blog | werkgroep caraïbische letteren

Grijp de kans, vier het feest van Keti Koti

Raoul de Jong pleit voor het vieren van Keti Koti, de dag waarop in 1863 door Nederland de slavernij werd afgeschaft. ‘Op 1 juli bevrijdde Nederland de ander en je zou kunnen zeggen: daarmee zichzelf.’

Het gebeurde op 1 juli, een paar jaar geleden. Ik dronk een koffie met mijn grote, goede, twee meter lange, blonde kunstenaarsvriend Martijn, toen ik haar langs het raam van het café zag lopen: een schitterende Surinaamse koningin, in een blauw-witte koto. Ze was een van de Surinaamse Nederlanders met wie ik die nacht had gedanst. Tot vier uur ’s ochtends, zonder alcohol, in een houten schuur aan de rand van de stad, onder leiding van wintipriesteres Marian Markelo.

„Zozo”, zei Martijn, „viel er wat te vieren?” Zijn vraag verbaasde me, want ik was even vergeten dat het in Nederland niet vanzelfsprekend is dat iemand als mijn belezen vriend weet dat 1 juli de dag is waarop in 1863 door Nederland de slavernij werd afgeschaft.

Martijn voelde zich een klojo. Dat is hij natuurlijk niet, anders waren we geen vrienden. Sterker nog: tot mijn 28ste wist ik zelf niet eens dat 1 juli een feestdag is, ook al werden acht van mijn Surinaamse voorouders die dag bevrijd. Ja, het was me wel eens opgevallen dat er elke zomer kraampjes stonden op de Kruiskade, de meest Surinaamse straat van Rotterdam, tijdens een feest dat Keti Koti werd genoemd. Maar ik dacht dat dat een feest was om de winkeliers van de Kruiskade in het zonnetje te zetten. Pas toen ik Anton de Koms Wij slaven van Suriname las, ontdekte ik wat Keti Koti betekende: ketenen gebroken.

Pas toen ik Anton de Koms ‘Wij slaven van Suriname’ las, ontdekte ik wat Keti Koti betekende: ketenen gebroken

Dat Martijn niet wist en wat er op 1 juli wordt gevierd, en ik ook lange tijd niet, komt doordat 1 juli geen nationale feestdag is. En door Martijns reactie begreep ik dat dat jammer is voor iedereen, niet alleen voor mensen die lijken op mij. Het beroofde iedereen van een prachtige gelegenheid om onze eigen menselijkheid en die van de ander te vieren.

1 juli 1863 is niet alleen de dag waarop zo’n 45.000 mensen die tot dan toe wettelijk iemands bezit waren, de vrijheid kregen – mensen die ondanks 350 jaar lichamelijke en geestelijke onderdrukking nog steeds in staat waren om lief te hebben en om te geloven dat dit leven zin had, want dat kunnen we dus, als mensen! Het was ook de dag waarop een andere groep mensen na 350 jaar eindelijk begreep dat er grenzen zitten aan wat is toegestaan uit naam van de winst. Van monsters veranderden ze in mensen, want dat kunnen we dus, als mensen! Elk jaar vieren we 5 mei, de dag waarop Nederland bevrijd werd door de geallieerden. Maar op 1 juli bevrijdde Nederland de ander en je zou kunnen zeggen: daarmee zichzelf.

Lieve lezer, misschien wist u dat nog niet, nu weet u het wel. We hoeven niet te wachten tot de overheid ons toestemming geeft om ons verstand te gebruiken. Laten we zijn zoals Martijn, die sinds die middag elke eerste juli een kaarsje brandt, waar ter wereld hij ook is. Niet omdat het moet, maar omdat het kan. Grijp de gelegenheid, vier het feest! Uit naam van de liefde en de mogelijkheid om jezelf te verbeteren als mens. Ga volgend jaar niet voorbij aan al die prachtige koningen en koninginnen die op die dagen door de straten paraderen. Ze zijn niet zomaar zo gekleed, ze zijn zo gekleed omdat onze menselijkheid wel degelijk in staat is om onze hebzucht te overwinnen.

Raoul de Jong is schrijver. Hij vertelt over bijzondere mensen die hij ontmoet.

[Eerder verschenen in NRC, 30 juni 2022]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter