blog | werkgroep caraïbische letteren
0
 

Grenzen en bruggen

door Hilde Neus

Taalcontact en tweetaligheid is het onderwerp van de Engelstalige bundel Boundaries and Bridges, Language Contact in Multilingual Ecologies, samengesteld door Kofi Yakpo en Pieter Muysken.

In een veertiental artikelen zijn de contacten tussen diverse talen in Suriname besproken, door verschillende wetenschappers. In twee algemene stukken worden de taligheid en het taallandschap beschreven, ook in contact met de twee Guyana’s. Een stukje taalgeschiedenis komt aan bod en ook is toegelicht hoe de onderzoeken zijn uitgevoerd. Taalcontact en het wederzijdse lenen van lexicologische items en structuren zijn een gevolg van de wijdverspreide meertaligheid in ons land. Robert Borges geeft in ‘The People and Languages of Suriname’ de verschillende processen aan: de interactie tussen het Arowaks en het Caribs, de introductie van de drie talen van de kolonisators: Nederlands, Engels en Portugees. Daarna de ingang van de Afrikaanse talen tijdens de periode van slavernij. Vervolgens het invoegen van de Indiase talen van de contractarbeiders, maar ook het Javaans en Chinees. Onder invloed van hedendaagse regionale immigratie doen ook het Guyanees en Haïtiaans Creole hun intrede op het taalpallet.   

Kofi Yakpo, die aan de Surinaamse universiteit heeft gedoceerd, neemt de verandering van het Sranan onder invloed van het Nederlands in beschouwing. Vermeld is dat het Sranan de enige taal is die door de grote meerderheid van de mensen wordt gesproken, los van klasse, etnische of regionale achtergrond.

Robert Borges gaat in op de marrontalen gesproken in Suriname en Frans Guyana. Deze talen hebben zich door de isolatie in het oerwoud onafhankelijk van elkaar ontwikkeld. Nu is er meer contact onderling en groeien de talen naar elkaar toe. Kofi Yakpo besteedt aandacht aan het Sarnami en hoe onder invloed van het Sranan en het Nederlands deze taal evolueerde. Sophi Villerius bestudeert zo de ontwikkelingen binnen het Javaans.   

Louis Miguel Rojas-Berscia heeft samen met Jia Shi een artikel geschreven over het gebruik van het Hakka- Chinees in Suriname. De verschillende golven van immigratie hebben ook diverse taalinvloeden gebracht. Sergio Meira en Pieter Muysken kijken naar het contact tussen de Trio en Caribse talen en de onderlinge beïnvloeding. Eithne Carlin richt zich op de contacten tussen Trio en Wayana en Konrad Rybke op het Lokono. Muysken beschrijft de transformatie die het Nederlands heeft doorgemaakt binnen de koloniale context. Samen met enkele andere wetenschappers geeft hij weer hoe het aspect van tense-mood-aspect door de tijd heen de aandacht heeft gehad van onderzoekers die zich vooral bezighielden met pidgins en creolentalen, mengtalen die in Suriname worden gesproken. Deze insteek was reeds bekend voor mono-talige varianten van een taal, maar was nog niet ingezet om die in meertalige praktijken te onderzoeken. Bettina Migge bekijkt hoe mensen taal gebruiken en begrijpen wanneer ze binnen verschillende sociale lagen met elkaar omgaan.

Yakpo en Muyskens sluiten het boek af met een artikel over de wijze waarop grammaticale systemen van de diverse talen bij elkaar zijn gekomen. Zijn deze ontwikkelingen een gevolg van intermenselijk contact, of zijn er ook andere factoren die meespelen? Hoe stabiel is een taal, en hoeveel kun je lenen?

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter