Ghanese kastelen (5)
door Gerard Boon
Een ander door de Hollanders gebouwd fort kreeg de naam “Leydsaemheyt”. Dat is een destijds woord voor geduld en het fort werd zo genoemd omdat het –zoals de Noorzuidmetro in Amsterdam- zo lang duurde om het te bouwen, van 1697 tot 1702. Het staat in het dorp Apam op een uitstekende rots bij een beschutte baai en strand. “Patience” heet het fort op zijn Engels; het is ook een guesthouse.
In 1705 werd gerapporteerd dat twee Hollandse schepen, de ‘Peynenburg’ en de ‘Christina’ binnen twee maanden 900 slaven hadden geladen in Accra, fort de Goede Hoop en fort Leydsaemheyt.
Slavenhandel
Het Christelijk geloof leert – net als de Islam – dat alle mensen gelijk zijn. Toch heeft dat velen in die tijden er niet van weerhouden om mensen als vee te verhandelen als daar goede zaken mee gedaan konden worden. Vanaf het einde van de 17e eeuw werden slaven het belangrijkste exportproduct van Afrika; naast goud, ivoor, peper, hout, huiden en matten.
Slavernij was voor de komst van de Europeanen in Afrika geen onbekend verschijnsel. Men werd slaaf omdat men boetes of schulden niet kon betalen, omdat men uit slavenouders geboren was of omdat men in een oorlog krijgsgevangen was genomen. Slaven in het gebied dat tegenwoordig Ghana heet hadden trouwens wel enige vrijheid. Als ze zich goed gedroegen werden ze als een deel van de familie beschouwd, ze mochten ook zelf bezittingen hebben.
De Europeanen kochten slaven op. Ze betaalden met wapens zoals geweren, kruit en messen, verder met textiel, koperen pannen, sterke drank, tabakspijpen, spiegels en glazen kralen. Men kocht jonge mensen, tussen de 15 en 35 jaar. Ongeveer twee maal zoveel mannen als vrouwen.
De Europeanen gingen de slaven niet zelf in het binnenland halen. Er ontstond een groep tussenhandelaren, vaak nageslacht van Europese mannen en Afrikaanse vrouwen. De tussenhandelaren kochten de slaven van koningen en stamhoofden. Voor de Hollanders was vooral een goede (handels)relatie met het machtige volk van de Ashanti’s van belang om aan slaven te komen.