blog | werkgroep caraïbische letteren

Graven 18de-eeuwse Amerikaanse zeekapiteins in Oranjetuin

Op de Nederlandse koloniale begraafplaats Nieuw Oranjetuin aan de Dr. Nassylaan in Paramaribo liggen de graven van twee achttiende-eeuwse zeekapiteins van het Amerikaanse New England.

Een grafsteen, met daarop het jaar 1758, is van kapitein Michael Burnham van Middletown, een roekeloze avonturier die fortuin maakte als een kaper en waarschijnlijk handelde in slaven. De andere grafsteen is gemaakt van bruinrode zandsteen uit Portland en markeert de laatste rustplaats van kapitein William Barbut van New London. In de buurt van deze graven zijn die van de kooplieden kapitein Nathaniel Angel en kapitein William Gardner Wanton van Rhode Island. De graven zijn op 29 oktober vorig jaar ontdekt door onderzoekers die met houwers de oude grafstenen bevrijdden van het welig tierend onkruid.

Eén van die onderzoekers, is een voormalige inwoner van Connecticut, Tom Hart. Hij deelde zijn ontdekking onmiddellijk mee aan de Middlesex County Historical Society. Paramaribo-historicus Bas Spek leidde de expeditie. Het verhaal is opgetekend door The Courant van de Amerikaanse staat Connecticut. Hart zei in een e-mail dat de locatie van de graven van de oude zeekapiteins bekend was bij een paar inwoners, maar dat ze nooit officieel zijn gedocumenteerd. Hij hoopt dat de ontdekking de belangstelling voor deze zeevarenden zal aanwakkeren en de nauwe banden die New England eens had met deze subtropische regio zal hernieuwen. “Ik denk dat de bijdrage die we leverden, de belangstelling was die we hadden voor deze Amerikanen… en het brengen van de informatie onder de aandacht van potentieel geïnteresseerde Amerikaanse instellingen,” schreef Hart.

Enthousiast
Middlesex Historical Society-directeur Debbie Shapiro was enthousiast toen ze vernam over de verbinding van Middletown met Suriname in de dagen toen de stad een belangrijke zeehaven was, met schepen die voeren naar exotische landen. “Ze zeggen dat het internet de wereld kleiner heeft gemaakt, maar hoe meer we leren, hoe meer we ontdekken dat het toen ook een kleine wereld was,” zei ze.

De Nieuw Oranjetuin begraafplaats stond vroeger bekend om zijn weelderige sinaasappelboomgaarden. Opgericht in 1755, was het de belangrijkste begraafplaats van de Nederlandse Hervormde Kerk. Sommige van de graven zijn vrij uitgebreid; er is weinig gebouwd van rode baksteen en marmer. De grafstenen van de Yankee kapiteins daarentegen, liggend in de zandgrond, zijn duidelijk. De vier mannen werden begraven tussen 1758 en 1765. De inscripties geven geen idee hoe ze zijn gestorven. Wel is bekend dat de handel – gebaseerd op de alomtegenwoordige plantages van de suikereilanden waar met slaven werd gewerkt – deze pientere inwoners van New England trok naar het gebied.

Burnham als opperbevelhebber
Kapitein Burnham, werd als opperbevelhebber in de Provinciale marine, belast met de bescherming van deze handel tijdens de Franse en Indische oorlog (1754-1763) toen Franse zeerovers de Amerikaanse en Britse scheepvaart in het Caribisch gebied onveilig maakten. Burnham werd in 1757 gedirigeerd naar West-Indië met de opdracht “om de vijanden van Zijne Majesteit te kwellen …” De 52-jarige commandant had de leiding van de 24-gun Brigantine Tartar met een bemanning van 100. Kapitein Burnham had brieven van de markies van de Britse kroon, waardoor hij in staat was Franse oorlogsbuit te bemachtigen.

Of de Middletown kapitein ook slaven verhandelde – een gangbare praktijk in die tijd – is niet bekend, maar Suriname was op dat moment één van de belangrijkste bestemmingen voor Rhode Island slavenhandelaren, die paarden, hout, rum en Afrikaanse slaven uitwisselden voor suiker, koffie en cacao – de beruchte driehoekshandel.

Illustere clan
Kapitein William Gardner Wanton, die naast Burnham begraven ligt in Paramaribo, behoorde inderdaad tot een illustere clan van Newport kooplieden die berucht waren om hun slavenhandel. In die clan zat ook gouverneur Joseph Wanton van Rhode Island, voormalig kaperkapitein en slavenhandelaar, die is afgebeeld in een beroemd schilderij van dat tijdperk van John Greenwood, getiteld Sea Captains Carousing in Surinam.

Joseph Wanton was tijdens de Franse en Indische oorlog, kapitein van het kapersschip ‘King of Prussia’. De Fransen namen het schip in 1758 in beslag in de Bahama’s. In het schip bevond zich een landing stofgoud, rum en 54 slaven. In hetzelfde jaar overleed kapitein Burnham op 54-jarige leeftijd en werd hij begraven in Paramaribo te midden van de kokospalmen en sinaasappelbomen.

De inventaris van zijn landgoed, vervat in vijf 40 centimeter brede kolommen van “goed geschreven tekst,” bestond uit gepoederde pruiken, karmozijn vesten, zijden stropdassen, gouden manchetknopen en een zwaard met een zilveren handvat, inclusief wonderbaarlijke hoeveelheden Madeira en Jamaicaanse rum.
Tot zijn nalatenschap behoorden ook drie mensen, Afrikanen, een vrouw Sue, een jongen Julius en een jongeman Cape Coast. De waarde van de drie mensen was 58 Britse pounds.

[van Starnieuws, 3 januari 2012]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter