blog | werkgroep caraïbische letteren

Hendrik Schouten – De geele vrouw

De Geele vrouw

Een’ vrouw die deugden mint en past op hare plichten,
Uijt gulle vrolijkheid wel eens een deuntje zingt,
Op ’t Clavecimbel speelt en zomtijds lugtig springt
Om ’t afgesloovde brein haar’s egas te verligten,

Die kloek in ’t huijsbestier en rein in keuken wetten,
Daar zij de vrekheid schuwt, dog echter spaarzaam leevt,
En, als de nooddruft klaagt haar giften mildlijk geevt,
Die men met wijs bestier op alles naauw ziet letten,

Die echter word nogtans versmaad, veracht, benijd,
Door snode lasterzucht in eer gekrenkt uit spijt,
En door kwaadaardigen voor onkuisch uitgekreeten,

Omdat… mijn tong verstijft, verschrikking word mijn deel!
Ik zwijg die schendaad niet, elk sterveling moet die weten:
Die braave Vrouw, in plaats van Blank te zijn, was Geel!

 

Hendrik Schouten (1785)

 

 

Portret van Surinaams meisje, anoniem, ca. 1805
ivoor, verf, verguld hout, metaal, h 6,4cm × b 5,5cm × g 18,7gr Meer objectgegevens
Deze meisjes zijn waarschijnlijk dochters van een witte man en een zwarte vrouw. Het samenwonen van witte mannen met zwarte huisslavinnen kwam in Suriname veel voor. Hun kinderen werden ‘mulatten’ genoemd. Er waren zeer specifieke benamingen voor iedere nuance in huidskleur, zoals mulat, mesties, casties en poesties. In de Surinaamse samenleving betekende een lichtere huid een hogere status.
(Rijksmuseum)

4 comments to “Hendrik Schouten – De geele vrouw”

Your response at Jeroen Heuvel

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter