blog | werkgroep caraïbische letteren

Het slavernijverleden en de verkiezingen

Maken de Nederlandse verkiezingsprogramma’s melding van het slavernijverleden? Toen ik daar op het internet naar zocht, hoopte ik stilletjes dat de partijen tevreden zouden zijn met de excuses van onze koning en de premier en dat de verkiezingsprogramma’s zich uitsluitend zouden richten op actuele problemen en op de toekomst van ons land. Dat bleek een misvatting. In de programma’s voor de verkiezingen in 2021 en op 23 november a.s. komt het slavernijverleden uitvoerig aan de orde.

door Piet Emmer

Het ‘Kennisplatform Integratie en Samenleving’ heeft een keurig overzicht gemaakt van de standpunten van alle politieke partijen over ‘diversiteit, immigratie, integratie en discriminatie’.  Aan dit document kleeft slechts één nadeel: het geeft de stand van zaken weer in 2021. Dat hoeft echter geen beletsel te zijn dit overzicht ook te gebruiken voor de komende verkiezingen, aangevuld met de standpunten van de nieuwe partijen, die ons politieke landschap na 2021 hebben verrijkt en volgens de peilingen kans maken op een of meer zetels. 

In de programma’s uit 2021 was het slavernijverleden al zo belangrijk dat het kennisplatform de verschillende standpunten heeft samengevat in een aparte paragraaf in het hoofdstuk ‘Slavernij -en koloniaal verleden, standbeelden en Zwarte Piet’.  Daaruit blijkt dat D66, GroenLinks, PvdA, Denk en Bij1 voorstanders waren van excuses voor de Nederlandse rol in de ‘wereldwijde slavenhandel en slavernij’. Die excuses zijn er inmiddels gekomen, maar een aantal van de genoemde partijen vindt dat niet genoeg: er moeten ook excuses komen voor het hele koloniale verleden van Nederland.
Forum voor Democratie is juist tegenstander van die excuses en ziet ook niets in het uitkeren van smartengelden voor ‘zaken, die een ver verleden betreffen’.  Denk stelt juist voor dat nakomelingen van de slaven gratis hun naam moeten kunnen veranderen en dat er herstelbetalingen moeten komen ‘in de vorm van het ontplooien van projecten’, een nogal raadselachtige formulering. Ook is Denk van mening dat wettelijk moet worden vastgelegd dat slavernij een misdaad tegen de menselijkheid is, maar deze partij laat in het midden of een dergelijke wet dan ook een oordeel moet uitspreken over de wijdverbreide slavernij in Afrika, Azië en Indiaans Amerika. Hoewel Denk veel aanhang heeft onder Turkse Nederlanders, wordt er in het verkiezingsprogramma met geen woord gerept over de eeuwenoude slavernij in dat land, die overigens pas in de twintigste eeuw werd afgeschaft.

Ook de Boer- Burgerbeweging van Caroline van der Plas heeft in het verkiezingsprogramma een alinea over het slavernijverleden. Volgens deze partij is het koloniale verleden van Nederland in het onderwijs onderbelicht en dat geldt ook voor de overzeese expansie van andere landen. Scholen dienen daarom ook aandacht te geven aan de rol van Afrika, het Midden-Oosten en Azië in de slavernij en aan de nog bestaande slavenhandel. “Kinderen hebben recht op beide kanten van het verhaal”.
Geen verkiezingsprogramma zonder een slavernijparagraaf, want ook dat van het Nieuw Sociaal Contract van Pieter Omzigt vindt dat de slavernij in het schoolcurriculum een vast plaats moet hebben, “naast andere vormen van onderdrukking zoals feodaliteit, beperkt kiesrecht, vrouwendiscriminatie, kinderarbeid en uitbuiting” en pleit eveneens voor de oprichting van een nationaal slavernijmuseum. 
De Partij voor de Dieren is van mening dat de littekens van de slavernij diep zijn en wil het daarom de verre nakomelingen van de slaven gemakkelijk maken hun achternaam te wijzigen. Voor de leden van de “diasporagemeenschappen” moet het eenvoudiger worden een Nederlands paspoort te verwerven. Gelet op de meervoudvorm lijkt het hier niet alleen te gaan om de nakomelingen van de slaven uit Suriname, maar ook uit Guyana, Zuid-Afrika, Ceylon, Brazilië, Angola en Indonesië. Dat kan een ongekende immigratiegolf teweegbrengen, maar daarover zwijgt deze partij. 

​Het programma van Bij1 wil verder gaan, want er zou niet alleen een gratis toegankelijk Nationaal Slavernij Museum moeten komen met een “gegarandeerde financiële basis”, maar ook een aantal dependances van dat museum in het Caribische gedeelte van het Koninkrijk. Bovendien wil Bij1 vijf (!) nieuwe nationale feestdagen instellen: 1 juli (keti koti, de afschaffing van de slavernij), 17 augustus (herdenking opstand Tula en onafhankelijkheidsverklaring van Indonesië), 10 oktober ( opheffing staatsverband Nederlandse Antillen), 25 november ( onafhankelijkheid Suriname) en 18 maart (Dag van Arubaanse en van het Arubaanse volkslied).

Wie gaat dat betalen? Gelet op het feit dat we in Nederland de jaarlijkse viering van Bevrijdingsdag al te begrotelijk vinden, lijkt het antwoord cruciaal. Maar dat ontbreekt, want geen van de hier genoemde partijen heeft de economisch effecten van hun verkiezingsprogramma’s laten doorrekenen door het Centraal Planbureau.

on 19.11.2023 at 11:11
Tags: / /

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter