blog | werkgroep caraïbische letteren

Goud en zilver als belegging – Leren van geschiedenis 135

door Hilde Neus

Goud is waardevast en wordt daarom als onderpand ingezet bij banken om de begroting van een land te dekken. We hebben het steeds over de hoeveelheid goud die bij de Centrale Bank in de kluizen ligt, om safe te spelen, hoewel de hoeveelheid in voorraad wel sterk is afgenomen. Banken zien goud als een manier om de waarde van hun activa te behouden en zich te beschermen tegen de verzwakkende effecten van prijsstijgingen.

Maar er zijn ook praktische bezwaren. Als de Centrale Bank snel goud wil verkopen om externe betalingen te kunnen verrichten, kost dat geld. Daarnaast behoort goud niet tot de liquide middelen, nog een reden om niet te veel goudreserves aan te houden. De internationale norm is niet meer dan 6%. Sommige landen hebben een hoger percentage.

Belegging van slaven

Nina Jurna maakte me opmerkzaam op een museum dat ze had bezocht in Bahia, havenstad in Brazilië. Daar zijn gouden sieraden tentoongesteld, en een prachtig schilderij van een dame met veel kettingen om haar hals. Zie hieronder de afbeelding. Wat ons deed denken aan Bordo, zou hij al zijn sieraden nog dragen? Waarschijnlijk niet, nu hij is gearresteerd. De collecties van dit museum zijn online te zien op:  https://www.museucarloscostapinto.org/

Nina vertelt hoe opvallend ze de gelijkenis vond met Suriname, waar deze sieraden ook werden gedragen. Dit is onder meer te zien in een diorama van een Doe van Gerrit Schouten. Daarin zijn dansende slavinnen afgebeeld, die mooie stoffen als rok dragen, en gouden oorringen, armbanden en kettingen. Als toeschouwer verwacht je dat niet, slavinnen die deze gouden versieringen droegen, in 1830. En toch was dat realiteit.  

Goud bij slaven

De prachtige stoffen en juwelen waren een doorn in het oog van de blanken, het kon per slot van rekening niet zo zijn dat slaven er beter uitzagen dan vrijen. Dit blijkt wel uit een reglement, gepubliceerd op 15 augustus 1777:

‘Zo is het dat wij goedgevonden hebben te statueeren, gelijk wij statueeren mits deezen: 1. Dat geen slaaven, het zij mulatten, indiaanen off neegers zonder onderschyd, koussen, schoenen, opgetoomde hoeden off enig goud off juweelen mogen draagen, dan alleen zal het gepermitteerd zijn goude oorringen te draagen, hals en armbanden met een klyn goude slootje vast te hechten.’

Hier staat uitdrukkelijk vermeld dat het om slaven ging.

Toch werden tijdens de Doe wel degelijk goud gedragen. Dit was een feestelijke gelegenheid waarbij gegeten, gedronken en gespeeld werd. Er ontstonden genootschappen, die tegen elkaar streden om de beste te zijn, zo ontstonden de ‘Bigi’ en de ‘Gowtu’ Doe. Het doel van de opvoeringen was om elkaar te beschimpen. Om het feest te bekostigen werd er geld bij elkaar gelegd, door blanken, gekleurde vrijen, maar ook slaven. Zij legden f1,- in.

Vrees voor ongeregeldheden

Het gouvernement was constant bevreesd voor opstootjes en opstanden. Rond 1760 werden de Does verboden, omdat er gedronken werd, met alle gevolgen van dien. Het ‘baljaaren’, welke vorm van dansen dan ook, werd streng gereguleerd door het gouvernement. Dat blijkt uit de vele plakkaten die daarover zijn uitgevaardigd. En soms kan een verkeerde indruk ontstaan.

In 1794 maakte de eerste Raad Fiscaal tijdens de vergadering gewag van het feit dat namen bekend zijn gemaakt van uit het vaderland arriverende schippers, die als handelswaar diverse soorten sieraden van goud gemaakt en zelfs ‘ingedrukt’ of gegraveerd aanvoerden. Hierop stonden ‘legenden’ of andere tekenen van onderscheiding van diverse genootschappen van slaven, alhier bekend onder de benaming van ‘Doe’. Bij verschillende gelegenheden, bijvoorbeeld bij het genotuleerde in december 1793 is een gegronde zorg over de genootschappen en het dragen van dergelijke onderscheidingen door het Hof uitgesproken. Bij het openbaar verkopen van deze sieraden ging men niet alleen in tegen de inzichten van het Hof, maar ondermijnde ook de tegenwoordig heersende begrippen over de staat van de slaven. En de gevolgen die daaruit konden voortkomen.

Slaven of vrijen?

Interessant is hier, dat de indruk werd gewekt alsof de sieraden slavenbezit waren, en de Does door hen werden georganiseerd. Maar dat was niet zo. Het waren de rijke, gekleurde Misies die de Does hielden, die de gouden sieraden aankochten en deze uitleenden aan hun slavinnen om ze bij het dansen te dragen. Slaven hadden over het algemeen onvoldoende middelen om het dure goud te kopen. Waarom werden zaken dan zo gesteld? Omdat het gouvernement vrije gekleurden de aan- en verkoop van goud niet kon verbieden. Zij hadden dezelfde rechten als de blanken. Dus probeerde men deze handel aan banden te leggen via de slavenpopulatie.

We weten dat goud nog steeds erg gewaardeerd wordt. En als spaarpot gebruikt door mensen die het als een soort onderpand inzetten. Tenminste, zolang hun sieraden niet gestolen worden.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter