blog | werkgroep caraïbische letteren

Hanna vertelt over ons verleden

Dubbel prentenboek over de slavernij en de Hindostaanse immigratie in Suriname

door Jerry Dewnarain

Dit boek is bestemd voor eenieder, maar ideaal voor de jeugd vanaf negen jaar. In twee delen wordt de trans-Atlantische slavernij en de Hindostaanse migratie beschreven in woord en beeld. Hoe wij hier tezamen zijn gekomen dat is het thema van dit mooie leesboek; hoe onze voorouders uit Afrika en India hier naartoe zijn geronseld om te werken als slaven (slaafgemaakten) of contractarbeiders.

Verschil

In het boek lezen wij het verschil tussen slavernij en contractarbeid, weliswaar op een simpele manier uitgelegd voor de jonge lezers. Meningen kunnen misschien verschillen hierover bij volwassenen, maar deze boekbespreking is niet daarop gericht.

‘Nadat de slaafgemaakten waren verkocht, werden ze gebrandmerkt. Een ijzeren stempel met het merkteken van de plantage waar ze gingen werken, werd verhit en op het lichaam gebrand. Zo was te zien van welke plantage-eigenaar de slaafgemaakte het eigendom was. Soms werden moeders en kinderen aan verschillende plantage-eigenaren verkocht. [Dit klopt overigens niet, hier was in Suriname wetgeving tegen. (HN, redactie)] Er werd geen rekening gehouden met familiebanden. De slaafgemaakten hadden geen rechten. Zij hadden geen recht op een eigen naam en mochten geen gezinsleven hebben. Ze mochten hun bazen niet in de ogen kijken. Ze moesten alleen hard werken en kenden bijna geen rust…. De slaafgemaakten kregen zweepslagen als de opbrengst van de plantage niet voldoende was. De mannen die in opstand kwamen wanneer hun vrouwen werden misbruikt, kregen ook zweepslagen en andere zware lijfstraffen. Er waren soms opstanden waarbij de plantage-eigenaar en ander plantagepersoneel werden gedood. De leiders van deze opstanden werden zwaar gestraft. Ze werden opgehangen of levend verbrand. Er waren slaafgemaakten die wegliepen om aan de wreedheden te ontkomen…’

‘Na de afschaffing van de slavernij hadden de Europeanen nieuwe werkkrachten nodig voor de plantages. De Engelsen maakten gebruik van arbeiders uit India, dat toen Brits-Indië heette …en zo werden veel mensen uit Brits-Indië per schip naar verschillende delen van de wereld gebracht. Zij werden contractarbeiders genoemd, omdat zij een contract hadden, een soort arbeidsovereenkomst. Daarin was geregeld hoeveel jaren zij op de plantages moesten werken. Daarna konden ze blijven of terugkeren naar hun land. In Suriname moesten de contractarbeiders vijf jaar op de plantages werken. De contractarbeiders moesten heel hard werken voor weinig loon [terwijl de slaven geen loon ontvingen, JD]. Het werk van de vroegere slaven werd zo voortgezet… Wie weigerde te werken werd gestraft met een boete, een gevangenisstraf of een lijfstraf, zoals zweepslagen. De contractarbeiders waren niet altijd tevreden. Ze kwamen verschillende keren in opstand vanwege de te lage lonen en lange werkdagen. Een aantal keren vielen er ook doden bij de gevechten.’

Kala Pani

Overal waar er sprake is geweest van contractarbeid (indentured labour) van Brits-Indiërs komt het begrip kala pani ter sprake. Ook in dit prentenboek zegt Lalmahomed het volgende over dit begrip: ‘Veel Indiërs waren bang voor de zee. Zij noemden de zee ‘kala pani’. Dat betekent het ‘zwarte water’ [van de Indische en Atlantische oceaan, JD])’. Over deze Kala Pani hebben bijna anderhalf miljoen Brits-Indiërs de oversteek gemaakt naar Fiji, Mauritius en het Caribisch gebied om in de Britse, Franse en Nederlandse koloniën te werken. Het oversteken van de Kala Pani had gevolgen. Op de boot kregen alle kasten de kans om zich te mengen en zich te vermengen, van brahmanen tot shudra’s tot onaanraakbaren. Deze vermenging was zo alomtegenwoordig dat er ook een uitdrukking ontstond ‘brahmaan van geboorte’ of ‘brahmaan bedacht per boot’. Eenmaal in Suriname, raakten de contractanten gewend aan een samenleving waar kaste niet bestond, of in ieder geval niet met dezelfde implicaties, was het moeilijk om je weer aan India aan te passen, en de terugkeerders werden vaak afgewezen door hun gemeenschappen, juist omdat ze de Kala Pani hadden overgestoken. Ook in de literatuur, onder andere in romans, komt de Kala Pani regelmatig voor. Deze romans noem ik de kala pani-romans.

Meerwaarde

Het dubbel prentenboek van Rehana Lalmahomed is een rijke aanvulling in de rij van Surinaamse kinder- en jeugdboeken die handelen over slavernij en contractarbeid. André Loor met zijn Jairam vertelt, Ismene Krishnadath met Satyem, Cynthia Mc Leod met Tutuba: Het meisje van het slavenschip Leusden en Eve Huang Foen Chung met haar Van China naar Suriname zijn Lalmahomed weliswaar voor geweest.

Rehana (Hanna) Lalmahomed, Hanna vertelt over de slavernij en de Hindostaanse immigratie. Illustraties Jurmen Kadosoe. Tekstadvies: Kanta Adhin. ISBN/EAN 9789083199610. Uitgave: Sampreshan i.s.m. Jnan Adhin Instituut (JAI), Zoetermeer (2022).

Judith Misrahi Barak. Indentureship, Caste and the Crossing of the Kala Pani. Studies in Humanities and Social Sciences, Indian Institute of Advanced Study, 2017, 14 (2), pp.18-36. ffhal-03067915f


Sampreshan

Sampreshan is een in Nederland (Zoetermeer) gevestigde uitgeverij. Zij geeft boeken uit over Suriname die onder andere te maken hebben met Surinaams-Hindostaanse thema’s zoals geschiedenis, religie, spiritualiteit, kunst en cultuur, taal en literatuur. De uitgever is Radjin Thakoerdin. Bekende publicaties die zijn uitgegeven, zijn de boeken van Chan Choenni zoals: Chan Choenni, Geschiedenis van Hindostanen 1873-2015 – India-Suriname-Nederland (2021). ISBN 9789080509290, Chan Choenni, Hindostaanse contractarbeidsters in woord en beeld (2021). ISBN 9789080509276 en Chan Choenni, Hindostanen – Van Brits-Indische emigranten via Suriname tot burgers van Nederland (2003). ISBN 9789080509245. Onlangs is uitgegeven een prentenboek over de periode van slavernij en Hindostaanse immigratie. De schrijver is Rehana Lalmahomed, woonachtig in Nederland.


Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter