blog | werkgroep caraïbische letteren

Gezang uit de liturgie van de EBG[1]

Ope mi sa go kibri, te nowtu moro mi?
Osuma sabi ibri bun dei, di mi de si?
Na Yu, na Yu Jehova, mi tranga kibri presi.
Bun dei èn dei fu tesi; Yu sabi, Yu wawan!

Waar zal ik gaan schuilen, als benauwenis mij belaagt?
Wie kent de goede tijden waarvan ik mag getuigen?
Gij bent het, Jehova, mijn trouwe toeverlaat.
In goede en slechte dagen; Gij de Wijze, Gij Alleen!

Vertaling: Michiel van Kempen & Kwasi Koorndijk

[Uit: Liturgie voor de dienst van zondag 3 juli 2016 zesde zondag na Trinitatis. Utrecht: Evangelische Broedergemeente, 2016. Wordt gezongen op een melodie van Franz Schubert. De tekst in het Sranantongo is een vrije vert. van: Wohin soll ich mich wenden,/ wenn Gram und Schmerz mich drücken?/ Wem künd’ ich mein Entzücken,/ wenn freudig pocht mein Herz?/ Zu dir, zu dir, o Vater,/ komm ich in Freud’ und Leiden,/ du sendest ja die Freuden,/ du heilest jeden Schmerz. Verschenen in: Johann Philipp Neumann, Gesänge zur Feyer des heiligen Opfers der Messe. Nebst einem Anhange enthaltend: das Gebeth des Herrn. Wien: bey Anton von Haykul, 1827, p. 3-4. Nieuwe Nederl. vert.]


[1] Van intreelied voor de dienst van de Evangelische Broedergemeente (EBG), werd het in de loop der tijd een troostlied.


Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter