Herlezen: “De zomer van Alejandro Bulos” van Denis Henriquez
Alejandro, schuchtere held
Wie tot de weinige Nederlanders behoort die nog nooit een escape-vakantie hebben doorgebracht aan die roomblanke stranden onder een strakblauwe lucht, kan een aardig beeld van de Antillen en Aruba hebben opgebouwd uit de literatuur….

door Aleid Truijens
De kleine eilandjes brachten prachtige Nederlandstalige schrijvers voort als Cola Debrot, Tip Marugg, Frank Martinus Arion en Boeli van Leeuwen. Zij schreven over de verstikte minimaatschappij op een eiland waar iedereen elkaar kent, waar de blanke elite de bestuurlijke en economische macht in handen had, zich verveelde en te veel dronk, en vervreemdde van Europa. Over de nieuwe elite die ontstond toen de slimste jongetjes van het eiland in Nederland gingen studeren en terugkwamen als leraar of ingenieur, vervreemd van hun familieleden die als arbeiders in de raffinaderijen werkten. Literatuur met een geur van weemoed, ontheemdheid en ontbinding.
Opvallend aan de romans van Denis Henriquez, in 1945 geboren op Aruba, is dat die zoete nestgeur ontbreekt. De thematiek is vertrouwd: zich niet meer ‘hier’ thuisvoelen, en niet ‘daar’. Er is calypso-muziek en merengue, de drank vloeit, de vrouwen zijn hitsig en het carnaval dendert; er is een overheersende moeder, een devote priester, een tot bedelarij vervallen hoer met één been, een bijvrouw en een bastaardzoon; de zon brandt en de passaat houdt maar niet op met blazen. Maar degene die dit alles beschrijft is zo nuchter als een Groninger. Voor Zuid-Amerikaans drama mist hij elke aanleg. De zomer van Alejandro Bulos speelt wel voor een deel op Aruba, maar dat lijkt toeval. Al wordt er, achteloos, een mooi portret van getekend.
Nuchterheid en distantie van andermans tragiek was al een kenmerk van Henriquez’ debuut, Zuidstraat. Hoofdpersoon daarin is de puber Alejandro, enig kind van een rijke middenstander en overbezorgde moeder. In een reeks kleine verhaaltjes wordt het leven in een straat van Oranjestad in de jaren vijftig opgeroepen: armoedige immigranten uit alle windrichtingen die met elkaar opgescheept zitten. Alejandro liet de kanslozen op het eiland achter zich, en studeerde werktuigbouwkunde in Amerika. Na zijn terugkeer krijgt hij een goede baan bij een oliemaatschappij, maar hij kan geen baas boven zich velen en begint voor zichzelf.In deze derde roman heeft hij een succesvol dakdekkersbedrijf. Hij is gescheiden, zijn Amerikaanse vrouw ging met zijn zoon terug naar het westen. Zijn leven is leeg, de tropische nachten duren lang en zijn moeder betuttelt hem als was hij een kleuter. Hij besluit een tijdje door Europa te gaan zwerven. Vlak voor zijn vertrek hoort hij dat hij een halfbroer heeft, Timn, door zijn vader verwekt bij de dienstmeid. Hij zoekt hem op in Amsterdam en reist dan door naar Rome, waar hij bij vrienden logeert. Hij ontmoet er Marina, de liefde van zijn leven. Hij reist terug naar Aruba, botst op een station tegen zijn verloren gewaande zoon op, een mislukt student, die wel met pa mee terugwil, om samen op Marina’s komst te wachten. De zwerver Alejandro is terecht.
Dat is het verhaal van één louterende zomer. Het heeft weinig om het lijf, de structuur is rommelig en het loopt zoetsappig goed af. Toch is De zomer van Alejandro Bulos een aangename roman. Dat heeft te maken met Henriquez’ toon, berustend en licht ironisch, zijn soepele, nonchalante stijl die niet opzichtig wil schitteren en vooral met het vermogen om in één scène een personage neer te zetten. Net als Zuidstraat krijgt de roman waarde door een paar kleine, mooie verhalen.Zo is er Timn, de geslaagde immigrant in zijn smaakvolle Amsterdamse appartement. Omwille van zijn carrière en zijn mooie echtgenote verzon hij zich een andere afkomst, rijke ouders die bij een vliegramp verongelukten. Maar zijn halfbroer komt ongewild verklappen dat hij bestaat, en dat zijn moeder, de eenbenige bedelares Mem – die ooit, nog twee vlezige benen rijk, Alejandro inwijdde in de liefde -, dood is.Zijn moeder was een hoer, bekent hij aan zijn vrouw. ‘Zeg me, hoe had ik dat aan die pa van jou kunnen verkopen? Dokter Van Zijl, ziekenhuisdirecteur en voorzitter van ik-weet-niet-wat-allemaal. En je moeder, die Rotary-mevrouw die toch al weinig met buitenlanders ophad? En jij dan? Zou jij dan nog met mij getrouwd zijn?’Het drama lijkt zich te herhalen met Dino, Alejandro’s zoon die door zijn moeder naar Europa werd gestuurd om rechten te studeren. ‘Ze zal mijn plannen haten! En weet je waarom? Omdat voor haar de universiteit het belangrijkste is dat er bestaat. Dat haar zoon, haar bloedeigen zoon, geen academicus wordt! Wat moet ze tegen haar vrienden zeggen, hoe moet ze zo’n afgang verkopen. But ma can go to hell, pa. Ze is een snob!’
Familie is ook een blok aan het been van Marina, de mooie Romeinse, voor wie Alejandro eindelijk uit zijn pantser losbreekt. Ze is een kunsthistorica die maar wat toeristen rondleidt. Ze was de geleerde in een winkeliersfamilie, en een goedgebekte feministe, maar ze woont in het grote familiehuis en verzorgt haar zieke moeder. Marina en Alejandro zijn twee volwassenen met een scheiding achter de rug, die moeizaam hun vrijheid moeten veroveren op hun liefdevol verstikkende ouders. ‘Jouw vader zal mij als een dief beschouwen.’ Maar ze zullen zelf een familie stichten. Omdat dat nu eenmaal de wet van het leven is.
De zomer van Alejandro Bulos is geen meesterwerk. Henriquez laat zijn verhaal te veel zwabberen. Als er een carnavalsfeest is, verwijlen we daar een hoofdstuk, als een Italiaanse familie urenlang heftig discussieert over het geloof, dan zitten we een paar uur aan die keukentafel. Vanzelfsprekend mogen we Alejandro ook volgen in zijn tedere momenten op Marina’s meisjeskamer. En dat allemaal omdat hij, de schuchtere held, dat nu eenmaal in die volgorde meemaakte. Maar gek genoeg kan deze roman wel wat slordigheid en overbodige uitweiding verdragen. Voor Henriquez geldt kennelijk niet de wet ‘schrijven is schrappen’. Tussen de vele rolletjes die hij volschoot, zitten een paar zeer geslaagde foto’s.
[Uit de Volkskrant, 2 april 1999]