blog | werkgroep caraïbische letteren

Het schijnheil van mijn tijd

door Alfred Schaffer

In 2015 verscheen Regen van schrijver en schilder Michael Tedja (1971). Een uitdagende bundel, die na de romans A.U.T.O.B.I.O.G.R.A.F.I.E. (2003) en Hosselen (2009) en de dichtbundels De aquaholist (2005) en Tot hier en verder (2013) Tedja’s definitieve doorbraak betekende als dichter. De bundel kreeg herdruk na herdruk, de prijzen waren niet aan te slepen.

 

Helaas, die laatste zin is onwaar. Wat een gemiste kans. Regen was geen flauwe bundel over Nederlandse weersgesteldheden, maar een aaneenschakeling van gedichten waarin de spreker zich probeert los te worstelen van verwachtingspatronen en een in cement gegoten groepsidentiteit, door anderen opgelegd. Het gaat in Regen onder meer over afkomst en racisme (zoals duidelijk blijkt uit de titel, een anagram, en uit de witte letters op het zwarte omslag). De gedichten en beeldgedichten durven abstract te zijn, meerduidig en soms snoeihard. Vaak onverwacht grappig, geen moment vlak of pamflettistisch. Om de lezer tegemoet te komen staan onder enkele gedichten niet te missen vet gedrukte statements als: ‘een neger opnieuw: een neger en nogmaals: een neger maar die laat zich niet opsluiten niet achter tralies van vooroordelen noch in de dwangbuis van etnische solidariteit’.

 

Lees hier verder in De Groene, 3 juli 2019 – verschenen in nr. 27

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter