blog | werkgroep caraïbische letteren

Herlezen: Delft blues van Denis Henriquez

Vandaag begint Caraïbisch Uitzicht een nieuwe rubriek: Herlezen. De nieuwe rubriek vraagt aandacht voor boeken die langer geleden zijn verschenen en de moeite van het herlezen waard zijn. Suggesties? Laat het ons weten via ons emailadres.

*****

Verzet tegen ideologieën

door Wim Rutgers

Om twee redenen is de roman van Denis Henriquez van belang. In Delft blues bepaalt de in 1945 op Aruba geboren auteur, die inmiddels al jarenlang docent op een Rotterdams gymnasium is, zijn houding ten opzichte van enkele dominante thema’s in enerzijds de Nederlandse en anderzijds de Caraïbische literatuur.

Delft blues zou je een ‘mei-boek’ kunnen noemen omdat elk van de drie delen in drie opeenvolgende mei-maanden van 1967 tot en met 1969 speek. Het verhaal gaat over een centrale hoofdfiguur, de Arubaanse student Bernardo Rincones, en begint als deze op de dag van de dodenherdenking het joodse meisje Katinka Roos ontmoet. Dat betrekt hem persoonlijk bij een oorlog waarmee hij eigenlijk helemaal niets te maken wil hebben: ‘De oorlog was het privé-domein van Nederland, dat verleden hoorde bij het land net als de klompen en de bollen, het had met zijn eigen leven niets te maken. Het gebied waar hij vandaan kwam was door die oorlog hoogstens licht geschampt. Op school was die oorlog droge leerstof uit een boek, snel geleerd en snel vergeten; de ernst ervan was niet bestand tegen de lichtheid van een jeugd die zich voltrok onder de tropenzon. De joden die hij op zijn eiland kende waren stuk voor stuk geslaagde zakenlieden die in grote huizen woonden; oorlogsleed had hij achter zulke mensen nooit vermoed.’

De Nederlandse Katinka Roos heet eigenlijk Wacjberg. Zij raakt haar verleden niet kwijt, waarmee ze op vijftienjarige leeftijd door haar pleegouders werd geconfronteerd toen die haar de waarheid vertelden dat haar joodse ouders in de oorlog zijn omgekomen. Ze vertrekt na de Zesdaagse Israëlisch-Arabische Oorlog naar een kibboets, kan daar evenmin aarden, keert naar Nederland terug, maar kan het leven niet meer aan. Katinka is het slachtoffer van een verleden dat ze niet van zich kan afschudden.

Ten opzichte van de Caraïbische literatuur verzet Denis Henriquez zich in Delft blues tegen ideologieën die individuen de baas worden. Daarvan wil ik een paar voorbeelden geven uit de vele die voorkomen. Bernardo’s Curaçaose vriend Ito Gums is van een Delfts corpslid in driedelig grijs onder invloed van de geest van de jaren zestig een echte linkse activist geworden die tegen de Vietnam-oorlog protesteert, die tegen Israël is, die zich met de Cubaanse Revolutie identificeert en tenslotte een werkgroep ‘Kambio’ (Verandering) opricht om tegen de koloniale en imperialistische uitbuiting van zijn geboorte-eiland te protesteren: ‘Als ze hier [in Nederland op 4 mei] bezig zijn te weeklagen over hun doden zal ik een minuut stilte houden voor de slaven op Curaçao die gevallen zijn onder het racisme van de Hollanders.’ Zodra hem het nieuws van de Curaçaose opstand op dertig mei 1969 bereikt, vertrekt hij onmiddellijk naar zijn geboorte-eiland.

 

Daar raakt hij echter al spoedig compleet ingekapseld in een streven naar geld en macht. Weg ideologie! Een andere vriend, de op Curaçao geboren Rakish Assang, zoon van een rijke handelaar, die zich meer voor zijn studie wiskunde dan voor politiek interesseert, wordt met heel wat meer sympathie beschreven: ‘Ik ben op Curaçao geboren en opgegroeid, maar daar vinden ze me een vreemdeling; in Nederland hoor ik ook niet thuis. Ik hoor nergens bij, lullig, ik kan me daar niet druk om maken. Je hechten aan een stukje grond vind ik banaal, beter gezegd: ik kan het niet. Mensen als ik zullen hun gezicht zelf moeten bepalen.’ Denis Henriquez verzet zich in Delft blues steeds weer tegen alle eenzijdig gedweep zonder nuchter verstand. De Nederlandse onderwijzeres Janine wordt verliefd op een Ecuadoriaan, raakt zwanger, maar heeft geen schijn van kans op een huwelijk. Vanuit die persoonlijke ervaring slaat ze van bewondering voor alles wat des Derde Werelds is, helemaal door naar een even eenzijdige anti-buitenlanderhouding: ‘Ik wil niks meer met buitenlanders te maken hebben! Jullie buitenlanders zijn geil. Jullie zijn allemaal hetzelfde.’

Tussen de personages die zich op een of andere wijze ideologisch vastzetten, beweegt Bernardo Rincones zich als een individu dat vooral ook graag individu wil blijven: ‘Hij was te veel een eenling om idolen te aanbidden, om bedwelmd te raken door het gregoriaans van welk geloof dan ook.’ Hij gelooft niet in De Mens maar wel in mensen met al hun goede en slechte eigenschappen: ‘Ik heb schijt aan het volk, ik heb schijt aan de massa; de mens is een individu of hij is niks!’ In een discussie zegt vriendin Janine: ‘Je bent gewoon een ongelovige Thomas, dat is alles. Weet je wat er aan jou schort? Je bent van nature een pessimist, je vertrouwt de mensen niet.’ Bernardo antwoordt op die aantijging: ‘Iemand zei eens tegen me: ik ben geen pessimist, ook geen optimist, want beide hebben “mist” gemeen en in een mist kan je de werkelijkheid niet onderscheiden.’

Terwijl Denis Henriquez’ Nederlandstalige debuut Zuidstraat (1992) vol was van melancholieke herinnering aan een voorbije jeugd, is de tweede roman Delft blues een veel harder en kritischer verhaal dat afrekent met de geest van verzet van de jaren zestig in Nederland en met ideologisch gedweep over ‘roots’, verleden en uitbuiting zoals dat in veel Caraïbische literatuur nog steeds in zwang is. Denis Henriquez zweert de ‘held’ – of die nu negatief is of positief – compleet af en stelt daar een nuchter individu tegenover.

Delft blues bevat veel aspecten die in het verhaal uitwaaieren en mooie fragmenten opleveren. Terwijl Zuidstraat nog sterk de kenmerken van een aantal aan elkaar geplakte verhalen vertoonde, toont de auteur zich in zijn tweede boek een echte romancier, die niet alleen de personages goed in de hand heeft, maar ook een uitgebalanceerde compositie weet te construeren. Het verhaal leest bovendien heel plezierig wegens een ongewoon beeldgebruik.

Denis Henriquez: Delft blues, De Bezige Bij, Amsterdam, 1995, 213 p.

[bespreking verschenen in Ons Erfdeel, 1997]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter