Het echtpaar Muller-Douglas
door Nico Eigenhuis
Rond het jaar 1900 was het echtpaar Muller-Douglas van grote invloed op de gang van zaken in Suriname. Het was een bijzonder stel, dat relaties onderhield met verschillende gouverneurs, waarbij hij zich inzette voor de economische ontwikkeling van het land en zij zich inzette voor de positie van de vrouw en zich ontfermde over de zorg voor hulpbehoevenden.
In 1879 traden Julius Eduard Muller (1846-1902) en Margaret Ann Douglas (1854-1923) in het huwelijk. Hij had zich ontwikkeld als zakenman, zij was een van de drie kinderen die planter James Douglas kreeg met zijn huisbediende. Ze was in 1855 gemanumitteerd, waarbij haar naam werd gewijzigd van Margueritte naar Margaret Ann Donglas (later Douglas). Margaret Ann was met haar gouvernante Eliza Underwood naar Engeland afgereisd waar ze haar opleiding had genoten.
Muller zou zich inzetten voor de economische ontwikkeling van Suriname. Ten tijde van de komst van de eerste contractanten maakte hij foto’s waarmee hij Suriname positief in beeld bracht ten einde investeerders en kolonisten naar Suriname te trekken. Hij bewees hiermee het hoofd immigratie, Johan Cateau van Rosevelt, een grote dienst. Zelf had hij grote belangen in de goudwinning. Na de vondst van een aantal grote “papites’ kwam hij met het idee om de Lawa-spoorlijn aan te leggen.
In 1881 kwam het tot een ernstig conflict tussen Muller en gouverneur Van Sypesteyn als de laatste probeert de begrenzing van het goudplacer De Jong – waarin Muller belangen heeft – in te perken. Muller nam direct ontslag uit de overheidsdienst en reisde af naar Nederland waar hij aannemelijk wist te maken dat van Sypesteyn zich niet alleen bemoeide met de landuitgiftes, maar dat daarbij hem vooral ook zijn eigen gewin voor ogen stond. De kamer oordeelde dat Van Sypesteyn door zichzelf in de goudbranche te storten ongeoorloofd had gehandeld en de kwestie leidde uiteindelijk tot het aftreden van de gouverneur
Muller bracht in Den Haag zijn idee om voor de goudwinning een spoorlijn aan te leggen met zoveel overtuiging dat “Den Haag” overstag ging. Toen Cornels Lely in beeld kwam als gouverneur stelde hij dan ook als eis dat hij de peperdure spoorlijn mocht aanleggen in een periode van 3 jaar. Muller zou het gereed komen van de goudlijn niet meemaken. Hij overleed in 1902 Tijdens zijn leven was hij lid van de Koloniale Staten en officier in de Orde van Oranje Nassau.
Zijn vrouw Margaret Ann was sinds 1892 lid van de Vereeniging Liefdewerk. Hiernaast behoorde ze tot de toezichthouders op ’s Landsgrond Boniface. Ze nam hierna nog meer bestuurstaken op zich. Zo behoorde ze tot de toezichthouders op leprozerie Groot Châtillon en was jarenlang lid van de Voogdijraad.
Van 1911 tot 1916 werd Van Asbeck gouverneur in Suriname. Zijn vrouw Anna werd er zeer actief in de liefdadigheid. Zo richtte ze de Vereeniging Huisarbeid op waarvan Margaret Ann Muller-Douglas de directrice werd. Door deze vereniging werd de Afdeling Suriname van de tentoonstelling de Vrouw 1813-1913 voorbereid, met o.a. aandacht voor keukenwerk en inlandse kunstnijverheid.Tot slot was ze vanaf de oprichting van 1912 tot aan haar overlijden directrice van de Vereeniging Huisarbeid.
Margaret Ann Muller-Douglas, die in slavernij werd geboren, was de eerste vrouw die in Suriname in de besturen van instellingen werd opgenomen. Haar baanbrekende werk voor de positie van de vrouw en voor de hulpbehoevenden in Suriname is nog bij weinigen bekend.