Ghanese kastelen (2)
door Gerard Boon
Deze forten maken deel uit van de geschiedenis van Afrika en haar eerste contact met Holland en Europa. Maar ze maken ook deel uit van de geschiedenis van alle mensen van Afrikaanse of gedeeltelijk Afrikaanse afkomst in het Caraïbisch gebied en in Noord- en Zuid-Amerika. Vanwege hun speciale plaats in de geschiedenis zijn de forten door de Unesco in 1984 op de lijst van de Wereld Erfgoed Monumenten geplaatst. In april 2002 bezochten kroonprins Alexander en Maxima de koning van de Ashanti, het belangrijkste volk van Ghana. Het bezoek was vanwege de 300 jaar durende relatie tussen Nederland en Ghana. Ze stonden stil bij de mensenhandel en betuigden spijt. “Wij kijken nu met wroeging terug op dat donkere tijdperk en gedenken de slachtoffers van die onmenselijke handel,” zei kroonprins Alexander. De geschiedenis van de forten is in Nederland lang een vergeten verhaal geweest. Uit schaamte waarschijnlijk. Fraai is dit verhaal van de slavenhandel niet, ook niet voor de bevolking van Ghana voorzover die eraan meewerkte. Maar het taboe raakt er tegenwoordig wat af en daarom horen we er nu wel van.
Goud
Het verhaal begint met de Portugezen. Die bezochten met hun schepen het eerst de West-Afrikaanse kusten. Ze zagen wat voor prachtige gouden sieraden de mensen daar droegen en begonnen in 1471 goud te kopen. In 1482 bouwden ze een eerste versterkte handelspost, Elmina.
Naar schatting werd jaarlijks tussen de 1000 en 1500 kilo goud afgevoerd. Elmina was volgens getuigen een mooi kasteel, het eerste grote Europese gebouw in tropisch Afrika. Het werd een voorbeeld voor vele andere forten die zouden volgen.