijf bij uitgeverij De Arbeiderspers, Amsterdam-Antwerpen en het laatste in 2014 bij Nijgh & Van Ditmar in Amsterdam. Maalstroom is haar debuut, een verhalenbundel uit 1992. Uit 1994 is de tweede verhalenbundel, Vrouwvreemd. In 1996 verschijnt Wie goed bedoelt. Zin + onzin van ontwikkelingshulp, een reisverslag met onderzoek naar Nederlandse ontwikkelingshulp in Afrika, herdrukt in 2007 met toevoeging van enkele nieuwe artikelen. Valse verlangens is de derde verhalenbundel uit 2000, waarna in 2004 haar eerste roman, Negerjood in moederland. Erfgoed is haar tweede roman.
De debuutbundel is wisselend van kwaliteit. Er staan prachtige verhalen in, zoals ‘De jongen Winter en het meisje’, over kinderen die van elkaar houden en de fatale rol van het water, en ‘Flarden’, over een ‘kweekje’ uit Commewijne dat in de stad opgevoed wordt door haar kweekouders op een westerse, christelijke manier met de bijbel, maar ook kleine column-achtige stukjes die niet veel met verhalen te maken hebben. De verhalen van Ellen Ombre krijgen steeds meer een geheel eigen thematiek en stijl, beeldend en eenvoudig. Figuren hebben hun grenzen verlegd, zoals ook Ellen Ombre zelf in haar leven. Iedere vorm van nationaliseren ontbreekt en dat geeft een geweldige openheid. Verschillende landen functioneren in de verhalen in verband met de thematiek: waar Suriname een rol speelt, vaak samen met Nederland, gaat het om emigranten van verschillende culturen (met verschillend ‘Erfgoed’), in de Verenigde Staten gaat het vaak om welvaart van Surinaamse emigranten en verlangen naar het land van herkomst en in Afrika om Europese ontwikkelingswerkers tegenover Afrikaanse bewoners.
De arrogantie van de ontwikkelingswerkers is een belangrijk motief in haar verhalen zowel als in het speciaal aan deze thematiek gewijde boek uit 1996, Wie goed bedoelt, zin + onzin van ontwikkelingshulp, dat in 2007 herdrukt werd en uitgebreid met enige later verschenen artikelen over het onderwerp. Valse verlangens is een mooie bundel die goed besproken is zowel in Nederland als hier. Het langste verhaal uit de bundel, ‘Opname in een dossier gevonden’, speelt in Coronie en Nederland en geeft beide sferen goed weer. Centraal in het verhaal staat Marvin die als klein kind werd opgevoed in Coronie door zijn oma nadat zijn moeder hem in de steek had gelaten door naar Nederland te gaan. In het verhaal is hij zelf als volwassene ook in Nederland waar hij drugsproblemen krijgt, een verhouding aangaat met zijn hulpverleenster, met zelfs een kind, en later grote relatieproblemen. Marvin kijkt met heimwee terug naar zijn kinderjaren in Coronie. De vorming door r.-k. onderwijs, identiteit en taal en de kloof tussen culturen maken deel uit van de thematiek van dit verhaal. Ellen Ombre schrijft eerlijk en open over problemen die spelen en onderwerpen, zoals het christendom, die nogal eens taboe zijn voor kritiek.
De eerste roman van Ellen Ombre is Negerjood in moederland uit 2004. Ook hier staan cultuurverschillen binnen een familie, gezin, centraal. Hannah, de hoofdfiguur in Nederland, vlucht er in het begin min of meer voor. Later bezoekt ze Suriname en met name Joden Savanne, op zoek naar haar identiteit. De thematiek van Erfgoed is verwant aan die van Negerjood in moederland, zoals die ook in veel van haar verhalen voorkomt. Erfgoed is wel diepgaander.
‘Vervreemding’ is een centraal begrip in het interessante werk van Ellen Ombre. Dit brengt met zich mee dat het meestal in de verhalen en romans niet tot een echte ontknoping komt. Men beseft steeds meer dat men uiteindelijk weinig weet. De laatste alinea van de bundel Valse verlangens uit het verhaal ‘Ver van huis’ zegt het goed: ‘Ik weet niets. Er is zo weinig bekend, dacht ik. Zoveel komt nooit aan het licht. Ik weet niets van andermans drijfveren.’