blog | werkgroep caraïbische letteren

Het verzenden van pakketjes – Leren van geschiedenis 107

door Hilde Neus

We betalen elk jaar trouw de revenuen voor onze postbus aan het Kerkplein. Maar als we erlangs rijden en in de box kijken is die negen van de tien keren leeg. Al lang laat ik geen boeken meer opsturen naar Suriname omdat ze niet aankomen. Achter het loketje bij de postbusvakjes zit een leger aan kabouters die de drukwerken in alle haast wegdragen en ze gaan bestuderen. Dat is verdrietig voor diegene die ze opstuurt, maar zeker ook voor mij. Ik kijk altijd uit naar boeken, hoe meer hoe beter. Want ik lees graag. En meestal worden de boeken gestuurd, zodat er door mij en collega’s een recensie over geschreven kan worden. En de Surinaamse gemeenschap breed wordt geïnformeerd over al het zinvolle en mooie wat er in het buitenland aan publicaties verschijnt.

Het doet me denken aan de jaren tachtig en negentig. Ik heb begrepen dat er toen pagina’s uit kritische tijdschriften werden gescheurd als er een negatief artikel instond over de regering Bouterse. Precies zoals ook de radio-uitzending van de Wereldomroep werd verstoord. Dit was een effectieve manier om censuur op te leggen. Ook hele boeken verdwenen. Sinds een jaar of twee ben ik er weer toe over gegaan om literatuur bij familie in Nederland te laten bezorgen en dan sturen zij het in een doos naar me op in Suriname.   

Bookshop Hindi Granth Karyalay, Hirabaug, C.P. Tank, Mumbai. Foto Anishshah19, Wikipedia

Pakket vanuit India

Bij een bezoek aan een boekwinkel aan de Connaught Place in New Delhi keken we onze ogen uit. De boeken waren niet naast elkaar uitgestald, maar op elkaar gestapeld van vloer tot aan plafond, zo uitgebreid was de collectie. We waagden het er maar op en vroegen of ze ook wereldwijd verscheepten en de boeken in Suriname konden worden bezorgd. Jawel, zei de klerk, die meteen een beduimeld schift onder zijn toonbank vandaan griste en ons liet zien waar in de wereld hij allemaal pakketjes naar toe had verscheept. Brazilië bijvoorbeeld, stond erin. We probeerden het niet met een, nee inmiddels hadden we zo’n 20 exemplaren uitgezocht. We hadden inmiddels een aantal boeken geselecteerd, en – op hoop van zegen – hebben we ze alle twintig verstuurd aar Suriname. Vooral ook omdat van hele dure boeken, uitgegeven door de prestigieuze uitgeverij Routledge in Engeland, speciale drukken vervaardigd waren voor de grote Indiase markt. Waar ze veel goedkoper waren. Non-fictie van grote wetenschappers als Edward Said en Gayatri Spivak gingen door onze handen. En we konden ze voor die lage prijs natuurlijk niet laten liggen.

De beloften van de klerk werden bewaarheid, ongeveer een jaar nadat ze vanuit Delhi waren verscheept, arriveerden de boeken in Suriname, en kon ik ze afhalen. In etappes. U begrijpt dat ik het inmiddels al lang had opgegeven. Tot mijn grote verbazing waren ze in drie bundels keurig ingenaaid in ongebleekte katoen, waarop met viltstift het adres was geschreven. Ik heb de verpakking bewaard, want dat was toch wel heel bijzonder.

Een pakket van Nepveu

Nu kwam ik laatst in het archief een brief uit 1770 tegen van een Amsterdamse ambtenaar, gericht aan de handelaren Koopstad en Rochussen te Rotterdam. In deze brief was aangegeven dat gouverneur Nepveu aan de directeuren van de Sociëteit een pakket had gestuurd. Dit via de schipper Jan Grim, varende op het schip ‘de Guineesche Vriendschap’. De geadresseerden zijn de boekhouders van de rederij van dat schip. Er waren twee kistjes in linnen genaaid en verzegeld naar het adres van de directeuren van de Geoctrooieerde Sociëteit van Suriname gezonden, residerende binnen de stad Amsterdam. De kapitein had beloofd het pakket bij goede aankomst in de hoofdstad per eerst vertrekkende schuit naar Rotterdam te versturen.

De schipper is al enkele dagen geleden binnengelopen, maar de directeuren hebben die kistjes nog niet ontvangen. Uit naam van de vergadering gelast de beambte dan ook om de genoemde kistjes zo spoedig mogelijk op het juiste adres te bezorgen. Mochten ze reeds afgegeven zijn, moest de bezorger eraan herinnerd worden dat deze handeling in strijd was met de voorgeschreven borgtocht die met de kapitein was afgesproken en op 25 april 1769 per akte gepasseerd. Deze verklaring is op 25 mei 1770 ondertekend door dhr. I.C. Van der Hoof.

We zijn natuurlijk benieuwd wat de in linnen genaaide kistjes bevatten. Waarschijnlijk zullen we het nooit weten. Maar het is mooi om te zien dat deze traditie dus al langer bestaat, en in ere gehouden wordt. Vanuit India, dan wel te verstaan. Aan de pakketten kon je ook zien of er mee gerommeld was. Helaas niet in Suriname. Hier verdwijnen de pakketten gewoon.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter