blog | werkgroep caraïbische letteren

Het immigratiemonument: Baba en Mai of Mai en Baba

door Roy Khemradj

In de opmaat naar viering en herdenking vandaag van 145 jaar Hindostaanse immigratie kom ik in de berichtgeving overal de tekst ‘Baba en Mai’ tegen – we hebben het dan over het monument vlak naast het kabinet van de president aan de Kleine Waterstraat waar vandaag ook kransleggingen plaatsvinden. Als je echter voor het monument staat dan treedt eerst Mai je tegemoet en dan ietsjes naar achter, Baba. In de ondertekst bij een foto in een publicatie worden personen van links naar rechts geduid. Dus op de granieten plaquette aan het voetstuk van het standbeeld had eerst Mai vermeld moeten staan en dan Baba. Ook had er bij het citaat ‘Waar het mij goed gaat, daar is mijn vaderland’ moeten staan dat dit van Mahatma Gandhi is.

 

Het immigratie monument ‘Baba en Mai’ aan de Kleine Waterstraat, naast het kabinet van de president. (Foto’s: Roy Khemradj)

Nu weet ik dat als je het terrein van het immigratiemonument betreedt aan de rechterkant een informatieposter achter glas is geplaatst met alle relevante informatie over het immigratiemonument. Dat denk ik tenminste, want het staat mij niet meer bij of de bezoeker ook leest dat het beeld in massief aluminium gegoten is, ruim 2500 kilo weegt en dat het citaat van Gandhi is. En is de info inmiddels niet door de zon verbleekt?

Initiatiefnemers
Ik wil vandaag bij viering en herdenking van 145 jaar Hindostaanse immigratie de wordingsgeschiedenis van dit prachtig monument – voor honderd procent een Surinaams product – weer voor de geest te halen, omdat ik een paar jaar geleden het genoegen had met de schepper van het kunstwerk, de beeldende kunstenaar van Hindostaanse afkomst in Suriname, Krishnapersad Khedoe, en met cultuuractivist en toen lid van de Stichting Hindostaanse Immigratie, Benjamin Mitrasingh, in de geschiedenis van Mai en Baba te duiken. Wij zaten met z’n drieën bij het monument te praten terwijl de avondschemering over Paramaribo viel.

 

De granieten plaquette aan het voetstuk van het standbeeld, dat op 4 juni 1993 is onthuld.

Khedoe overleed vorig jaar op 76-jarige leeftijd. Van Mitrasingh heb ik lang niets meer in de publiciteit vernomen sinds zijn project om in Mariënburg een massagraf van Hindostaanse contractarbeiders op te sporen een stille dood is gestorven; hij hield mij via de mail regelmatig op de hoogte van ‘een stap vooruit en weer zes terug’ bij de projectuitvoering. Op deze dag gedenk ik de altijd zeer bescheiden kunstenaar Khedoe. Lof vandaag ook voor oud Suralco-directeur Henk Ramdin en vooral voor Benjamin Mitrasingh die als projectuitvoerder geheel belangeloos, met veel geduld en veel ergernis, Mai en Baba het artistieke werk van Khedoe heeft gerealiseerd. Het idee voor een immigratiemonument kwam in de aanloop naar 120 jaar Hindostaanse immigratie van Lando Ramdin, die toen voorzitter was van de gelijknamige stichting, vertelde Mitrasingh.

Hij ging met de collectebus rond bij potentiële sponsors – Mitrasingh kan praten als Brugman – en vond Henk Ramdin van de Suralco bereid om te Paranam het beeld in aluminium te gieten. Boeiend vertelde Mitrasingh over het grote enthousiasme van de Suralco-medewerkers om het beeld te maken – het was voor het eerst dat dit gebeurde in de potroom van de Suralco te Paranam. Toen alles was voorbereid om te gieten, sprongen de mallen en het team kon van vooraf aan weer beginnen. Pech met het gieten en andere (financiële) tegenslagen waren de oorzaak van de late oplevering van het standbeeld. En Mitrasingh kennende, dan gaat die 120e viering aan zijn neus voorbij, maar als iets niet aan zijn kritische (artistieke) maatstaven voldoet, dan tekent hij er niet voor.

De realisatie van het monument is een verhaal dat onvoldoende is vastgelegd. Mitrasingh en zeker ook de voormalige Suralco-directeur Henk Ramdin zijn de getuigen van de titanenstrijd op Paranam om het standbeeld te realiseren. Maar ook de verhalen zelf van de werknemers die aan het beeld gewerkt hebben, zijn de moeite waard te documenteren. In een artikel van Mitrasingh op Starnieuws las ik dat de makers van het monument in 1998 een boekje hebben uitgegeven. Kan zijn dat wat er op Paranam allemaal gebeurde hopelijk hierin beeldend beschreven is zoals alleen Mitrasingh dat kan. Zo ja, dan moet het ook een uitgave zijn geweest van de stichting Cultuureducatie waarvan Mitrasingh de motor is.

Beeldende kunstenaar Krishnapersad Khedoe (nu wijlen) samen met cultuuractivist Benjamin Mitrasingh.

 

Naamgeving
Mai links van Baba in het ontwerp van Khedoe moest volgens Mitrasingh uitbeelden dat de vrouw van wezenlijk belang is geweest in de worteling van de Brits-Indische immigranten in het nieuwe land Suriname tijdens en na de contractperiode. Ook de vrouwen werkten hard op het land; ze zorgden voor het huishouden en dachten ook aan de dag van morgen. Wie kent niet de verhalen over het geheim spaarpotje van mai dat tevoorschijn kwam als de nood daar was. Dus was het natuurlijker om als naam ‘Mai en Baba’ te graveren, om de kracht van de vrouw te benadrukken tijdens de immigratieperiode. Maar het toenmalige bestuur van de Stichting Hindostaanse Immigratie koos echter voor ‘Baba en Mai’ als naam naar een voorstel van Motilal Marhé, een van de boegbeelden van de Sarnámibeweging.

Marhé toch maar even gebeld om na bijkans 25 jaar het geheugen op te frissen. Wat was zijn rechtvaardiging van de naam ‘Baba en Mai’. “De Hindostaanse kinderen die van boiti naar de stad kwamen om naar school te gaan werden altijd geplaagd met opmerkingen als ‘eh baboen, sa je kon du dya’ en de meisjes hoorden vaak ‘mai go prani alesi’. Die woorden ‘baboen’ en ‘mai’ zijn me altijd bijgebleven, want ze verbeelden discriminatie, minachting en uitsluiting, mede omdat wij de Nederlandse taal niet zo machtig waren. In de jaren zeventig heb ik er Baba en Mai van gemaakt, als statement vanuit de Sarnámibeweging om te benadrukken dat we te weinig trots zijn op ons Hindostaans zijn”, aldus Motilal Marhé.

In zijn optiek is het immigratiemonument dan ook een verzetsmonument. Aan de andere kant is de uitdrukking ‘Baba en Mai’ sinds het monument werd onthuld, geworteld in de Surinaamse samenleving als synoniem voor de dag van de Hindostaanse immigratie. Net zoals 1 juli, de dag van de afschaffing van de slavernij beter bekend is als ‘Keti Koti’. Ik leef ermee dat de naam ‘Mai en Baba’ op het monument een kwestie van smaak is, net zoals er ook na de onthulling vele commentaren verschenen op de artistieke vrijheid in de creatie van Krishnapersad Khedoe.

roy.khemradj@gmail.com

[van Starnieuws, 5 juni 2018]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter