blog | werkgroep caraïbische letteren

Het n-woord bij Kees van Kooten en Adriaan van Dis

door Coen Peppelenbos

Ik heb veel geleerd dankzij Ik heb al een boek van Ton Anbeek en Jan Fontijn. […] In Ik heb al een boek komen twee verhalen voor die ik tegenwoordig nooit meer in een klas zou behandelen als ik nog in het voortgezet onderwijs les zou geven.

Adriaan van Dis / foto Aart G. Broek

Aan mijn groep eerstejaars studenten legde ik deze week ook die vraag voor nadat we het verhaal ‘Neger’ van Kees van Kooten hadden gelezen. Het verhaal uit Treitertrends (1969) gaat over een witte man in een café die samen met een groepje vrienden een zwarte man treitert doordat ze om beurten tegen hem aan lopen. De strekking van het verhaal, als je de ironische laag meeneemt is duidelijk: wat een verschrikkelijke man is dit toch die zijn superioriteitsgevoel laat doorgaan als humor. De zwarte man die continu bier over zich heen heeft gekregen wordt kwaad en vertrekt.

“Hij zei het niet, maar je zag het ‘m denken: omdat ik zwart ben hè, omdat ik zwart ben. Ik had het graag een allemaal willen uit willen praten maar daar was ie kennelijk te bescheten voor want hij rekent af en hij gaat druipnat de deur uit.
Weet je dat ik daar verschrikkelijk mee zit? Goed – ze hébben geen gevoel voor humor, dat weten we nou langzamerhand wel en dat mag je die mensen ook nooit kwalijk nemen. Maar naarmate er méér komen, wordt het ook in Holland steeds moeilijker. Want als je gewoon met ze probeert om te gaan, gewoon een geintje met ze maakt, wordt dat onmiddellijk als discriminatie uitgelegd.”

Lees hier de column op Tzum, 18 september 2022.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter