blog | werkgroep caraïbische letteren
0
 

God is niet wit

door Bert Altena

Voor wie het nog niet wist: op 1 juli van dit jaar is het anderhalve eeuw geleden dat de slavernij in Nederland werd afgeschaft. De handel in slaven was al enkele decennia eerder verboden. De volledige afschaffing van de slavernij kwam laat, vele andere landen gingen Nederland voor, en was aanvankelijk ook nog eens halfslachtig. Want als compensatie voor de plantagehouders in Suriname werden de oud-slaven geacht om nog tenminste tien jaar op dezelfde plantages te blijven werken, een regeling die bekend geworden is als het ‘staatstoezicht’. Op de Antillen bleef de slaaf één dag in de maand voor de oude meester werken en bleven andere privileges voor de bezitters nog lange tijd in stand.

Deze feiten zijn terug te vinden in het boek God is niet wit dat over ons slavernijverleden gaat. Kennis die bij de meeste mensen in globale zin wel bekend zal zijn, over de Nederlandse rol in de zogenaamde driehoekshandel, waarbij door Europese handelaren slaven in Afrika werden gekocht, vervolgens naar Amerika of de Cariben vervoerd en verkocht, terwijl op de terugreis handelswaar werd meegenomen naar Europa. Een praktijk die ongeveer twee eeuwen duurde en een belangrijke factor is geweest in de rijkdom die ons land in de 17e en 18e eeuw ontwikkelde. Maar als je al die gegevens bij elkaar ziet en ook nog eens leest hoe machthebbers en kerkelijke autoriteiten deze slavenhandel rechtvaardigden, en welke beelden en ideeën men had ten aanzien van de zwarte medemens, word je door plaatsvervangende schaamte bevangen.
Dit gevoel wordt alleen maar sterker als je de persoonlijke verhalen in God is niet wit leest. Want de historische paragrafen nemen door het hele boek heen een belangrijke plaats in, de nadruk valt op de verhalen van allerlei betrokkenen. Vooral mensen met een Surinaamse, Antilliaanse of Caribische achtergrond die in Nederland wonen. Mensen die ook na zoveel generaties de pijn van het slavernijverleden ervaren, geconfronteerd met hedendaagse vormen van achterstelling en racisme. Ook al wordt duidelijk dat betrokkenen daar verschillend in staan – de één voelt zich slachtoffer, de ander benadrukt juist het belang om van je eigen kracht uit te gaan – duidelijk is dat het verleden niet zomaar voorbij is, ook niet na anderhalve eeuw. Waarbij dan ook nog eens komt, dat ‘ onze’ omgang met het slavernijverleden niet direct getuigt van sterke betrokkenheid en een diep verantwoordelijkheidsgevoel. Een monument voor het slavernijverleden staat pas sinds 2002 in Amsterdam. Oproepen om de kwetsende figuur van Zwarte Piet bij het Sinterklaasfeest te vervangen, vinden nauwelijks gehoor. Racisme en achterstelling maken deel uit van de ervaringswereld van veel niet-blanken in onze samenleving.
Misschien dat dit boek en de aanstaande 150e herdenking hieraan iets gaat veranderen. De schrijfsters en de organisaties (st. Herdenking 2013 en Kerk en Wereld) die dit fraai vormgegeven en uitgegeven boek hebben samengesteld zijn daar wel op uit. Verzoening is nodig. Maar verzoening is een proces dat begint met erkenning van schuld  en betrokkenheid. Verschillende stemmen in het boek pleiten hiervoor, onder andere die van de secretaris van de PKN (voorzichtig) en vanuit de Raad van Kerken (krachtig). In dit proces zal het er ook om moeten gaan om de juiste lessen uit het verleden te trekken, om kritische zin te ontwikkelen voor moderne vormen van slavernij, afhankelijkheid en uitbuiting.
In een preek van Rhoïnde Mijnals–Doth, die ze op 1 juli 2012 hield en die in het boek is opgenomen, verwoordt ze het indringend: “Zal onze zoektocht naar innerlijke vrijheid lukken? Zal het ons lukken om schuld te belijden voor de wandaden in het verleden, om vergeving te vragen en vergeving te schenken? Zal het ons lukken om als broeders en zusters – zowel nazaten van slaven als van slaveneigenaren – echt vrij te zijn en samen als gelijkwaardige mensen op te trekken, zonder dat we het gevoel hebben door een paar woorden of een bepaalde blik de ander te kwetsen?
Ik geloof dat het mogelijk is. Als we die zoektocht met onze God aanvangen, mogen we wonderlijke dingen van Hem verwachten” 
(p. 73).God is niet wit is mede dankzij dit soort persoonlijke en betrokken verhalen een aansprekend en toegankelijk document geworden. Het valt te hopen dat het op verschillende plaatsen mensen inspireert tot ontmoeting en gesprek en zo bijdraagt aan het proces van erkenning en verzoening.

Gea Gort en Eva Mabayoje, God is niet wit. Ons slavernijverleden – wat doen we ermee? Ark Media Amsterdam 2013, 160 pag., isbn 9789033800238, € 16,95[van de blogspot Bert Altena, berichten van een dominee]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter