blog | werkgroep caraïbische letteren

Gezondheidszorg Curaçao

Prestaties gezondheidszorg Curaçao dwingen tot heroverweging relatie binnen Koninkrijk


door Jan Huurman

In deze donkere tijden van Corona-onheil was er deze week een klein lichtpuntje: het hoofd van het Volksgezondheid Instituut Curaçao (VIC), Soraya Verstraeten, promoveerde op 8 april jl. in Rotterdam op haar proefschrift Population Health in the Dutch Caribbean.

In haar gedegen studie heeft Verstraeten de gezondheidstoestand en de prestaties van zorgsystemen van Curaçao en andere (ei)landen binnen het Koninkrijk vergeleken met (ei)landen in het Caribisch gebied die identieke of juist verschillende relaties met hun voormalige kolonisatoren onderhouden. Op basis van een imposante hoeveelheid gegevens kunnen een aantal belangrijke conclusies worden getrokken.

Sint-Elisabeth ziekenhuis – foto W.W. de Regt, ca. 1940.

Op de eerste plaats is de gezondheidstoestand op Curaçao en Aruba, beide met een los-vaste relatie met Nederland, aanmerkelijk slechter dan die van de bevolking van eilanden met een hechtere band met het voormalige moederland. Meer in het algemeen geldt: hoe losser de relatie (kijk naar Haïti als voorbeeld), hoe slechter de gezondheidssituatie. Cuba is een uitzondering op dit patroon, goed verklaarbaar vanwege het afwijkende politiek-maatschappelijk systeem.

Voor Curaçao en Aruba komt uit de cijfers ook naar voren dat de negatieve trend ernstiger is geworden vanaf de relatieve onafhankelijkheid, in 1986 respectievelijk 2010. De vergelijking van vermijdbare sterftes wijst op een gemiddeld onnodig verlies aan levensjaren van meerdere jaren. Daarbij scoort Curaçao aanmerkelijk slechter dan Aruba.

Kortom: de gekozen politiek-maatschappelijke relatie binnen het Koninkrijk – een gemeenschappelijk buitenring met defensie, kustwacht en rechtspraak met daarbinnen autonomie per kleine eilandpopulatie – heeft een negatief effect op de gezondheidssituatie van Curaçao en Aruba. Het gaat alleen maar slechter, met name op het punt van de vermijdbare sterfte. Met andere woorden: het zorgsysteem op Curaçao presteert minder dan het zou kunnen. Kennelijk slaagt het gekozen politieke systeem – zelfbestuur op de kleine schaal van een geïsoleerd eiland – er onvoldoende in om goede kwaliteit uit een relatief duur zorgsysteem te halen.

Een paar voorbeelden van falen van de politiek.
In 2009 werd de Landsverordening beroepen in de gezondheidszorg (Lvo BIG) aangenomen, een uiterst belangwekkende verordening om de kwaliteit van zorg te verbeteren. En ja, een verordening op basis waarvan (strenge) eisen aan zorgverleners kunnen worden gesteld. Obstructie van diverse kanten (bange zorgverleners, laffe politici) heeft ervoor gezorgd dat de verordening tot op de dag van vandaag niet is ingevoerd.
Tweede voorbeeld: al in 2011 heeft een ministeriële werkgroep becijferd dat omschakelen naar merkloze geneesmiddelen een jaarlijkse besparing van enkele tientallen miljoenen guldens per jaar zou opleveren. Met dit advies is tot kortgeleden niets gedaan. Schade voor het eiland naar schatting 300 tot 400 miljoen gulden over de laatste tien jaar. De huidige houding pro-merkloos is overigens niet intern, vrijwillig, tot stand gekomen, maar onder externe druk van de Commissie Financieel Toezicht (CFT) vanwege uit de hand gelopen kosten van het nieuwe ziekenhuis.
Laatste twee voorbeelden: toen naar boven kwam dat er kwaliteits- en integriteitsproblemen waren rond maagverkleining (2013) en zorg voor kinderen met suikerziekte (2018) moest de kwaliteitsbewaker het veld ruimen. De verantwoordelijke politici luisterden liever naar ‘nos per nos’.

Chris Engels (rechts) als dokter

Uit de studie komen nog twee opmerkelijke zaken naar voren.
De eerste is de hoge bijdrage op Curaçao van vermijdbare sterfte vanwege nierfalen (nefrose). Daarbij scoort Curaçao aanmerkelijk slechter dan Aruba. Vergelijkbare populaties, onvergelijkbare cijfers voor sterfte vanwege nierfalen. Een waarschijnlijke verklaring hiervoor is de onvoldoende zorg sinds twee decennia op Curaçao voor kinderen met suikerziekte. Nierfalen is een bekend lange termijneffect van slecht ingestelde diabetes type 1.
Laatste punt van aandacht. De studie van Soraya Verstraeten is aanmerkelijk gehinderd door het ontbreken van de doodsoorzakencijfers van Curaçao vanaf 2007. Terwijl ook veel minder ontwikkelde (ei)landen aan deze WHO-plicht hebben voldaan en hun cijfers up-to-date houden, faalt Curaçao. Elke epidemioloog weet al meer dan honderd jaar dat sterftestatistiek de basis vormt voor ‘vital statistics’ en daarmee voor het formuleren van effectief beleid. Ook deze misstand – waarvoor dezelfde epidemioloog verantwoordelijk is die nu de corona-epidemie bestrijdt – is al jaren bekend bij de politici, maar zonder effect.

bonch’i makurá: tegen het boze oog [oyada]

Na de huidige crisis – die voor de korte termijn tot ongeconditioneerde solidariteit binnen het Koninkrijk zou moeten leiden – komt er een tijd waarin (weer) nuchter naar de staatkundige verhoudingen kan worden gekeken. Wil Curaçao richting een structureel betere gezondheid en gezondheidszorg, dan is het opgeven van delen van de autonomie onontkoombaar. Is ‘nos per nos’ belangrijker dan gezondheid, dan zal Curaçao uiteindelijk de consequentie moeten aanvaarden: veel vermijdbare sterfte, veel verloren levensjaren. Curaçao, the choice is yours.

 Jan Huurman; Inspecteur Gezondheidszorg, Curaçao, 2012-2013, Inspecteur-generaal Volksgezondheid, Curaçao, 2017-2019.
De tekst is oorspronkelijk verschenen in Amigoe (Curaçao), 9 april 2020.

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter