Het bouwen van een brug – Leren van geschiedenis 132
door Hilde Neus
De discussie over de brug over de Corantijnrivier, tussen Guyana en Suriname, wordt momenteel in alle hevigheid gevoerd. Moet die er wel komen, of niet? Zal dan niet eerst het conflict over het Tigri-gebied moeten worden opgelost? Heeft Suriname op dit moment wel geld? Of nog beter: wie moet de brug betalen, Guyana of Suriname? Van wie zal de brug dan zijn, aangezien de officiële grens aan de overkant van de Corantijn ligt en de rivier zelf dus tot het Surinaamse grondgebied behoort. Komen er openbare aanbestedingen, en geschiedt toewijzing dan op transparante wijze?
Dergelijke conflicten speelden vroeger ook, maar dan ging het niet zozeer tussen twee landen, als wel tussen de Sociëteit van Suriname in Amsterdam en de lokale planters hier. De laatste groep was van mening dat de Sociëteit zaken moest bekostigen. Zoals de bouw van Fort Nieuw Amsterdam, waarvan de noodzaak duidelijk was gebleken na de inval van de Fransen onder leiding van Cassard, in 1712. Het geruzie over de financiën leidde tot een fundamenteel conflict tussen plantage-eigenaren en gouverneur Mauricius, die per slot van rekening de vertegenwoordiger van de Sociëteit was.
Transparantie
Wat opvalt bij de bouw van publieke werken vroeger, is de grote transparantie over financiële handelingen in de archieven. Alles werd tot op de laatste cent opgeschreven en gecontroleerd. Dit wil natuurlijk niet zeggen dat er geen corruptie plaatsvond. Maar dat zal toch met de nauwkeurige verantwoording van de kosten een stuk minder zijn geweest dan nu. Dat alles bij het secretariaat werd genoteerd, wil ook niet zeggen dat elke burger inzage had in die stukken. Maar…. alle transacties werden opgeschreven. De leden van de Hoven, zowel raden van Politie, maar ook Civiele Justitie, konden die in principe dus inzien. Zij discussieerden er dan over en konden besluiten of de openbare voorziening al dan niet werd aangelegd, op kosten van het gouvernement.
De bouw van een brug
Op 7 mei 1735 werd in Paramaribo een akte opgemaakt over de bouw van een brug. Deze berekening was controle geaccordeerd door Abraham Pols, secretaris. De akte betreft een gespecificeerde begroting wat ‘deese voorziene brug sal comen te costen.’ Heel specifiek is genoteerd wat de benodigdheden zijn. Allereerst is er hout. Aan materialen heeft men palen nodig, van diverse dikten en houtsoorten. Daarnaast watergebinten (dit zijn de palen die in het water komen) en bovengebinten. Ook zijn voetriggels nodig om het loopgedeelte te bedekken. Mij is niet duidelijk wat balansbomen zijn.
45 Palen Lang 85 voet Swaar 12 en 12 duym
tot de water gebinten a 12 stuiver de voet
15 slooven lang 17 voet swaar 18 en 12 duijm f153.„—
15 Paalen voor de bovengebinte lang 10½ v=m
swaar 12 en 12d: a v: st verdet f283:10
Bevestigingsmaterialen
Naast hout is er heel wat aan ijzermateriaal nodig om de delen van de brug aan elkaar te bevestigen. Hiervoor staan genoteerd ‘akkelbouten, spijkers, klauwstukken, steekschoren, roose bouten, akkelkrammen en ankernagels’ en vijfduims spijkers.
105 Akkel bouten lang 11 dijm dik een duim a 12 stver het stuk, 631
4000 6 duims spijkers a 39 stver t hond. 78
Voet tot de klaauw stukken dik 8 duijm onder breet 2½ voet en boven 6 duim â 30 stver
Met deuren worden vermoedelijk sluisdeuren bedoeld, verder waren er voetriggels, onderriggels en bovenriggels voor de leuning. Daarnaast een sluitboom, kruisen en pilaren.
Vóór de brug werd een stenen pad aangelegd met ‘casseijen van t klinker’. Wat ‘paalen voor de vleugels van het land of landveste’ zijn, zal een bouwmeester ongetwijfeld kunnen uitleggen. Veel slaven staan geregistreerd als timmerman, of leerden daarvoor. Het was in de 18e eeuw een zeer gewild en gevraagd beroep, omdat er zo veel werd gebouwd, en het meeste was van hout. Ook kanters en zagers werden opgeleid. Opvallend is, dat na manumissie vele mannen deze beroepen uitoefenden, omdat er goed mee te verdienen viel.
De afwerking
Als de brug eenmaal was gebouwd, moest die netjes worden afgewerkt. Daarvoor was teer nodig: ‘Tarre voor de brug en beschoeiing, voor tweemaal te verven van de brug.’ Ook werd het timmerwerk en arbeidsloon in rekening gebracht (945,-) en als laatst de ‘kettinge stoele alse haake aan de valbrug mitsgaders com en tol met de kroon en beugels daar de hamer deuren in comen te drayen.’ Voor onvoorzien werd Extra f1000,- opgebracht. In totaal was de begroting geraamd op f 6116,15,- Ik ben benieuwd wat de brug uiteindelijk heeft gekost als hij inderdaad gebouwd is. En waar dan, want dat staat er helaas niet bij.