Hermelijn belicht racisme aan beide zijden van de oceaan
door Otti Thomas
Racisme in Nederland ligt ten grondslag aan de dood van een Curaçaose student in de roman Florinda’s tweede keus. Schrijver Jacques Hermelijn wordt echter ook geprezen voor zijn aandacht voor racisme op Curaçao.
“Rassenhaat laat zich makkelijk delen. (…) Racisme is een kankergezwel.” Deze regels uit een gedicht van Jacques Hermelijn, zijn rechtstreeks van toepassing op zijn roman Florinda’s tweede keus. Eind september werd het boek officieel toegevoegd aan de Collectie Antilliana van de Bibliotheek Den Haag tijdens een literaire middag van de Dutch Caribbean Book Club. Sinds 2012 organiseert Magda Lacroes de bijeenkomsten om Caribische literatuur ook in Nederland onder de aandacht te brengen.
Florinda’s tweede keus speelt zich af in Den Haag en op Curaçao en gaat over de Nederlandse studente Florinda, die haar racistische vader verdenkt van betrokkenheid bij de fatale mishandeling van haar geliefde. Ze worstelt met de vraag of ze haar vader moet beschermen of toch haar vermoedens moet delen met de politie en met de familie van Fernando. Het wordt nog moeilijker haar geheim voor zich te houden als ze jaren later een relatie krijgt met een jongere neef van Fernando en de politie bovendien het onderzoek naar de mishandeling heropent.
Het verhaal spreekt tot de verbeelding, bleek nadat fragmenten van het boek werden voorgelezen door journaliste Désirée Martis en enkele scènes werden gespeeld door Darlene Westmaas. “Ik werd steeds bozer en bozer op die vrouw. Zij neemt alle beslissingen. Wat een egoïste is het eigenlijk,” zei één van de aanwezigen over de hoofdpersoon. Twijfel is er of Florinda wel echt houdt van Fernando’s neef. Hermelijn maakt aan die twijfel een einde. “Florinda is eenzaam. Ze klampt zich vast aan een jongen die 15 jaar jonger is dan zij, maar ze zal nooit zoveel van hem houden als van Fernando,” zei hij over het romanpersonage dat hij bedacht.
De aanwezigen plaatsen ook vraagtekens bij de instemmende reactie van de familie op de relatie met die neef. “Ik denk dat de meeste moeders heel anders zouden reageren als hun zoon een relatie begon met een vijftien jaar oudere vrouw,” zei Alwin Toppenberg, één van de vier lezers die speciaal werd uitgenodigd om zijn mening te geven.
Integratie
Over een ding zijn de aanwezigen het allemaal eens. Het thema racisme wordt goed en vooral ook evenwichtig onder de aandacht gebracht door Hermelijn. Voor de schrijver is de keuze voor dit thema vanzelfsprekend. Na zijn tijd als lid van de Curaçaose Eilandsraad, was Hermelijn in Nederland onder meer actief als bestuurslid van het Overlegorgaan Caribische Nederlanders, interim-directeur van het Kabinet van de Gevolmachtigde Minister van de Nederlandse Antillen en plaatsvervangend Gevolmachtigde Minister. “Ik ben 25 jaar lang bezig geweest met het verbeteren van de positie van onze mensen in Nederland. Tegenwoordig ben ik daar niet meer actief bij betrokken, maar ik wil die ervaring niet verloren laten gaan, daarom heb ik besloten om er toch iets mee te doen,” zei hij. De vele kleuren van de liefde, Hermelijns eerste roman uit 2012, had dus hetzelfde thema. “Interculturele verhoudingen zijn de hoeksteen van het integratieproces,” aldus Hermelijn.
De aanwezigen kennen discriminatie allemaal uit eigen ervaring, waarbij de realiteit soms dicht bij het verhaal uit het boek bleek te komen. “De vader van Florinda is net als de opa van mijn ex. Hij is uiteindelijk met een blanke vrouw getrouwd,” zei een van de aanwezigen. Toppenberg herinnerde zich zijn eerste ervaringen in Nederland. Het was voor hem moeilijk om een kamer te vinden omdat hij een neger was. De reden van de weigering kreeg hij met precies die woorden te horen. Om sommige ervaringen kon hij ook wel weer lachen, bijvoorbeeld de opmerking dat men geen jazzpianist zocht, toen hij zich meldde om balletdansers te begeleiden op de piano. Maar Toppenberg herinnert zich vooral ook het racisme in zijn geboorteland. “Ik kreeg van familie te horen dat ik moest trouwen met een blanke vrouw met blauwe ogen en blonde haren,” aldus Toppenberg. Andere lezers sloten zich daar bij aan. “Het zou gemakzuchtig zijn geweest om alleen over spanningen in Nederland te schrijven, maar is het goed dat het juist ook over racisme op de eilanden gaat. Over drecha koló en drecha rasá,” zei Walter Palm, die het boek ook las op verzoek van de Dutch Caribbean Book Club. Palm wees op het wantrouwen jegens blanke Nederlanders, dat de Curaçaose karakters hebben in het boek. De moeder van Fernando denkt bijvoorbeeld dat de dader nooit gepakt zal worden, omdat de dader blank was en haar zoon, het slachtoffer, zwart.
“Er is een zekere mate van zelf-discriminatie. Sommige mensen fungeren als een soort detector voor discriminatie, waarbij ze soms terecht en soms onterecht denken dat ze gediscrimineerd worden,” vulde Karen Russel de Corrales aan.
Florinda’s tweede keus heeft daarmee een belangrijke les voor alle mensen, ongeacht hun afkomst of kleur, was de conclusie in Den Haag: “Eigenlijk zou het boek verplicht moeten worden tijdens de lessen maatschappijleer.”
[uit Amigoe, 18 oktober 2014]