blog | werkgroep caraïbische letteren

Het vergeten land

door Jerry Dewnarain

Het Surinaams Museum werd in april 2017 zeventig jaar. In dit kader is het boek Het vergeten land uitgegeven dat behoort tot de serie Libri Musei Surinamensis. Dit boek is één van de drie romans die Wim Bos Verschuur (1904-1985) schreef. Hij was een van de oprichters van de Stichting Surinaams Museum. Op 29 april 1949 werd de stichting bij de notaris opgericht. Bos Verschuur werd commissaris van het eerste stichtingsbestuur. 

 

Het typoscript van Het vergeten land, in een vitrine in het Surinaams Museum. Foto © Michiel van Kempen

 

Het was al jarenlang een wens van het museum om deze roman uit te geven. Uiteindelijk werd als gevolg van een schenking overgegaan tot publicatie. De pleegzoon van Wim Bos Verschuur, Adolf Bernhard Kletter, schonk het Surinaams Museum een doos waarin het archief en een drietal romans van Bos Verschuur zaten. Volgens Hilde Neus zijn de criteria voor de keuze voor Het vergeten land gebaseerd ‘op het historische belang, de culturele waarde en de emotionele indruk op de lezers, maar bovenal natuurlijk de literaire kwaliteit van het verhaal (p. 190).’ De redacteur van het boek, Jan Bongers, heeft gekozen voor ‘een kritische weergave’, waarbij de tekst is aangevuld en gecorrigeerd en de spelling is gemoderniseerd. Gesteld wordt door Neus, dat Wim Bos Verschuur (die overigens schreef onder zijn schrijversnaam Soll Bwemi) jarenlang aan de roman bezig is geweest, van 1932 tot 1967. Dit blijkt uit het typoscript en de aantekeningen.

 

De boekband van de nieuwe uitgave volgt he ontwerp zoals Wim Bos Verschuur dat zelf maakte – hier te zien. Foto © Michiel van Kempen

Een roman van de hand van Wim Bos Verschuur verschaft interessante informatie over zijn discours (zijn denkwijze), zijn tijdsbeeld, zijn omgeving, zijn mensen (landgenoten), maar ook over zijn land, informatie die uit de eerste hand komt. Wim Bos Verschuur is waarschijnlijk het meest kritische statenlid ooit geweest. Naast statenlid was hij ook vakbondsman en tekenleraar. Een voj-school is zelfs naar hem vernoemd. Hij nam een voorhoederol in in de oorlogsjaren (de Tweede Wereldoorlog) binnen de vakbeweging. Het nationalisme kwam ook gedurende die periode op. Wim Bos Verschuur nam geen blad voor de mond. In Verslagen van de handelingen van de Staten van Suriname en Bijlagen 1945-1946, p. 61, deelt Bos Verschuur op 29 december 1942 minister Van Mook mee: ‘En daarom, minister, in het belang van de rust in dit land, in het belang van het Koninkrijk en dat van Suriname bijzonder, neemt U Gouverneur Kielstra mee, niet morgen, maar vandaag.’ Bos Verschuur wordt geïnterneerd door deze gouverneur. Maar de directe aanleiding hiervoor is de volkspetitie die hij op 25 juli 1943 in meer dan 23 exemplaren aan het volk aanbiedt voor ondertekening. Hij verzamelt al heel gauw 780 handtekeningen. De volkspetitie geeft een goed beeld van de problemen die er waren tussen Kielstra en de Staten. Wederom vraagt hij hierin het koningshuis om gouverneur Kielstra te vervangen. Maar wat kwaad bloed zette en leidde tot zijn internering was, dat de petitie naast het Nederlands ook in het Engels was opgesteld. De PG Mertens deelt hem mee, dat het niet gaat om de petitie of de verspreiding ervan, maar om ‘Uw verklaring van de Engelsche vertaling.’ (Bron: Verslagen van de handelingen van de Staten van Suriname en Bijlagen 1945-1946, p. 61)

 

Kop van Wim Bos Verschur, in het Surinaams Museum. Foto © Michiel van Kempen

Waarom is deze roman in deze tijd zo van belang? Allereerst is de roman tijdloos qua thema. Dit boek is geschreven in een bepaalde tijd, met een bepaalde tijdgeest, doch de thema’s zoals armoede, onrecht, werkloosheid, de strijd voor een beter leven, kolonialisme en politieke belangen zijn nog steeds actueel. Maar Bos Verschuur had ook oog voor details. Door het hele boek heen krijgt de lezer een goed beeld van het leven van een gezin dat behoort tot – wat Rudolf van Lier (1914-1987) in zijn Samenleving in een grensgebied (eerste druk 1949) – zou noemen: de ‘creoolse volksklasse.’ Ook in Van Lier is een hoofdstuk gewijd aan de strijd van de verschillende bevolkingsgroepen om een eigen bestaan (Van Lier, 1971 p.287). Het zal mij niet bevreemden als blijkt dat Wim Bos Verschuur ook het werk van Van Lier heeft gelezen. De eerste druk van Samenleving in een grensgebied verscheen in 1949 bij Martinus Nijhoff. Het was in deze periode dat Bos Verschuur bezig was aan zijn boek Het vergeten land. Beide boeken vertonen raakvlakken: ze beogen beide ‘het leveren van een bijdrage tot de ontwikkeling van een samenleving van vrije Surinamers als deel van een wereldgemeenschap waarin men elkaar zonder vooroordelen, met begrip en zorgvuldigheid tegemoet treedt (Van Lier, 1971 p. VIII). Het vergeten land doet dat zeker, gelet op het verloop van de ontwikkelingen in het gezin Bas-intie.

Aanbieding van het eerste exemplaar van Het vergeten land door de directie van het Surinaams Museum (Laddy van Putten en Hanna van Petten) aan een leerling van Wim Bos Verschuur, Erwin de Vries, op donderdag 4 mei 2017 in het Fort Zeelandia. Foto © Michiel van Kempen

 

Museummedewerkster en redactrice van Het vergeten land, vraagt applaus voor de speech die Erwin de Vries over zichzelf hield, 4 mei 2017. Foto © Michiel van Kempen

Dat Wim Bos Verschuur een man voor het volk was, zoals dat ook beweerd wordt van Anton de Kom en Louis Doedel, merken wij al in hoofdstuk één. De inhoud van zijn boek onder andere in hoofdstuk één handelt immers over een schoenmaker, Bas-intie, die zijn klanten graag helpt. Hij wordt populair om het goede werk dat hij levert als schoenmaker, maar hij is ook geliefd. Dit laatste komt doordat hij schoenen van klanten repareert op krediet. Hij maakt schoenen eerst in de Combé en later in Wanica. Als de zaken slecht gaan in de Combé, verhuist hij naar Wanica. ‘Wie stelde zijn klanten nimmer teleur, wie lette niet op de schulden voor het geleverde werk van het vorige feest of de jaren daarvoor? Bas-intie (pag 5)!’ Het volgende fragment geeft ook duidelijk de karaktertrek van Bas-intie aan als zijn vrouw, Mis’ Adolfina, zich beklaagt bij haar man om geen kredieten meer aan zijn klanten te verstrekken. ‘Prikkelbaar door zijn verzet boosde Adolfina: “Zij moeten zich met minder tevredenstellen en hun oude schulden afdoen. Jij maant ze ook niet, zij vinden dat het goed is en betalen niet.” Hierop antwoordt Bas-intie: “Mis’ Doffie, jij begrijpt het niet. Alles zal weer goed worden. Wij leven in een slechte tijd”. Het is dezelfde tijd waarin wij nu verkeren, een periode van economische malaise. Leven wij ook niet in zo een tijd?

 

Sociaal-politieke pamfletten van de hand van Wim Bos Verschuur. Foto © Michiel van Kempen

Oproepen van Wim Bos Verschuur tot bijeenkomsten in Bellevue. Foto © Michiel van Kempen

Een ander aspect dat subtiel aan de orde komt zijn de stereotyperingen en/of vooroordelen over bevolkingsgroepen en buurten in Paramaribo. Al vanaf de volksplanting in Suriname bestaat dit hardnekkige fenomeen. Op pagina 7 komt een andere schoenmaker in de Combé. Deze nieuwe vakman blijkt al snel goede zaken te doen met de lokale praatzuchtige bevolking. Zijn succes heeft hij waarschijnlijk te danken aan zijn zuinige koelievrouw. ‘De baas, mi ssa, hij werkt fijn, hij werkt sterk, hij werkt goedkoop, meer goedkoop dan Bas-intie … Maar bij het sluiten van de maand, zijn vrouw, zij komt als een aka (roofvogel) om het geld. “Geld?” vroegen de Wanica-mensen. “Ka! Mi ssa! Al het geld en anders bedwang der wet.” Maar de zaak gaat, de brutaliteit van die koelievrouw brengt het geld… Het is de waarheid. Hij heeft een nieuwe machine ontvangen. Die schoenmaker kan het doen, al wordt misère troef. Zijn schoonvader bezit enorme rijstvelden in het district…’ Ook elke buurt wordt gekenmerkt door vooroordelen: aan de Wanica (wijk Wanica/omgeving Wanicastraat) woonden er twistzieke mensen en niet ver van Wanica had je de luidruchtigste meiden van de beruchte Saramacca-wijk (omgeving Saramaccastraat). Wim Bos Verschuur beschrijft het gedrag van de stadse volkscreolen heel beeldend (zie fragment hieronder).

 

Een tekening van Wim Bos Verschuur. Foto © Michiel van Kempen

De eerste druk van Martinus Arions roman Dubbelspel verscheen in 1973. Het verhaal gaat over het leven van vier mannen en twee vrouwen, allen uit de Curaçaose maatschappij, die iets gemeen hebben: ze zijn met elkaar verbonden door huwelijk, vriendschap, overspel of economische noodzaak. Het boek geeft een kritisch beeld van de Curaçaose neokoloniale maatschappij. In Het vergeten land zien wij min of meer hetzelfde. De hoofdfiguur Bas-intie heeft vrienden. Zij komen ’s avond samen in de werkplaats van Bas-intie en er wordt gediscussieerd. In Dubbelspel gebeurt dat tijdens het dominospelen. In beide boeken praten de mannen over van alles en nog wat: vrouwen, bedrogen echtgenoten, de aard van hun landgenoten, de maatschappelijke en politieke malaise op het (ei)land en de economische en politieke uitbuiting. Met andere woorden, er komen twee thema’s aan de orde in beide boeken: de positie van de vrouw en de ideale maatschappij.

Bij de presentatie van Het vergeten land, op 4 mei 2017, werd in het Surinaams Museum een kleine expositie over Wim Bos Verschuur ingericht. Foto © Michiel van Kempen

Hierop aansluitend kan gezegd worden dat Het vergeten land ook een andere meerwaarde heeft: in geen enkele andere Surinaamse roman zijn zo helder en uitgebreid de emoties beschreven van de jonge Surinaamse mannen die naar de olieraffinaderij – de olie-industrie – op Curaçao vertrokken op zoek naar werk (hoofdstuk XIII)!
Mijn vergeten land is een roman over menselijke drijfveren. Dat is een onderwerp van alle tijden. Of het nu de gesprekken zijn op de werkplaats van Bas-intie of de roddels thuis bij de wasvrouw Grannie of het dominospelen op een zondag onder een watapana-boom. Je moet de moed hebben om je los te rukken van bepaalde patronen zoals vrouw Adolfina, de vrouw van Bas-intie. Zij had haar eigen denken en kon zich als een buigzaam riet staande houden in een wijk vol met praatzuchtige mensen. Een ander mooi voorbeeld is Emelina, de motyo. Je bent minder vrij dan je denkt, dat laat Het vergeten land mij zien! Dat laat Emelina duidelijk zien op pagina 28: ‘Waarom bemoeiden mensen met haar leven? Wat ging het ze aan, at zij van hen, hield zij zich op met hun mannen of hun zonen, vroeg zij om hun diensten? Als het leven eens slecht werd om wat zij deed, wie zou dan naar haar omzien of haar beklagen? Ka!’ Terecht opent Soll Bwemi (Bos Verschuur) zijn boek met het citaat ‘Op den voorgrond trede daarom, wat de natie vereenigt, niet wat haar verdeelt.’

Wim Bos Verschuur (Soll Bwemi): Het vergeten land. Redactie: Jan Bongers. Stichting Surinaams Museum. Libri Musei Surinamensis 8. Paramaribo, 2017. ISBN ontbreekt.

 

Huwelijksfoto van Wim Bos Verschuur en Hariette Jacquelina (Jet) Behr (1904-1968). Courtesy © Surinaams Museum.

Fragment uit Het vergeten land (p 10/11)

‘Zij ontketenen vaak de hevigste ruzie. Dan breken ze los en schimpen zij over familieaffaires en nooit-gedacht-zedenschandaal. Zij bespringen elkaar met onstuimige wildheid… Zij rukken het stijve haar met plokken los uit hun zwarte koppen, zij krabben en bijten, kopstoten en slaan elkaars lijven… En dan sleurt men de slachtoffers die totaal geen weerstand meer bieden elk naar hun woning… En de buurt ijvert met bedarende woorden.’

 

Studiofoto van Wim Bos Verschuur. Collectie Surinaams Museum.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter