Het Open Boek van Karin Amatmoekrim – Schrijfster
door Chandra van Binnendijk
Wat ligt er momenteel naast uw bed?
Ik lees veel tegelijk. Voor mijn onderzoek naar Anil Ramdas ligt er werk van hem en wat hij zelf gelezen heeft. En ook de nieuwe Kwame Anthony Appiah: The Lies That Bind; Rethinking Identity. Dat las ik al in het Engels, maar nu in het Nederlands om te zien wat er is weggevallen in de vertaling. Het is prachtig. Ik kan het iedereen aanbevelen.
Welk boek neemt u mee naar een onbewoond eiland?
Dat moet dan wel iets zijn waar veel lagen in zitten. De Duivelsverzen van Salman Rushdie is zo een rijk boek. Dat kun je vijfentwintig keer lezen en je ziet steeds iets nieuws.
Met welke schrijver zou u een avondje uit willen?
Het liefst met een knappe schrijver, dan kunnen we nog altijd wat flirten wanneer we zijn uitgepraat over literatuur. Maar dat zijn er niet zoveel… Het moet ook niet iemand zijn die je heel erg bewondert, want dan kom je niet echt tot een gesprek. Ik denk Vladimir Nabokov. Ik vind hem interessant als migrant die zichzelf erg heeft moeten uitvinden. Of misschien Toni Morrison. Nee, toch niet, het zou dan een college worden waarbij zij steeds aan het woord zou zijn.
Wat is uw favoriete leeshouding of –plek?
Lui op de bank in mijn woonkamer, liggend op zachte kussens.
Welk uitgeleend boek moet u nog steeds terugkrijgen?
Ik leen geen boeken meer uit. Want je leent altijd uit wat je zelf het beste vindt en vervolgens vergeten ze het terug te geven. Roofstaat; Wat iedere Nederlander moet weten van Ewald Vanvugt is zo een boek dat ik nog steeds terug moet krijgen.
Welk boek hoort eigenlijk niet thuis in uw boekenkast?
Een kleine geschiedenis van de wereld van Ernst H. Gombrich, dat is een jeugdboek. En verder alle boeken van mijn man, want die leest heel slechte boeken.
Welk boek heeft diepe invloed op uw leven gehad?
De ontdekking van de hemel van Harry Mulisch. Toen ik het las, was ik nog te jong om het te begrijpen. Maar ik voelde dat er meer was dan het verhaal alleen, dat daar nog zoveel werelden achter schuilgingen. Dat wakkerde me aan, ik was vastberaden om het te begrijpen. Het heeft diepe indruk op me gemaakt. Zo wilde ik ook kunnen schrijven.
Wat zou iedereen gelezen moeten hebben?
In Nederland antwoord ik op deze vraag altijd: Wij slaven van Suriname van Anton de Kom. Ik heb net gastcolleges gegeven aan de Universiteit van Leiden. Daar heb ik al mijn studenten geïndoctrineerd en gezegd dat ze het móeten lezen.
Wat was uw lievelingskinderboek?
De Vijf van Enid Blyton. Omdat dat een hele serie was. Dus als je er eentje uit had, was er weer een volgende – ik was een inhalige lezer. Ik dacht: die Engelsen houden net zoveel van eten als Surinamers. Want het viel me op dat er in die boeken hele beschrijvingen voorkwamen van wat ze aten.