Het enige wat ik wil
‘The Dinner Party’ is een iconisch kunstwerk, maar niet erg inclusief. Patricia Kaersenhout maakte een eigen versie. „We moeten andere vragen stellen.”
door Sandra Smallenburg
Het is misschien wel het beroemdste kunstwerk uit de feministische kunstgeschiedenis, de installatie The Dinner Party (1979) van de Amerikaanse Judy Chicago, die permanent staat opgesteld in het Brooklyn Museum in New York. De driehoekige tafel is gedekt met 39 porseleinen borden, speciaal gemaakt voor historische en mythische vrouwen als Sappho, Hatshepsut, Virginia Woolf en Georgia O’Keeffe. Het kunstwerk is een indrukwekkende ode aan vrouwelijke helden die een belangrijke rol hebben gespeeld in de geschiedenis, maar nooit zo beroemd zijn geworden als hun mannelijke collega’s.

[…] „Ik hoop dat de Nederlandse canon ten aanzien van geschiedenis verandert. Dat die vollediger wordt en inclusiever. Er wordt nog steeds het meest over witte mannen geschreven, ze staan nog steeds op sokkels en zitten op paarden. Ook hoop ik dat het werk aanzet tot discussie. Niet een dialoog waarin we de consensus zoeken, maar een dialoog waarin we niet bang zijn voor het ongemak. Omdat juist het ongemak maakt dat we verder kunnen komen. Zwarte feministen in de jaren tachtig zeiden: zonder wrijving geen glans. Het moet schuren. We moeten over ras praten en we moeten over ongelijkheid praten. We moeten begrijpen waarom vluchtelingen naar Europa komen, omdat Europa daar mede verantwoordelijk voor is. Wij leven hier in behoorlijke luxe, maar daar moeten heel veel mensen voor lijden. En daar moeten we ons bewust van zijn.”
Lees het interview in NRC, 9 oktober 2019; lees ook Roos van der Lint, ‘Een tafel voor de ongenode gast’ in de Groene Amsterdammer, nr. 41, 9 oktober 2019.
