Het AlaKondre-symposium
door Kirtie Algoe, Xillan Macrooy en Hilde Neus
Op 22 februari is in de Readytex Art Gallery een AlaKondre-symposium gevierd. Dit concept beheerst het gebied van kunst en cultuur. Alida Neslo verzorgde de inleiding. Het was een strak geregisseerd geheel, met Monique Nou Chaia als heks die het beheer over de bezemsteel, de tijdsaanduiding, voerde. Zij introduceerde ook de acht sprekers, die allen 5 minuten hadden om uitspraken te doen over het thema.
Tussen deze presentaties door was er dan reflectie op hetgeen gezegd was door prof. Jack Menke. Hij gaf tegenpunten en stelde vragen aan de presentatoren, aangegeven was dat hij het perspectief van het publiek vertolkte, maar dat gevoel kreeg ik niet echt. Zijn reacties droegen zijn mening. De intermezzo’s werden voorafgegaan door een presentatie van Chef Patrick Spalburg, die kleine amuses had gemaakt die in een doos werden gepresenteerd. Elke gast kreeg zo’n doos, met een flesje water, bij binnenkomst. De ‘spelers’ op het toneel werden bediend, met hun hapjes. In de zaal was er plaats voor 60 mensen, die zich van tevoren hadden geregistreerd. Maar het geheel was ook thuis via Youtube te volgen.
Het was een bijzondere leerervaring, met zeer gevarieerde interpretaties van het AlaKondre-concept. Aan bod kwamen Kirtie Algoe (universiteitsdocent AdeKUS), Jonathan Tjien Fooh (docent Vrije Universiteit), Erwin ‘Tolin’ Alexander (theatermaker), Sharda Ganga (theater- en opiniemaker), Liesbeti Peroti (muzikante), Charles Chang (auteur), Miguel Keerveld middels
videoverbinding (beeldend kunstenaar) en Xillan Macrooy (zanger). Van velen kan overigens worden gezegd dat zij multidisciplinair zijn.
Op deze Literaire Pagina nemen we twee presentaties op die het tegenovergestelde zijn van elkaar: een vanuit de wetenschap, en een vanuit pure creativiteit. Ze liggen op beide uitersten van het spectrum van wat AlaKondre is, en zijn zeer uiteenlopende interpretaties. En daarom
juist zo interessant als ze tegenover elkaar worden geplaatst. Met dank aan de auteurs Kirtie Algoe en Xillan Macrooy.
[Hilde Neus]
Meer aandacht voor interculturaliteit in domeinen van (wetenschappelijke) kennis en macht
In de geglobaliseerde wereld van vandaag is identiteit nog steeds situatiegebonden, blijft cultuur creatief en adaptief en volhardt interculturaliteit als een verbindende kracht van diverse groepen. In mijn perspectief als onderzoeker, een kracht vergelijkbaar met onze AlaKondre die in de volksmond verwijst naar de harmonieuze verhoudingen tussen culturele groepen. Ik bekijk de betekenis van AlaKondre in het licht van de drie zorgwekkende ontwikkelingen: wereldwijde digitalisering in handen van een kleine elite, toenemende polarisatie wereldwijd en opkomende lokale industrieën die subtiel gedijen op kennisgebrek en onderlinge verdeeldheid.
Harmonieuze interculturele verhoudingen zijn geen vanzelfsprekendheid, noch zijn ze garantie als je ze eenmaal hebt tegen de achtergrond van deze ontwikkelingen. Internationaal wordt de roep om depolarisatie en vrede groter. Hierin zie je ook de toenemende aandacht voor filosofieën uit het Globale Zuiden, zoals de Afrikaanse Ubuntu, de Chinese Quanxi en de Indiase Vasudhaiva Kutumbakam. Waar is onze AlaKondre?
Ik geloof dat Suriname een belangrijke missie moet formuleren namelijk de vele praktische ervaringen van AlaKondre smeden tot een krachtig narratief, ondersteund door sterke wetenschapsbeoefening. Dit is nodig om de toenemende blootstelling aan verdeeldheid en verwarring te verminderen. Hoewel praktische Alakondre-ervaringen alom te vinden zijn, althans tot nu toe, zijn ze niet goed geïntegreerd in domeinen van kennis en macht.
De basis van mijn presentatie vandaag is gelegd door een 60-jarige Indonesische gasttrainer in Pencak Silat, een vechtkunst, onlangs op bezoek in Suriname. Zijn kernboodschap was dat mensen de macht hebben om zichzelf te positioneren en het leven te creëren dat ze zoeken zonder van hun gebreken te walgen. Onze diversiteit kent pijnlijke uitdagingen, vooral als we kijken naar digitale platforms. Toch biedt AlaKondre positieve mogelijkheden, niet alleen in de sport, indien we bereid zijn die te erkennen en versterken.
Er zijn veel Alakondre-voorbeelden. Ik draag als persoon geboren in een Hindostaans gezin en opgevoed als hindoe een Pencak Silat demokostuum uit Indonesië met islamitische elementen naar een niet-sportplatform. De Indonesische trainer instrueerde Surinaamse atleten van verschillende culturele achtergronden in filosofie en technieken zonder te zeggen “Je doet het verkeerd”. Behalve in silat, zie je in de kunst Kit-Ling Tjon Pian Gi, Reinier Asmoredjo, Kurt Nahar en vele anderen die interculturele verhoudingen visueel uitdrukken.
Namita Ajodhia gaf dansvoorstellingen over de hindoegod Shiva, waarbij ze gebruikmaakte van typisch inheemse, Chinese en Javaanse culturele elementen. In de muziek verbinden de Javaanse band XTenzz en zangers als Bryan Bijlhout en Nisha Madaran etniciteiten door middel van liederen. Al deze voorbeelden uit de sport, kunst, dans en muziek laten ons interculturaliteit ervaren en begrijpen, zonder de rijke en afzonderlijke identiteit van groepen te bedreigen.
Wat schuilt er achter de populaire expressie van deze Alakondre en wat is de rol van de wetenschap in het produceren van eigen narratieven? Sommige studies van Neslo en Menke, verschillende kunstenaars en studenten suggereren dat wij, als natie, de ruimte voor het bouwen van eigen verhalen niet voldoende benutten. Een probleem is dat wetenschap geen
beleidsprioriteit is, waarschijnlijk is het dat ook nooit geweest. Een ander probleem is de dominante perceptie op wetenschapsbeoefening van wat wij noemen “meten is weten”; een hardnekkige opvatting dat alleen cijfers een ‘objectief’ beeld geven. Deze issues stremmen de productie en de invloed van Alakondre- narratieven. We zouden ruimte moeten creëren voor “voelen, bewegen, zingen” en op kunst gebaseerde methodologieën. Eigenlijk een plicht na 50 jaar Srefidensi.
[Kirtie Algoe]
Bio
Kirtie Algoe, 40, is een doctoraal onderzoeker en docent aan de Anton de Kom Universiteit van Suriname. Haar publicaties gaan voornamelijk over religieuze diversiteit in het Caribisch gebied, met name de rol van overheden. De laatste tijd is ze steeds meer betrokken bij studies over kwalitatieve methoden, genderkwesties in Suriname en verkiezingen in het Caribisch
gebied. Naast haar academisch werk beoefent ze al meer dan 20 jaar vechtkunsten en is ze een actief bestuurslid van het Surinaams Olympisch Comité, waar ze zowel de Gender- en Sportcommissie als de Atletencommissie leidt. [Foto Kirtie Algoe: Hilde Neus]
Op zoek naar de groene noot
Als het gaat om het concept van AlaKondre en de taak om de groene noot te definiëren alsnonderdeel van die ideologie, heb ik meer vragen dan antwoorden. Daarom ga ik dit heel persoonlijk houden. Dit ben ik, die mezelf aan mezelf uitleg. Kijk, ik ben geboren als een vormveranderaar, maar ik wist niet dat ik een gedaante-verwisselaar was, totdat ik naar de andere kant van de oceaan verhuisde, en mensen me plotseling begonnen te smeken om trucjes te doen.
En elke keer als ze me vroegen om weer te stralen, stak ik een lucifer aan mijn lont en schilderde ik de lucht. En elke keer dat ze smeekten om mijn ingewanden weer te laten morsen, tuitte ik mijn lippen over mijn tanden, opende ik mijn keel en zong ik een klein hymne uit het evangelie van een gedaante-verwisselaar. Eerlijk gezegd vroegen ze deze dingen niet alleen aan mij, ze probeerden me ook te zegenen met een geschenk: een eigen doosje. Ze zeiden dat het normaal was om daarbij een paar botten te breken, dus toen ik mezelf in die kleine ruimte vormde, klaagde ik niet, ik deed gewoon mijn trucje opnieuw.
Op een dag zong ik bij een radiostation een lied, genaamd ‘Dresi Mi’, en vertelde ik over hoe zowel vreugde als pijn van vitaal belang zijn voor onze rouwrituelen. Dat is de schoonheid van de Creoolse cultuur, verklaarde ik, waarop een broeder met dezelfde huidskleur en hetzelfde haar mijn bewering weerlegde. ‘Je bent niet Creools, zei hij, je bent Afrikaans!
Achteraf moest ik even met die tegenwerping zitten, want ik wil nooit de indruk wekken dat ik mijn Afrikaanse afkomst ontken. Maar na wat nadenken, realiseerde ik me dat volgens de AlaKondre- principes, meerdere dingen tegelijk waar kunnen zijn. Ja, ik eer mijn Afrikaanse voorouders, ik draag hun huid en haar met trots. En ik ben trots op wat ze hebben gecreëerd toen ze met geweld naar dit land werden gebracht.
Vanaf het allereerste moment dat mijn Afrikaanse voorouders voet aan wal zetten in Suriname, begonnen ze nieuwe dingen te maken om te overleven. Ze namen de wortels en de restjes en creëerden soul food. Ze namen de klonters die bedoeld waren om hun schoonheid voor de wereld te verbergen en creëerden mode. Ze namen woorden uit verschillende talen, bedachten nieuwe en schiepen een taal die een van de meest poëtische en pittige talen op aarde is. Mijn voorouders deden dit niet allemaal alleen. Er was een Chinese immigrant die hier in 1855 aankwam en verliefd werd op een zwarte vrouw. Samen creëerden ze nieuwe dingen.
Er was een inheemse man, wiens volk al lang voor de komst van de kolonisten door dit land zwierf, en ook hij werd verliefd op een zwarte vrouw. Samen creëerden ze ook nieuwe dingen.
Dus als ik mijn voorouders ga vieren, wil ik ze allemaal vieren. En, nog belangrijker, ik wil vieren wat ze samen gecreëerd hebben, namelijk mij, een gedaante-verwisselaar. Als ik deze veelzijdigheid erken, die begint met mijn lichaam en middels alle verschillende culturen die mijn kindertijd en vroege adolescentie hebben gevormd, kan mijn kunst onmogelijk maar één ding zijn.
In navolging van mijn goede vriend Jonathan Tjien Fooh zou ik de metafoor van water willen gebruiken om zowel AlaKondre als de artistieke uitingen die eruit voortkomen te conceptualiseren. De hoeveelheid water op de planeet verandert nooit, maar de vorm wel. Net als water veranderen mijn identiteit en mijn artistieke praktijk voortdurend, maar ze zijn opgebouwd uit dezelfde moleculen die mijn voorouders hebben gevormd en de dingen die mijn voorouders hebben gecreëerd. Absorberen en transformeren, dat is alles wat we doen in dit land. We omarmen de invloeden van andere culturen en maken ze ons eigen. Ik heb het gevoel dat het mijn plicht is als artiest om die erfenis van innovatie, die geworteld is in het trauma van overleven, te eren door een manier te vinden om te evolueren naar vreugdevolle creatie.
Als het gaat om de groene noot, onze veronderstelde versie van de blauwe noot, vind ik het moeilijk om er een vinger op te leggen, en om eerlijk te zijn, weet ik niet eens of het mogelijk is om het te vangen, omdat de groene noot ook een gedaante-verwisselaar is.
Ook al heb ik geen definitie, het is mogelijk om de groene noot te herkennen. De steeds veranderende aard van alles wat AlaKondre is, weerhoudt ons er niet van om het zintuiglijk te ervaren. Ik geloof dat we kunnen horen, proeven en voelen wanneer iets AlaKondre is, en soms is dat genoeg. Omdat ik geen definitie kan geven, wil ik graag deze laatste gedachte meegeven: de groene noot bestaat ergens tussen het eren van de erfenis en de honger naar nieuwheid, dus: stilte is de dood van AlaKondre.
[Xillan Macrooy]
Bio
Xillan Macrooy is een Surinaams-Nederlandse verhalenverteller in muziek, literatuur en theater. Als een product van diverse werelden, speelt de voortgaande transformatie van zijn identiteit een belangrijke rol in zijn werk. In de komende tijd zal hij als createur nieuwe wegen bewandelen om zijn veelzijdigheid te vieren, met als doel een nieuwe artistieke wereld te bouwen, waarin ruimte is voor zowel de Surinaamse queer erfenis, als vernieuwing.
[De Ware Tijd Literair, 28 februari 2025]