blog | werkgroep caraïbische letteren

Het liefdesepos van Sanne en haar eigen neger

door Sergio Bunsee

Het leek een sprookje. Onwerkelijk. Sanne, wit als een pier en net stagiaire af. Kenrich een stoere, zwarte rasta, met een gouden tand. Ze ontmoetten elkaar in een discotheek. Bij Kenni sloeg de vonk gelijk over. Bij Sanne niet. Zij viel aanvankelijk niet op negers. Ze vond hem alleen schattig. Ze keerde huiswaarts en verbrak het contact. Back in Surinam, troffen Sanne en Kelrich elkaar toevalligerwijs weer. Sanne herkende hem in eerste instantie niet.

Volgens haar leken alle negers op elkaar. “Het was helemaal niet mijn bedoeling verliefd te worden op een rastaneger, met gouden tand.” Voor Sanne was dit haar eerste neger, zo liet zij weten. Na een jaar keerde ze weer terug. Heimwee bracht haar weer naar ‘haar’ Suriname en grote gemis van haar neger Kenni, terwijl haar vader ongeneeslijk ziek was.

Ze zou hem wel vreselijk missen. Pa begreep haar niet zo, die vond eigenlijk dat ze thuis moest blijven, maar gunde haar de vrijheid. Ze woonden in bij Kenrich zijn familie. Kenrich was gouddelver in de binnenlanden. Sanne was geen echte witte. Diep van binnen schuilde een negerin in haar. Ze vertelde het leuk te vinden om met andere mensen in een huis te wonen.

Volgens Sanne was Kenni geen gewone neger. Hij was netjes, ruimde op en communiceerde met haar, net zoals een normaal mens eigenlijk doet. Door de weeks zat Kenni in de binnenlanden. “Ik weet wat ze zeggen over goudjongens en Braziliaanse hoeren enzo. Maar mijn Kenni is niet zo.” Het maakte haar juist rustig, te weten waar hij werkte.

Sanne integreerde, ze begon te hosselen. Ze zette een Surinaamse sushi business op en begon moeite te doen om Nederlands met een Surinaams accent te praten. Toch gingen ze regelmatig op visite bij een ander witte ex-stagiaire-rastaneger-stel, ook afkomstig uit Klaaskreek. Sanne sprak met haar over het aanleren van het vreemd taaltje Surinaams, terwijl Kenni en zijn vriend een Djogo opentrokken en stierlijk verveeld keken naar hun blanke aanwinsten.

Kenni liet met een glimlach op zijn diepzwarte gezicht weten dat zijn Surinaams een beetje Afrikaans was. Zijn gowtu tifi schitterde op dat moment in beeld. Kenni en Sanne zagen de toekomst Surinaams zonnig in. Met haar laatste woorden, “ik heb nog steeds kriebels in mijn buik, die rasta’s en die lach met gouden tand” sloot ze het programma, Grenzeloos Verliefd, af.

Ik was ontsteld toen ik een klein jaar geleden dit programma bekeek. Verbaasd over haar naïviteit, geschokt van het egoïsme, die ze bewees toen ze haar terminale vader achter liet. En woedend hoe ze als blanke het woord neger gebruikte, alsof Kenni haar eigen negerslaaf was. Ik voorspelde Sanne haar toekomst en wenste haar alle vooroordelen van alle negers op aarde toe, terwijl men mij attendeerde op het feit dat echte liefde, echt grenzeloos kan zijn.

Gelukkig voor mij liep het Surinaams liefdesepos toch anders af. Kenrich mishandelde haar en stuurde een vriend naar Sanne om zich over haar te ontfermen en terug te sturen met bijna negen kilo cocaïne. Het sprookje tussen de ex stagiaire en de rasta neger eindigde in een Surinaamse gevangenis, waar Sanne vier maanden de tijd kreeg om de sranang tongo en alle andere dialecten en talen die bestaan in Suriname onder de knie te krijgen en in te zien dat met meerdere mensen in een huis te wonen, niet plezierig is. Maar vooral om te leren begrijpen dat het gebruik van het woord neger, zeker als blanke, not done is.

[van nospang.com, vrijdag 24 mei 2013]

1 comment to “Het liefdesepos van Sanne en haar eigen neger”

  • Helemaal gek. Helemaal gestoord. Wel mooi hoe je het sprookje rustig beeindingde. DaCht toen ik begon te lezen op de verkeerde site was beland. Blood thirsting babylon bitches I what they are!

    Jah bless

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter