blog | werkgroep caraïbische letteren

Henk Dennert – Ochtendwind

Nergens ligt de dag eenzamer
Dan aan het verlaten strand
Tussen het zand, de schelpen in het water
En het verdriet tussen mijn handen.
Het verleden ruist in zachte plooien
Tot aan gindse, bruine berghelling
En hangt verloren in de cactushaag
Te wachten op de ochtendwind
Die uit de golven rank opstijgt
En langzaam naar het land drijft
Tot in de bekkens van de rotsen
En in de regenbak van het huis.
Op het landhuis hangt de oude slavenbel,
De klepel zucht in de zachte streling
De mispelbomen links en rechts
Weven aan hun vaag patroon.
En ver boven op de heuveltop
Ruist trots de tamarindekruin.

[Uit: Christoffel, jrg. 1, nr. 10 (mei 1956). Ook in: Antilliaanse Cahiers, jrg. 5 (1962), nr. 1, p. 53.]

Tamarinde. Foto © Aart G. Broek

Lees hier een bespreking van het Album van de Caraïbische poëzie.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter