blog | werkgroep caraïbische letteren

Het dilemma van de tolerantie (8)

door Willem van Lit

Met bloed, zweet en hectoliters tranen
Er zijn mensen die Schippers wat verdwaasd aankijken als zij zegt wat zij wil zeggen. Zij mag niet zeggen dat onze cultuur beter is dan de hunne, die onder het regime van de islam. Zij staat dan onder verdacht van racisme en discriminatie. Oef, voorzichtig. Het register van beschaming wordt dan weer opengetrokken als je niet goed uitkijkt. Angst en onderbuikgevoelens. Oef, fascisme. Terwijl je het opneemt voor de open samenleving.

 

kathedraal

De rk kathedraal van Paramaribo in de steigers

 

De onderbuikgevoelens en angsten van mensen die zich moslim noemen – zij verlangen terug naar de beslotenheid – kunnen of willen de optimisten van de multiculturele idee niet zien, deze hang naar beslotenheid die net zo gevaarlijk is als de hang naar fascisme. Laat ik het dan anders zeggen: het terug willen naar de sacrosancte beslotenheid van de cultuur onder een stelsel van een reactionaire religie, is een illusie, een waan die enorme gevaren van geweld in zich bergt. Men koestert de beschaming in het slachtofferschap met ridicule verwijzing naar racisme en discriminatie. Men bewerkt en kweekt dat op basis van wederbeschaming aan allen die de vrijheid, de voordelen van gelijkwaardigheid én de echte broederschap als vanzelfsprekend zien in een open samenleving. Ik hoef die andere cultuur daarom niet eens minderwaardig te vinden, wel illusoir en geantidateerd. Onze cultuur is in hun ogen verdorven om redenen die ik eerder heb uitgelegd. Men blijft ons ook hardnekkig christenen noemen terwijl we dat in overgrote meerderheid al lang niet meer zijn. Het is bijna een belediging. Waarom? Omdat de overgrote meerderheid in onze samenleving zich vrij gevochten acht van de mechanismen van de middeleeuwse ‘christelijke’ standenmaatschappij. Al eeuwen geleden. Dat is bevochten. Met bloed, zweet en hectoliters tranen. De meesten van ons zijn dat ook alweer vergeten omdat deze vrijheid zo vanzelfsprekend is geworden. Men kan zich niets meer voorstellen bij de inquisitie. Maar mensen die zich moslim noemen, snappen dat zeker niet. Juist daarom moet onze democratie worden beschermd, zoals ook Schippers zegt. En wij zijn sterker.
Er wringt nog meer. De onthechting of internalisering zoals Taylor dat noemt, heeft nog andere consequenties gehad. De ontdekking van de allereigenste identiteit waarvoor de morele bron in onszelf berust, heeft een serie van verspringende inzichten tot gevolg gehad. Ik noem er een aantal, zoals het inzicht van het bestaan van de eigen vrije wil, het zelf verantwoordelijk zijn voor je gedachten en handelingen en de moed om zelf beslissingen te nemen in een individueel autonoom bestaan. Voorts kregen we de betekenis van edelmoedigheid te zien en wederzijdse verantwoordelijkheid in sociale betrekkingen. En dan nog het volgende: de werking van mede-menselijkheid met nadruk op mede in plaats van eenzijdige barmhartigheid, minder charitas, meer gelijkwaardige behandeling. Tenslotte noem ik nog de gelijkheid voor de wet (we hebben dat geïnstalleerd in onze structuren). Het zijn allemaal elementen, die de dynamiek vormen voor het functioneren van de open samenleving.

Het goede leven

Het goede leven (1)

Het goede leven
De onthechte geest leerde nog wat anders, een ontdekking en verovering die men niet meer wil en kan prijsgeven en dat is het idee van het goede leven, dat gebaseerd is op de wil tot zelfredzaamheid. Het gaat om de verovering van de eigenwaarde. Een dergelijke ontdekking kan alleen maar als we een idee hebben van vrijheid en gelijkwaardigheid. Als dat ontbreekt of men in niet in staat het te ervaren, dan kan men ook geen idee hebben over een goed leven. Je moet boven jezelf kunnen uitstijgen en daar een voorstelling van kunnen maken hoe het is om van het gewone dagelijkse leven los te kunnen komen. We moeten een voorstelling hebben van een toekomst waar bepaalde idealen werkelijkheid kunnen worden. In besloten samenlevingen hebben mensen ook een (opgelegd) idee van het goede leven. Dat wordt bestuurd door de opdracht het bestaande te behouden. “Het hogere leven is een leven waarin de rede – zuiverheid, orde, beperking, het onveranderlijke – de leiding heeft over de begeerten met hun neiging tot buitensporigheid, onverzadigbaarheid, grilligheid en conflicten”. Er heeft in onze situatie een herwaardering plaatsgevonden, zoals ook Taylor zegt (Taylor, pag. 60). Het idee van het goede leven in de gesloten samenleving is die van de opdracht tot behoud van bestaande waarden. Dat is het leven van de kloosterordes: armoede, matigheid, nederigheid, onthouding en kuisheid. Je moet er naar streven jezelf weg te cijferen. Je bent in dienst van de gemeenschap. Het is de beste garantie dat er niets verandert en dat is juist het ideaal in de gesloten samenleving. Veranderingen leiden tot ijdelheid en verdorvenheid. Het zit nog voor een deel in onze geesten als we zeggen dat je maar gewoon moet doen; dan doe je al gek genoeg.
Hier ontstaat de verwarring over het idee van wat een goed leven is tussen onze opvatting en dat van mensen die zich (vrome) moslims plegen te noemen. Mensen die vanuit uit landen met een sterk collectivistisch karakter naar ons toe varen in de hoop het vege lijf te redden en de armoede te ontlopen in hun omgeving, hebben een ander concept over het goede leven dan wij hebben.

Het goede leven2

Het goede leven (2)

Het goede leven is het nastreven van levenskunst dat “ met behulp van de praktische rede, ruimte maakt voor persoonlijke voortreffelijkheden waarbij morele claims worden erkend”. Joep Dohmen laat in Tegen de onverschilligheid John Kekes aan het woord. In deze zin staan twee essenties waar wij ons idee over een goed leven aan ontlenen: ‘persoonlijke voortreffelijkheden’ en ‘morele claims’. Hierbij verbinden we het persoonlijke met het ethische. Het ethische deel van ons handelen is ontleend aan onder andere Immanuel Kant, het idee dat je moreel handelt en dat dit een plicht is, het zogeheten categorische imperatief. Het esthetische deel, de persoonlijke voortreffelijkheden is onder andere afkomstig van Nietzsche. Hij ziet het uiteindelijke doel van menselijk handelen weggelegd in het ontwikkelen van een geheel eigen stijl van leven (het esthetisch handelen). Het goede leven manifesteert zich op drie niveaus: het individuele, het sociale en het universele niveau. Dit werk ik hieronder uit.

Het goede leven op individueel niveau
Op dit niveau streeft iedereen ernaar door minimale inmenging van buiten (eigen vrijheid) en maximale bescherming van de condities zo veel mogelijk het eigen streven te realiserven. Die toepassing verschilt van persoon tot persoon (Dohmen, pag. 239). Hierbij wil men een zo groot mogelijke persoonlijke authenticiteit laten zien met maximale autonomie. Men wil zelf kunnen beschikken, zelfredzaam zijn, zelf het beheer hebben over het eigen leven met zelfbehoud en een zo groot mogelijke zorg voor zichzelf en vitaal zelfgenot ontwikkelen (Dohmen, pag. 147/148). Dit betekent dat je je moet instellen op veranderingen en dat je moet beschikken over een flexibele identiteit. Je moet veranderbaar zijn. “ Goed leven veronderstelt dat je op zoek gaat naar die normatieve oriëntatie van waaruit je ten diepst wil leven. Het moderne antwoord op de vraag naar het goede leven moet altijd een persoonlijk antwoord zijn”. (Dohmen, pag. 282)

 

Het vergt persoonlijke moed; zelfontplooiing vereist karaktervorming en er is de noodzaak tot constante oefening, een leven lang leren: op geestelijk gebied (lezen, schrijven, gesprekken voeren, luisteren, enz.), op praktisch gebied in vaardigheden als wonen en werken, maar ook bij conflictbeheersing, samenwerking en omgaan met gezag en normen. Het heeft te maken met constante en concrete oriëntatie en handelen met de concrete vrijheidspraktijk, “waarin iemand op allerlei gebieden zijn eigen verhouding tot de wetten, codes en regels onderzoekt en bepaalt. In zo’ n vrijheidspraktijk onderzoek je welk deel van jezelf je wilt bewerken, hoe je dat wilt doen, en wat voor leven je uiteindelijk wilt leiden”. Dit laatste wil vooral zeggen dat je zelf actief op basis van de eigen vrije wil je eigen weg moet bepalen en niet lijdzaam of nederig afwachten en de gebeurtenissen ondergaan. Kritisch persoonlijk handelen, oordelen en denken zijn essentieel. Dit laatste is een belangrijke constatering en het is de basis voor de kritisch rationele houding bij het functioneren in een open samenleving.

 

[vervolgd, deel 9, klik hier]

1 Trackback/Ping

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter