blog | werkgroep caraïbische letteren

Het raadsel literatuur: Is literaire kwaliteit meetbaar?

door Jerry Dewnarain

In 2013 namen 18.484 mensen deel aan Het Nationale Lezersonderzoek in Nederland. Lezers konden hun mening geven middels het invullen van een enquête over de kwaliteit van 401 recent verschenen populaire romans: zijn ze literair of niet-literair? Dit artikel belicht enkele kernpunten uit het boek Het raadsel literatuur. Is literaire kwaliteit meetbaar? van Karina van Dalen-Oskam, uitgegeven door Amsterdam University Press in 2021.   

Foto © Monica van Kempen

Doel en opzet

Het doel van het onderzoek was om na te gaan waarom lezers bepaalde romans kwalitatief goed vinden en andere niet. Dat werpt een volgende vraag op, namelijk: wat is het verschil tussen goede en slechte literatuur?

De enquête is uitgevoerd als project The Riddle of Literary Quality, een samenwerking tussen het Huygens ING, de Universiteit van Amsterdam en de Fryske Akademy. De uitkomsten daarvan zijn door hoogleraar Computationele Literatuurwetenschap en projectleidster Karina van Dalen-Oskam bijeengebracht in een boek. De hoogleraar heeft het onderzoek vormgegeven en geleid en samen met een heel team van onderzoekers, ontwikkelaars en studenten uitgevoerd. De promovendi die Van Dalen-Oskam heeft begeleid, hebben twee proefschriften en een publieksboek op hun naam gezet en samen zijn zij verantwoordelijk voor heel wat wetenschappelijke artikelen, maar de meeste uitkomsten van Van Dalen-Oskams eigen onderzoek worden voor het eerst in dit boek gepubliceerd.

De computer heeft door zijn ongekende rekenkracht de methodologische vernieuwing in dit onderzoek mogelijk gemaakt. Door tekstanalysesoftware te gebruiken, onderzochten de onderzoekers meetbare teksteigenschappen op een manier die controleer- en herhaalbaar is. Er waren dus ook eigenschappen uitgesloten van de analyse.

Uitkomst

Gelet op de uitkomsten van het onderzoek, die als maatstaf worden genomen van literaire kwaliteit, is het antwoord [op de vraag of literaire kwaliteit meetbaar is] bevestigend. Van de ruim 400 boeken kreeg Mag ik je nummer even? van Sophie Kinsella een hoge notering. De lezers letten op onder ander de schrijfstijl, de aanwezigheid van meerdere lagen, diepgang van de personages.

Genre

Is literaire kwaliteit meetbaar in de tekst zelf, of speelt iets als prestige van de auteur, het genre of het onderwerp van een roman een grotere rol? Genre speelt overduidelijk een rol. Aan top staat de Literaire roman, met de hoogste gemiddelde score voor literaire kwaliteit, dan volgt Spanning en helemaal onderaan de Romantiek. Romantiek en de Literaire roman liggen zowel in literaire waardering als wat stijl betreft het verst uit elkaar. Spanning zit er tussenin.

Als het genre Spanning wordt vergeleken met de Literaire roman, dan blijkt dat in de meeste boeken uit de categorie Literaire roman gemiddeld een grotere woordenschat, een langere gemiddelde zinslengte, een grotere variatie aan zinslengtes en er een hoger aandeel van complexe, samengestelde zinnen is.

Anders ligt dat voor de auteurs van die romans. Tenzij zo’n roman alsnog een literaire prijs krijgt. Een prestigieuze prijs kan de lezerswaardering zelfs buitenproportioneel optillen. Het labelen van romans met een bepaalde genreaanduiding is vanuit het perspectief van de uitgeverij begrijpelijk. Zo zorgen uitgevers ervoor dat hun boeken onder de aandacht worden gebracht van precies die lezers die ze naar verwachting ook het meest zullen waarderen (en kopen). 

Schrijven mannen beter dan vrouwen?

De vraag is vervolgens of vrouwen en mannen anders schrijven. Zijn mannelijke auteurs waar het om literaire kwaliteit van hun boeken gaat gewoon beter? En zo ja, wat is het dan dat hun schrijfstijl meer literair maakt? Dat blijkt bijzonder lastig vast te stellen. De enige kleine verschillen die zijn aangetoond, zijn dat vrouwen iets meer persoonlijke voornaamwoorden gebruiken en mannen iets meer voorzetsels en telwoorden. Wat dat met literaire kwaliteit te maken kan hebben, blijft onduidelijk.

Methode Bourdieu

Deze wijze van literaire kwaliteit vaststellen, lijkt op de methode van de Franse socioloog Pierre Bourdieu. Volgens hem is een roman literair pas als er wordt gelet op welke rol die vervult in het literaire veld. Is de roman uitgegeven bij een prestigieuze uitgeverij? Wordt de roman door literatuurcritici (recensenten) goed ontvangen (goede receptie, krijgt het boek mooie recensies)? Dan is het literair. Wordt het boek slecht verkocht dan is het niet literair. En omgekeerd: geldt een goed verkopend boek dat door de gevreesde recensenten negatief wordt besproken als niet-literair? Zo een voorbeeld was Hoe duur was de suiker? van Cynthia Mc Leod. Toen deze historische roman pas verscheen (1987), ontving die negatieve kritiek. Maar de praktijk wijst uit dat dit boek onlangs zijn 33ste herdruk heeft beleefd.

Van Dalen-Oskam vindt dat de tekst erbuiten is gelaten bij Bourdieus analyse. De kwaliteit ervan wordt bepaald door factoren buiten de tekst. Maar dan is de vraag: waarom omarmen uitgevers en recensenten juist de tekst of juist niet? Hoe goed of slecht een roman is geschreven, wordt toch bepaald door factoren binnen het literaire veld?

In dit opzicht is de vraag of literaire kwaliteit meetbaar is, een stuk minder gewoon. Want hoe maak je die ‘kwaliteit’ van de tekst inzichtelijk? Dit is waar het Computationele gedeelte in Van Dalen-Oskams hoogleraarschap een rol gaat spelen. Met hulp van tekstanalysesoftware vergelijkt ze de 401 romans in haar onderzoekcorpus met elkaar, om te zien of deze nieuwe inzichten geven in de redenen waarom Alsof het voorbij is (schrijver Julian Barnes, verschenen in 2011 als e-book) zoveel hoger wordt aangeslagen dan Vijftig tinten grijs/Fifty Shades Of Grey (E.L. James, verschenen in 2012).

Wat is goede literatuur?

Het boek gaat over twee vragen. Wat is literatuur? En wat is goede literatuur? Als u boeken uit vorige eeuwen hebt gelezen dan is het zo klaar als een klontje dat de aard van wat we literatuur noemen door de tijd heen is veranderd. Gaat het slechts om de smaak? Echter, smaken verschillen. Ondanks meer en minder strenge literatuurlijsten voor middelbare scholieren en literaire prijzen voor auteurs kan niemand een bevredigend antwoord op deze vragen geven. Literaire kwaliteit blijft een raadsel.

Dat is een van de redenen dat in 2011 de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) geld beschikbaar stelde voor vernieuwend onderzoek op het gebied van de digitale geesteswetenschappen (digital humanities).

Invloed van literatuurlijst en literaire canon

In dit boek presenteert de auteur een synthese van de resultaten uit het onderzoeksproject The Riddle of Literary Quality, dat liep van 2012-2019. Het onderzoek concentreert zich op romans die niet eerder dan in 2007 voor het eerst in het Nederlands zijn verschenen. Veel lezers zijn van mening dat de literaire waarde van boeken die nog maar zo kortgeleden zijn gepubliceerd nog niet goed is vast te stellen. Hun redenering is dat kwaliteit pas zichtbaar wordt als er enige tijd is verstreken.

Literaire kwaliteit is dus alleen achteraf te bepalen. Dat heeft te maken met de manier waarop lezers op middelbare scholen te maken krijgen met de literatuurlijst en het idee van de literaire canon. De canon is te omschrijven als een verzameling werken uit het verleden die nog steeds worden herdrukt, worden bestudeerd door onderzoekers en onder de aandacht worden gebracht in de literatuurlessen op scholen. Het gaat dus om de boeken waarvan critici, docenten en onderzoekers lijken te vinden dat ze algemeen bekend zouden moeten zijn – boeken die de tand des tijds hebben doorstaan omdat ze, zo wordt vaak gesuggereerd, van hoge literaire kwaliteit zijn.

Die canon is echter aan verandering onderhevig. Bovendien zit er in de meest gangbare vormen (zoals de literatuurlijsten op scholen) vaak een aantal tekortkomingen. Zo zijn er weinig vrouwelijke auteurs vertegenwoordigd. Is het echt zo dat door vrouwen geschreven boeken minder vaak voldoende literaire kwaliteit hadden dan werken van mannen? Dat lijkt onwaarschijnlijk.

Het is dus zeer de vraag of literatuurlijsten en de canon wel zijn samengesteld op grond van objectieve criteria. Onderzoekers hebben een sterk vermoeden dat dit proces subjectief is, maar duidelijk aangetoond is het nog niet. Van Dalen-Oskam geeft aan dat pas als de onderzoekers veel meer weten over hoe de canon tot stand komt en onder welke invloeden hij door de tijd heen verandert, zij kunnen constateren of het waar is dat literaire kwaliteit alleen achteraf vast te stellen is. Het kan net zo goed andersom zijn, dus dat de canon verandert juist onder invloed van hedendaagse en weer voorbijgaande smaken en literatuuropvattingen: dat lezers en veranderende smaken van het publiek een veel grotere invloed op de canon hebben dan schrijvers en hun talenten.

Vervolgonderzoek

In dit boek gaat het dus om de zoektocht naar de huidige conventies rond literaire kwaliteit, zodat de onderzoekers in een vervolgonderzoek de huidige literatuuropvattingen kunnen vergelijken met die uit het verleden, en zo zichtbaar kunnen maken op welke manieren de canon verandert. Met dat vervolgonderzoek is ook al een begin gemaakt en Van Dalen-Oskam hoopt in een volgend boek daarover te kunnen rapporteren.

Het raadsel opgelost?

Literatuurwetenschappers hebben verschillende opvattingen over wat een tekst literair maakt. Aan de ene kant van het spectrum staan onderzoekers die menen dat kwaliteit in de tekst zelf zit, met taalgebruik dat verrassend en vervreemdend is en aan de andere kant onderzoekers die literaire waardering toeschrijven aan sociologische processen, waarbij de culturele elite – waarschijnlijk onbewust – overeenstemming heeft bereikt over wat ze zouden moeten beschouwen als literatuur – dus over de literaire conventies.

‘Waarom is het ene boek voor de ene lezer erg leesbaar en voor de andere helemaal niet’. Het antwoord van Karina van Dalen-Oskam is, dat het verschil zit in de lezers. Niet elke lezer is op zoek naar dezelfde leeservaring. Vrijwel alle lezers willen worden meegesleept door een boek. Maar lang niet allemaal willen ook door een boek worden uitgedaagd om op zoek te gaan naar diepere lagen, iets wat juist ‘literaire lezers’ geacht worden te doen. Literair lezen lijkt een extra stap in de ontwikkeling van een lezer te zijn. Literaire lezers beginnen als plezierlezers. Maar plezierlezers hoeven zich niet altijd te ontwikkelen tot literaire lezers.

Het raadsel literaire kwaliteit is dus nog niet opgelost, maar van aard veranderd: hoe komt het dat dergelijke associaties, mogelijk onbewust, een rol spelen in de literaire waardering voor romans? Het voorlopig antwoord is dat we ons die associaties hebben eigen gemaakt door te kijken naar wat anderen eerder hebben gedaan en gedacht. Bewust of onbewust, we kopiëren bestaande conventies en zetten ze op die manier voort. Die conventies hebben mogelijk al een lange geschiedenis, waarin stapsgewijs wel veranderingen teweeggebracht zijn.

Nog werk aan de winkel

Er is volgens Karina van Dalen-Oskam nog veel onderzoek te doen naar hoe dit voortzettings- en veranderingsproces precies in zijn werk gaat en daarvoor moeten we onder ander terug in de tijd. Hoe objectief is bijvoorbeeld de literaire canon, als we deze onderzoeken in de context van het verleden waarin de boeken die ertoe gerekend worden voor het eerst verschenen? En welke invloed hebben onbewuste en bewuste vooroordelen uit het verleden op welke boeken wij nu nog kennen en waarderen uit de afgelopen decennia en eeuwen? Waarom wij nu in deze tijd de ene roman wel en de andere niet als literatuur beschouwen, is gebaseerd op eerdere conventies, en dat die conventies heel nauw samenhangen met onze maatschappij als geheel en de rol die literatuur daarin inneemt.

Toekennen van waarde aan romans

Profijt

Het toekennen van waarde aan romans is een proces vol wederzijdse afhankelijkheden, legt Karina van Dalen-Oskam uit. Uit alle manuscripten die uitgeverijen aangeboden krijgen, selecteren redacteurs die romans waarvan zij verwachten dat zij daar met profijt het label van Literaire roman aan kunnen hechten. Dat profijt kan economisch zijn (geld) of symbolisch (prestige). Die selectie vindt plaats op basis van wat er al is, waardoor redacteurs en uitgevers de bestaande conventies grotendeels bevestigen en daardoor voortzetten. Niet dat elke nieuwe Literaire roman precies hetzelfde moet zijn als de al bestaande – maar een roman kan ook niet te veel afwijken: er zit een limiet aan de mate van vernieuwing. Hoe meer een manuscript afwijkt van wat bekend is, hoe groter het risico voor de uitgeverij. Toch nemen uitgeverijen regelmatig een risico, in de hoop dat er tussen de nieuwe titels een boek zit waarmee ze genoeg verdienen om ook die andere boeken uit te kunnen blijven geven.

Auteurs

Ook auteurs spelen een rol in dit systeem van wederzijdse afhankelijkheden. Zij zien wat er al op de markt is, en hebben bij het schrijven voor ogen in welk deeltje van die markt zij hun romans zichtbaar zouden willen maken en hoe zij zich als auteurs willen positioneren. Dat stuurt de keuzes die ze maken. Zij willen ten slotte gelezen worden, anders zouden zij hun manuscripten niet indienen bij uitgeverijen in de hoop dat ze gepubliceerd worden als een ‘echt boek’.

Auteurs weten instinctief welke onderwerpen passend zijn voor een Literaire roman, welke ze beter kunnen vermijden en welke schrijfstijl daar het beste bij past. En het lijkt erop dat mannelijke auteurs wat stijl- en onderwerpkeuze betreft meer keuzevrijheid zonder prestigeverlies hebben dan vrouwelijke auteurs. Op die manier zetten gepubliceerde schrijvers de bestaande conventies grotendeels voort. Ook auteurs nemen risico’s en net als voor uitgevers betalen sommige risico’s zich uit in groot literair prestige (en genoeg kopende of lenende lezers en wellicht prijzengeld om een acceptabel inkomen te garanderen) terwijl andere niet het gewenste effect en de gehoopte aandacht brengen.

Lezer

Elke schrijver begon ooit als lezer. Ook lezers maken deel uit van het systeem van wederzijdse afhankelijkheden. Zij krijgen als kind boeken te lezen die volwassenen voor hen hebben uitgekozen. Vanuit dat startpunt kiezen veel kinderen hun eigen leesweg, waarbij openbare bibliotheken een essentiële rol spelen. Op de middelbare school krijgen zij een leeslijst voorgelegd, samengesteld door docenten. Die leeslijst weerspiegelt vaak de keuzes die oudere generaties docenten hebben gemaakt en houdt de bestaande conventies over wat literatuur is in stand.

De belangrijkste boodschap die leerlingen lijken te krijgen, is: literatuur moet moeilijk zijn. En de tweede boodschap is dat mannen daar blijkbaar beter in zijn dan vrouwen, omdat er veel en veel meer mannelijke auteurs op de leeslijst staan dan vrouwelijke.

Veel kinderen krijgen tijdens hun schooltijd een hekel aan lezen en stoppen daarmee zodra het kan. Alleen de volhouders lezen door en zij houden zo de bestaande opvattingen in stand. En als volwassenen laten ze zich in hun leeskeuzes sturen door wat andere volhoudende lezers lezen: vrienden, boekrecensenten, boekhandelaren in de winkel en op televisie, literatuuronderzoekers, die net als zij de bestaande ideeën over wat literatuur wel en niet is grotendeels in stand houden. En zo is de kring rond.

Samenvatting

De literaire kwaliteit van een roman wordt het meest gekoppeld aan de moeilijkheidsgraad van een boek. Goede literaire schrijvers zijn intelligente schrijvers en intelligente schrijvers zijn eerder man dan vrouw. Karina van Dalen-Oskam is ervan overtuigd dat uitgevers, auteurs en lezers zich over het algemeen niet bewust zijn van dit proces en van hun rol daarin. En dat maar weinig literaire lezers zich realiseren dat ze door op een boek het stempel Literatuur  te drukken niet het boek beoordelen, maar… de lezer. De lezer die intelligent genoeg is om ingewikkelde teksten te kunnen lezen, begrijpen en te waarderen en daar zelfs over kan praten of misschien zelfs over kan schrijven. De lezer die moeite heeft met lezen, maar de tijd en de mogelijkheden heeft om heel veel te oefenen en zo veel leeservaring op te doen. De lezer die geld uit kan geven aan het kopen van boeken of aan een abonnement op de openbare bibliotheek. De lezer die na een gewone dag van werken en zorgen nog energie over heeft om te lezen. Of die een rustige plek in huis ter beschikking heeft om zich af te zonderen van een omgeving die niet leesvriendelijk is.

Oproep

Karina van Dalen-Oskam doet aan het einde van haar boek een belangrijke oproep. ‘Middelbare scholieren, grijp de kans om moeilijke teksten te leren lezen in de vorm van romans. Docenten, maak de stappen voor leerlingen iets minder groot en laat ze genoeg toegankelijke boeken lezen om ze het plezier in lezen te laten krijgen en houden. Mannen, lees meer vrouwen. Vrouwen, gebruik de omschrijving vrouwenboek niet meer als scheldwoord. Lezers, lees zonder schuldgevoel alle genres en alleen met plichtsbesef als het dit wapperlijstje betreft. Lees wat je leuk vindt. Laat je meeslepen door wat je leest. Probeer regelmatig wat nieuws, wat makkelijker of juist wat moeilijker, iets wat je anders nooit zou lezen. Lees zoals je eet, variatie is gezond. LEES.’

Aanrader

Het raadsel literatuur is een must read boek voor iedereen die met literatuur te maken heeft. Echter is dit boek vooral aan te raden aan literatuurdocenten op de middelbare school, lerareninstituten, de universiteit. Het is bovendien een goed handboek voor het Ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur in Suriname. Het boek geeft een goed beeld bij het uitstippelen van literatuuronderwijs m.b.t. bv. vaststellen van een literaire canon voor Suriname die nog altijd ontbreekt, om maar te zwijgen over een historische canon!  

Karina van Dalen-Oskam. Het raadsel literatuur. Is literaire kwaliteit meetbaar? Amsterdam University Press B.V., Amsterdam 2021. ISBN 978 94 6372 497 5.

Karina van Dalen-Oskam is hoofd van de afdeling Letterkunde aan het Huygens Instituut (KNAW), hoogleraar Computationele literatuurwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam en honorair- hoogleraar aan de University of Wolverhampton. In Het raadsel literatuur presenteert zij een synthese van de resultaten uit het onderzoeksproject The Riddle of Literary Quality, waarin in 2013 Het Nationale Lezersonderzoek werd georganiseerd.


Van de redactie

Elk kalenderjaar gaat de redactie van de Ware Tijd Literair van oudsher op ‘vakantie’. Dat wil zeggen dat Literair in de maand september niet verschijnt. De eerste editie zal verschijnen op 1 oktober 2022. Wij hopen u weer mooie romans, poëzie en leerrijke boeken voor te schotelen. Kortom, alles wat te maken heeft met literatuur. Wij sluiten deze editie af met een passend onderwerp. Wat maakt een boek literair? Hoe meten wij literaire kwaliteit, wie bepaalt die? Welke waarden kennen wij toe aan romans? Het is misschien ‘droge stof’, maar wel interessant om er weet van te hebben. De redactie bedankt u hartelijk voor uw kritische blik en het wekelijks lezen van de Literaire Pagina. Tot oktober 2022!

[dWTL, 26 augustus 2022]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter