blog | werkgroep caraïbische letteren

Gesprek met Romeo Grot

door Sita Gajadien

Romeo Grot (55) heeft onlangs Fu a lobi gi Sranan, een bloemlezing van gedichten rond de onafhankelijkheidsgedachte, uitgegeven. Zijn oorspronkelijke bedoeling was om deze in verband met de viering van 40 jaar onafhankelijkheid uit te geven, maar door omstandigheden lukte dat niet. Hij schrijft zelf ook gedichten en publiceerde zijn eerste bundel in 1973. De rode draad in deze bundel is de liefde voor Suriname en zijn bevolking. Om wat meer te weten te komen, had ik een gesprek met hem.

Romeo Grot. Foto Carla Bakboord

Op de vraag of deze poëzie nog aansluit bij de jonge generatie zegt hij, dat er waarschijnlijk weinig kennis is te nemen van wat er is geweest. ‘Het onderwijs zou een belangrijke rol moeten spelen. Als je kijkt naar de thema’s dan is goede poëzie tijdloos. Er is een spreekwoord “Niet het moment dat ‘t blad te water raakt, heb je gelijk”. De huidige generatie van poëzieschrijvers borduurt nooit voort op wat er is geweest.’ Als voorbeeld geeft hij aan dat houwer en tjap begrippen zijn die nog steeds bestaan in de uitvoering van landbouw. ‘Het verbaast mij dat we in Suriname geen landbouw hebben op de technische school. Ik had verwacht dat het zelfbewustzijn veel groter zou zijn, ook vanuit historisch besef. We zijn consumptiever geworden, letten meer op materiële zaken. Mensen zijn wel bewuster, maar het vertalen naar de massa toe is onvoldoende.’
Eigenlijk is het historische besef en de belangstelling van jongeren voor geschiedenis of onafhankelijkheid heel laag. De groep van andersdenkenden neemt toe. Mensen denken bewust na en maken hun standpunten kenbaar. Maar we zijn niet zo opgeschoten. ‘Ik zie dat we “laten halen” nog geweldig vinden. Het besef is gering.’ Hij vindt dat er nog opgekeken wordt naar Nederland.

 


Op de vraag hoe hij leerlingen poëzie kan laten schrijven over actuele zaken, zegt hij, dat in de jaren tachtig op Wereld Poëziedag op dertien maart de dichters naar verschillende scholen gingen. Hij weet dat Sombra dat nog doet, maar anderen niet en zo krijg je geen stimulans. Via scholen moeten dichters hun ingang vinden en op die manier hun creativiteit laten ontwikkelen. ‘’t Spoken word doen, maar ook kijken naar de mooie vormen die er zijn in de cultuur. Als dichter bestudeer je het ritme in muziek en dat giet je in een literaire vorm. We moeten onze multi-cultuur bestuderen en gebruiken.’ Volgens hem is de creoolse cultuur nog vrij dominant in Suriname, want andere groepen nemen de ‘gekke’ dingen over, zoals het omgaan met geld. ‘Mogen wij leren en de idealen verwezenlijken die de dichters verwoord hebben, nu veertig jaar geleden’ staat in het voorwoord. Zijn reactie is dat we de inspiratie kunnen opdoen om het eigenlijk in praktijk te brengen. We moeten ons inkomen verwerven en ontdekken wat de talenten zijn. Zijn bedoeling is om een link te maken naar de historische tijd. Het gaat om vastleggen en prikkelen.

 

Romeo Grot (rechts) biedt zijn bundel aan Gerrit Barron aan

In de bundel staat bij de Sranan-gedichten een vertaling ernaast. Het gaat om een vrije vertaling, dus niet letterlijk. Naast gedichten in het Sranan zijn er ook een paar in het Sarnami. Opvallend is dat er geen datum is wanneer de gedichten zijn geschreven. ‘De meeste gedichtenbundels zijn ongedateerd’, zegt hij. Op p.150 loopt de vertaling van de laatste regel van het eerste deel niet evenredig met de eerste regel van het tweede deel. Hij erkent dat er wat slordigheidsfouten zijn ingeslopen. Ook bij de bronnen zijn er fouten: op p. 215 staat achter de naam Pinas een punt in plaats van komma, ook bij de namen is er niet consequent gewerkt met de voor-en achternamen.
In de bloemlezing vind je de gedichten gerangschikt in vijf categorieën: Lobi gi a kondre; Lobi gi a pipel fu Sranan; Natiecreatie; protestgedichten en Srananman na dorosey. Deze indeling is fijn voor de lezer. De pagina’s hebben geen wit als achtergrond, maar per categorie is er een achtergrond die te maken heeft met het thema. Het boek is vrij smal in een A-5-formaat en door de vele gedichten lijkt het een beetje dik. Daardoor is het doorbladeren ongemakkelijk.

Romeo Grot: Fu a lobi gi Sranan. Uitgever: Makalani Publishing. ISBN 978 99914 7 386 4

Het boek is in Nederland verkrijgbaar bij boekhandel Pölki in Reigersbos-Amsterdam en boekhandel Over het Water aan de vd Pekstraat 59, Amsterdam Noord.

 

 

….uit de bloemlezing Fu a lobi gi Sranan

Wan tjasnet / Een net

Wan tjasnet / Een net
foe fanga mi prakseri’ / om mijn gedachten op te vangen
mi bribi / mijn geloof
mi libi / mijn leven
wan tjasnet / een net
foe fanga den geme / om de zorgen van mijn mensen op te vangen
foe den
mi pipel di nanga gron / wiens tranen veranderen in regen
moksi tron alen regen / waarmee ik word schoongewassen
alen di e wasi mi
wan tjasnet e/ en net
foe fanga a sjen foe mi kondre / om de schaamte van mijn volk op te vangen
wan tjasnet / een net
foe fanga a skoema foe ten / om het schuim der tijd op te vangen
nanga someni lobi / met zoveel liefde
someni lobi… / zoveel liefde…

R. Dobru

Mijn Land

Waarom moet ik mijn krachten geven aan dit verloren land?
Aan een volk vol problemen
Aan een menigte geklaag,
Aan de mannen en de vrouwen in hun gender geschil?

Aan de werkers en de luiaards,
Aan de dieven en corruptelingen,
De watervlugge miljonairs?

Aan de vele drugsverslaafden
en de drugsverkoperskliek?!
Ik baal van praters
Ik geeuw van de stommen,
Van de gestoorde Politici…!

Ach…
Waarom zou ik niet werken?!
Voor de armen en verdrukten,
Voor de kinderen
Voor de pas ontloken bloemen…,
Voor het mooie!!!,
Om me heen

A.R. Grant

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter