Het veranderende gezicht van Aruba, een eilandnatie
door Quito Nicolaas
Zodra je op Aruba uitstapt, word je omringd door een aangename hitte. Het was overigens 18.30 pm. We werden door een De Palm Tours bus opgehaald en keurig bij ons hotel Riu Palace afgezet. Eenmaal in de lobby van het hotel, besefte je dat je omringd wordt door de nodige zorg en luxe. De koffers en trolleys worden keurig naar je kamer gebracht en hoefde je niet te sjouwen.
De eerste 2 dagen gingen we ’s avonds langs de hotelstrip wandelen. Vanuit de verschillende discobars klonk er keiharde muziek en zag je van die wiebelende blonde dames op de melodie dansen. Alsof ze eindelijk bevrijd waren van een leven dat alleen bestond uit werken, studeren, lezen en het organiseren van hun privéleven. De toeterende auto’s reden er voorbij, kennelijk op zoek naar een welwillende dame voor een ‘nadere kennismaking’. Het maakte niet uit of het vrijdag- of maandagavond was. Het was een en hetzelfde. Anders is het als je een ritje maakt rondom het eiland. Of als je de Superfood, vergelijkbaar met de AH, bezoekt. Dan dringt de vraag op: de prijzen zijn enorm gestegen, maar kan men dit allemaal betalen of worden de prijzen niet gereguleerd?
Het verblijf in een hotel heeft sowieso zijn pluspunten, maar op den duur besef je wel dat je nogal geïsoleerd bent van de werkelijkheid. Je ziet de omgeving vanuit de bril van een toerist en laat je de keiharde werkelijkheid verborgen achter een mensenmassa die crepeert. Als je San Nicolas binnenrijdt, dan lijkt het alsof je in Rio de Janeiro zit of dat iedereen is vertrokken dan wel verhuisd. Overal zijn er woningen die op instorten staan – die indertijd door de Stichting woningbouw FCCA zijn gekocht – of in een slechte staat van verval verkeren. Dan besef je opeens dat de salarisschalen, pensioenen of de sociale uitkering niet toereikend zijn om van te leven. De doorsnee Arubaan staat bekend als burger die allereerst een woning voor zijn gezin bouwt en die van een jaarlijkse onderhoudsbeurt voorziet. En je maakt deel uit van een Koninkrijk, waarvan het Europese deel welvarender is en zich veel comfort kan permitteren.
Als je in de Caya Betico Croes wandelt, dan is 75% van de winkels gesloten dan wel verhuisd naar een chique winkelcentrum buiten het centrum van Oranjestad. Indien je boekhandel Van Dorp binnenloopt, dan lijkt het alsof het een speelgoedzaak is. Dan dringt zich de vraag: wordt er dan niet meer gelezen, hebben ze uitsluitend kopzorgen of andere prioriteiten? Andersom wordt je dagelijks dood gegooid met allerlei reclame spotjes voor eettentjes, feestjes, uitgaansmogelijkheden alsof er niets aan de hand is. De prangende vraag is of wij nog een Koninkrijk op twee verschillende snelheden moeten accepteren? Enerzijds maakt Nederland gebruik van de eilanden als springplank voor hun handelsbetrekkingen met de regio, maar anderzijds blijven de nodige investeringen op de eilanden uit.
Punt is dat reeds bij de opstelling en later de ondertekening van het Statuut, de eilanden opgezadeld werden met tal van financiële verplichtingen die niet eens een land als Suriname aankan. Bijv. art. 43 van het Statuut stelt dat de afzonderlijke eilanden zorgdragen voor de menselijke rechten en vrijheid. Beleidsterreinen die feitelijk als Koninkrijksaangelegenheden – met een gezamenlijke verantwoordelijkheid – kunnen worden aangemerkt. Maar nog steeds tref je een weigerachtige houding aan om wetgevingsjuristen uit te zenden om het lokaal bestuur bij te staan om de verouderde wetgeving aan te passen. Als verdragssluitende partij kent het Koninkrijk in deze een waarborgfunctie.
Vanuit een beleidsmatig oogpunt probeert de opeenvolgende regeringen de pregnante vraagstukken zo goed mogelijk op te lossen. Maar anderzijds zijn er onbeheersbare externe factoren (Covid-19) waardoor de economie volledig wordt verwaarloosd en die de overheid telkens weer voor nieuwe uitdagingen stelt. In dat kader moet men van een Koninkrijkspartner kunnen verwachten dat die de nodige voorwaarden schept, opdat de eilandnaties tegen een stootje kunnen. Veel is er gedaan op Aruba – o.a. de infrastructuur ten behoeve van de vervoerstroom is sterk verbeterd – maar er moet nog veel meer gebeuren dan alleen de verfraaiing van de rotondes. Ook de beleidsvoering moet op een ander niveau plaatsvinden. Er zijn tal van netelige problemen – de klimaatsverandering, armoedebestrijding enz. enz – die om een oplossing vragen. Echter, de vraagstukken zijn zo talrijk dat alleen als die op een planmatige manier worden aangepakt, je een resultaatsverbetering kunt zien.
Al bij al er is een ontwikkeling – in positieve zin – doorgemaakt en de input van eenieder is noodzakelijk. Dan moet iedereen beseffen wat de mogelijkheden en beperkingen zijn. Het denken en handelen vanuit een geopolitieke benadering is – bij de oplossing van bepaalde vraagstukken – in deze zeer betekenisvol. Het is hoe dan ook Nederlands territoir, waar niet alleen enkele belangen mee gemoeid zijn, waar zeker de rechten alsook de plichten gewaarborgd moeten worden. Op het vlak van besluitvorming en beslissingsbevoegdheid moet zeker een en ander gewijzigd worden, zodat men de overtuiging heeft dat ze een autonoom land binnen het Koninkrijk vertegenwoordigt. Met andere woorden Den Haag moet gaandeweg plaats maken voor Oranjestad en de besluiten van de Rijksministerraad voor de lokale regering. De tijd van groot brengen door klein te houden ligt ver achter ons.
Wat een krom verhaal. Eerst is er een hele verhaal over wat er allemaal niet deugt op ons eiland. Woningbouw, salarissen, pensioenen en noem maar op, allemaal zaken die de overheid moet reguleren. Benadrukt wordt dat Nederland de goede gang van zaken moet waarborgen. Slotconclusie: Den Haag moet plaats maken voor Oranjestad. Is toch totaal ongeloofwaardig? Lekker geredeneerd vanuit je airco luxehotel. Of alweer terug in het “moederland” om van het “gewaarborgde pensioen” te genieten? E griteria aqui e harta mi.