blog | werkgroep caraïbische letteren

Het lot van Hottentot Venus

Eerst wordt haar schedel opgemeten. Daarna volgen haar tepels. De Zuid-Afrikaanse Sarah Baartman ondergaat stilzwijgend een afgrijselijk anatomisch onderzoek, waarbij de dienstdoende wetenschapper rept van een treffende gelijkenis met de orang-oetan, de mensaap.

We zijn in de Franse 19de eeuw. De meest barbaarse handeling moet dan nog komen, als na het overlijden van de Zuid-Afrikaanse vrouw, in 1815, haar hersenen en genitaliën op sterk water worden gezet, en tentoongesteld in het Musée de l’Homme in Parijs. In dezelfde zaal werd haar skelet opgehangen, en pronkte tot 1976 een gipsen replica van haar lichaam. Het levensverhaal van Sarah Baartman, die onder meer opdook in schrijfsels van Baudelaire, is verfilmd door de Frans-Tunesische regisseur Abdellatif Kechiche, die ooit begon als acteur in films van onder anderen André Téchiné, en die in tien jaar tijd een prachtig klein oeuvre opbouwde met zijn bekroonde speelfilms La Faute à Voltaire, l’Esquive en het familiedrama La Graine et le Mulet.   Kechiche’s vierde speelfilm Black Venus is in meerdere opzichten een unicum te noemen. Het is bij mijn weten de eerste keer dat een regisseur van Arabische origine, afkomstig uit Noord-Afrika, de moeite neemt om de woestijn over te steken, en naar Zuid-Afrika te kijken, naar een vrouw die door een Hollandse kolonist naar Europa werd gelokt met de belofte van een betere toekomst. In plaats daarvan werd ze onder de ’artiestennaam’ Hottentot Venus gedwongen de rol van de getemde wilde te spelen op Londense kermissen en in Parijse salons. Ze eindigde in het bordeel en bezweek waarschijnlijk aan een combinatie van longontsteking en geslachtsziekte. Via Baartmans verhaal confronteert Kechiche ons met westers racisme, discriminatie en exploitatie, en laat hij ons nadenken over de verhoudingen toen en nu. Tegelijkertijd waakt hij ervoor om van haar lijdensverhaal een tearjerker te maken. David Lynch speelde met zijn meesterlijke drama The Elephant Man – het verwante verhaal van de als freak tentoongestelde, zwaar misvormde 19de-eeuwer John Merrick – dertig jaar geleden veel directer in op het gemoed.   Kechiche maakte van Black Venus een film die zich continu bewust lijkt van zijn eigen theatraliteit, en die in Brechtiaanse zin niet de emotie maar de ratio aanspreekt. Het is ook de geschiedenis van een lichaam en zijn mutilatie. Bijna twee eeuwen duurde het voordat het rust vond en de overblijfselen van Sarah Baartman in Zuid-Afrika werden begraven. We hebben het over 2002; dat is ontstellend dichtbij.  

[Uit Trouw, 6 januari 2011]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter