blog | werkgroep caraïbische letteren

Herinneringen aan 8/9 december in kunstuitingen

door Hilde Neus

Het is weer 8 december, een jaarlijkse herinnering aan wat er in 1982 in Suriname plaatsvond. En dit jaar bijzonder, omdat het proces tegen de verdachten ten einde loopt. Maar ook een jaarlijkse herinnering aan Els Moor, die de uitingen van onrecht en de bestrijding daarvan in de literatuur zo levendig hield. Schrijven tegen de uitingen van macht is geen simpele opgave. In vele landen zijn het vooral de kunstenaars die zich via hun kunst tegen gewelddadige onderdrukking hebben gekeerd, en dit met hun leven hebben moeten bekopen, of zijn weggevlucht naar veiliger oorden. Dit is iets van alle tijden.

 

Voor Suriname geldt dat vooral vanuit de metropool, de voormalige kolonisator Nederland, de kritiek klinkt. Zo schreef Edgar Cairo in de week na de moorden een hoorspel over de militaire periode, doorspekt met zijn neologismen; nieuw gemaakte woorden in het Surinaams-Nederlands. De smaak van Sranan Libre werd als literair pamflet in 2009 postuum uitgegeven door uitgeverij In de Knipscheer.

 

Scène uit Doelwijts Lan te koop

Ook Thea Doelwijt heeft zich kritisch geuit in toneelstukken als Land te koop (1973) in Suriname opgevoerd vlak voor haar vertrek naar Nederland. Maar ook in Iris (1987) laat zij zich kritisch uit en wordt de persoonlijke keuze van betrokkenen bevraagd. Moet ze kiezen voor een relatie met haar zoon die betrokken was bij ‘80, of wijst ze zijn handelingen af en verbreekt ze het contact met hem.
Astrid Roemer schreef een drieluik dat de complexiteit van de Surinaamse samenleving goed verwoordt: de verwevenheid van families, de gespletenheid door de diverse etniciteit. En het feit dat mensen die weten niet praten, waardoor een hele samenleving schuldig wordt gemaakt aan wat er is gebeurd. De trilogie bestaat uit Gewaagd leven (1996), Lijken op liefde (1997) en Was getekend (1998). In het tweede deel schijnt Roemer een voorziene blik te hebben. Ze voert een tribunaal op, let wel: in 1999, waarin de schuldvraag niet wordt beantwoord. Het proces heeft in werkelijkheid pas tien jaar later plaatsgevonden.

 

Volgens biograaf Michiel van Kempen bemoeide Albert Helman zich in de nadagen van zijn leven weer meer met Suriname, in die zin dat hij zich duidelijk uitliet over de onafhankelijkheid die te vroeg kwam, en de sergeantencoup van 25 februari 1980 die hij fel afkeurde. Hij schreef de tekst van het fotoboek Blijf even staan!/Just a moment! (1987) waarvan de opbrengst ging naar vluchtelingen van de Binnenlandse Oorlog in Oost-Suriname, maar tevens naar de financiering van de Brunswijk-guerrilla’s. Hij medeondertekende in 1993 een pamflet (met o.a. Anil Ramdas en Theo Para) waarin werd gepleit voor een Gemenebestrelatie met Nederland. Volgens Van Kempen waren Helmans politieke keuzen de logische consequentie van zijn fel gevoel voor recht en gerechtigheid, en verzet tegen domheid.

En Cynthia McLeod schreef de roman …die Revolutie niet begrepen… waarin de hoofdpersonage Rita een dagboek bijhoudt waarin ze de gebeurtenissen beschrijft in de aanloop naar de coup en de decembermoorden. Haar zoon is opgeroepen om in het leger te dienen, en dit maakt allerlei gevoelens los. (2005)

Tot nu toe zijn de meningen over de laatste geschiedenisfase (1975 tot heden) van Suriname ernstig verdeeld. Geweld wordt verheerlijkt, dat zien we mondiaal gebeuren. Maar van de andere kant is er genoeg informatie over oorlogen, grote en kleine, en de vreselijke menselijke ellende die zij hebben voortgebracht. Dit is vastgelegd in kunst: literatuur, schilderijen, beelden en in films. Alle informatie is toegankelijk, ook voor de kleine man. Op internet is veel te vinden, de geschiedenis kan niet meer worden weggepoetst in het voordeel van dictators.

Ook symboliek is belangrijk, dat zien we aan het grote billboard dat met de viering van de Onafhankelijkheid op diverse plaatsen is geëtaleerd. De meningen over de afgebeelde leiders van Zuid-Amerika (historisch zoals Simon Bolivar, of recent zoals Evo Morales) zijn verdeeld. Ze worden opgehemeld, in bijvoorbeeld poëzie. Maar ze worden ook neergesabeld vanwege de ellende en armoede waarin ze hun volk hebben gestort. Een belangrijke overeenkomst is dat de meeste van deze leiders voortkwamen uit militaire regimes. Zo zijn ze ook afgebeeld op het billboard. Het dragen van een camouflagepak is dan ook een weloverwogen stukje politieke keuze. Het mag aan de gewapende machten een glimlach ontlokken, tegenstanders van militaire overheersing gruwen ervan.

De ambtsketting is een belangrijk onderdeel van de symboliek. Deze stamt uit de middeleeuwen en gaf aan binnen welke beroepsgroep (gilde) de drager een leidersfunctie vervulde of aan wie hij was gelieerd. Later is deze verworden tot burgemeestersteken. Ook de lintjes die rond Onafhankelijkheid worden opgespeld zijn er een reflectie van. Iemand uit de samenleving wordt voorgedragen, gaat door een beoordelingscommissie en wordt gedecoreerd door de regeringsleider. Bij deze wijze van uitdelen, wordt ook de kleine man betrokken en krijgt zo erkenning van de overheid. De ordes zijn echter geen decoratie, zoals vaak wel genoemd, maar zouden een beloning moeten zijn voor burgerparticipatie en diensten aan Suriname.

2 comments to “Herinneringen aan 8/9 december in kunstuitingen”

  • Land te koop is uit 1973

    • Klopt, zeer attent! We hebben het verbeterd. Met dank, red. CU.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter