blog | werkgroep caraïbische letteren

Het patrouillepad tussen Porto Marie en Cas Abao

door François van der Hoeven

Op 7 december 2017 gingen wij – leden van een ‘werkgroep’ die het eiland exploreren – op zoek naar het patrouillepad tussen Porto Marie en Cas Abao. Vier organisaties hadden een verzoek ingediend om de muur van Siberie voor een tweede keer aan te wijzen tot beschermd monument. Fundashon Parke Nashonal, Fundashon Desaroyo Krakeel, Fundashon Rif en Fundashon Kas di Arte Korsou. 

Lionel Janga van de Fundashon Parke Nashonal is de trekker van het geheel. Hij wil meer aandacht voor tastbare herinneringen in de openbare ruimte die direct kunnen worden toegeschreven aan de tot slaaf gemaakte mensen.

In 1997 zijn van de muur van Siberie twee stukken aangewezen tot beschermd monument. Maar, omdat de Eilandsraad niet binnen de daarvoor vastgestelde termijn een besluit heeft genomen op een bezwaar dat tegen de aanwijzing was ingediend, is de aanwijzing en dus de bescherming vervallen! Na 20 jaar is er helaas niet meer zoveel over van die plantagemuur.

Gerda Gehlen was jarenlang hoofd van het Monumentenbureau van het Eilandgebied Curaçao. Bij de reorganisatie om tot het Land Curaçao te komen werd in 2010 het Monumentenbureau ondanks gedegen protesten opgeheven. De afdeling Ruimtelijke Ordening en Planning (ROP) van het Land Curaçao nam de taak van het Monumentenbureau op zich. Dat ging moeizaam vooral door onderbemanning en het gebrek aan voldoende expertise. Om de nood te ledigen werd Gerda dit jaar voor vier maanden (van september tot en met december) bij ROP betrokken als consultant voor erfgoedaangelegenheden en om mensen in te werken. Eugenique Wilkins werkt bij ROP op de afdeling Planning en Erfgoed en is belast met Erfgoed. Gerda werkt haar momenteel in zodat zij een deel van het werk van het voormalige Monumentenbureau kan uitvoeren.

Gerda vroeg zich af of er geen andere muren zijn die de moeite van het beschermen waard zijn en zo kwamen we op het idee om naar patrouillepaden te gaan kijken. Deze liepen in de koloniale tijd tussen plantagegrenzen vanaf het ‘binnenland’ naar de zee om de autoriteiten de gelegenheid te geven zich snel te verplaatsen zonder eerst toestemming te moeten gaan vragen aan de plantage-eigenaren. Omdat deze patrouillepaden in feite openbare wegen waren konden de bewoners van ons eiland er ook gebruik van maken. De patrouillepaden werden gebruikt om naar zee te gaan om vanaf de kust te gaan vissen. De patrouillepaden sloten aan op een kuststrook van twintig meter breed die ook openbaar is. Formeel is dit nog steeds het geval, maar toeristische projecten en individuele kustbewoners werpen al sinds jaar en dag barrières op waardoor je niet zomaar overal langs de kust kunt lopen.

Vam de patrouillepaden zijn er twee die zowel goed zichtbaar zijn in het landschap en ook op de Werbatakaarten te zien zijn. Het zijn die tussen Ascencion en Patrick aan de noordkust en die tussen Porto Marie en Cas Abao. De laatste heeft over een afstand van 200 meter twee vrij gave stapelmuren waartussen het patrouillepad ilgt.

Die gingen we nu eens beter bekijken. Behalve Gerda Gehlen, Eugenique Wilkins en Lionel Janga gingen Lionel Sambo van de Fundashon Desaroyo Krakeel en archeologe Amy Victorina van het NAAM mee. Als gast van de Werkgroep ging Bram Janse mee. Hij was jarenlang vrijwilliger bij Uniek Curaçao en hielp daar bij het onderhoud van wandelpaden en het ontwikkelen van nieuwe. De Werkgroep werd vertegenwoordigd door Fred Chumaceiro, Eddy Baetens, Carel de Haseth, Anita de Moulin, Wynne Minkes en mijzelf.

Dankzij de medewerking van het management van Porto Marie konden we vroeg door de poort en werd het hek ontgrendeld dat toegang geeft tot de weg naar Playa Hunku. Via een zijweggetje kwamen we al gauw vlak bij het patrouillepad uit. Daar parkeerden we de autos en hoefden nog maar een kort stukje te lopen.

En toen konden we niet verder! Het paadje leidde tot aan een van de muren van het patrouillepad, maar daarna was aan alle kanten het pad en zijn omgeving dichtgegroeid. Een prachtige natuur, vol cactussen en teku’s waar bijna niet doorheen te komen was. Dit is een van de redenen waarom over een afstand van 209 meter de muren van het patrouille pad nog in zo’n goede staat zijn!

Met Bram in mijn kielzog baanden we ons een weg naar zee op het patrouillepad. Door takjes af te knippen konden we toch een pad maken voor alle deelnemers – snoeien noemen we dat. Een aantal meters voor de zee (20 meter?) houden de muren van het patrouillepad op. Een oud geitenhek van ijzerdraag (grote mazen) bepaalde de grens tussen de plantages met op de klip aan zee als sluitstuk een ijzeren buis.

Daarna probeerden we landinwaarts op het patrouillepad te lopen dat op z’n breedst 5 meter is maar vaak smaller tot ongeveer 3 meter. Toen de weg versperd werd door een aaneengesloten tapijt van prachtige teku’s, besloten we maar een heel stuk buitenom te lopen.

Daar wachtte ons een verrassing. Met dynamiet was er naast de grensmuur van het patrouillepad aan de Cas Abao zijde een gat in de ondergrond van kalksteen gesprongen. In de kuil was nog een half boorgat te zien waar de dynamiet in was geplaatst. Na de explosie was het gat leeggemaakt en het materiaal er naast gelegd. Deze “gesprongen” stenen hadden we elders al meer gezien. Het is kalksteen, maar integenstelling tot die natuurlijk verweerd zijn hebben de gesprongen stenen scherpe randen. Daarom viel het me ook op dat een deel van de grensmuur weer opgebouwd was met die scherpe stenen.

Fred vond in de buurt sporen van fosfaat in de kalksteen maar er was kennelijk niet genoeg gevonden om tot winning over te gaan.

Vele plantagehouders lieten eind 19e, begin 20e eeuw onderzoek doen naar het voorkomen van delfstoffen op hun terrein. Fosfaat op en in de kalksteen, ook in de grotten (vleermuizenpoep), mangaan en kopererts in het Knipgesteente. Maar, zoals we nu weten, waren winbare hoeveelheden fosfaat alleen op de Tafelberg bij de Fuikbaai te vinden. Na het winnen van het fosfaat op Klein Curaçao, het winnen van een jaarproduktie aan mangaan bij Jeremie / Lagun en het leegscheppen van vele grotten, viel er op de rest van het eiland niets meer te halen. Ook flinke investeringen op Ascencion en Duivelsklip, beide met proefmijnen en spoorwegdijken, waren niet lonend.

Met emige moeite kwamen we op het punt waar het patrouillepad niet meer intakt was. De muur aan de zijde van Porto Marie was over een 50 meter weggehaald en ogenschijnlijk paralel aan de anderen geplaats, dus drie muren naast elkaar! De muur was weggehaald op de plaats waar Werbata een pad tekent dat van Playa Hunku naar de grens loopt en vervolgens een eindje op het patrouillepad landinwaarts verder gaat. We weten van vorige speurtochten dat het patrouillepad langs de grens doorloopt in ieder geval tot aan de oude grensovergang van de voormalige weg tussen de landhuizen van Porto Marie en Cas Abao. De muren zijn daar voor een groot gedeelte helemaal ingestort.

Het mooie gedeelte is dus aan de zeekant, een 200 meter lang deel dat hopelijk een beschermd monument kan worden. Werbat geeft, bijzonder genoeg, dit deel aan door een dubbele rij van rode bolletjes die volgens de legenda bestaan uit stapelmuren van steen.

Met dank aan het management van Porto Marie voor hun welwillende medewerking.

Foto’s van Carel de Haseth, Fred Chumaceiro, Wynne Minkes en Anita de Moulin.

 

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter