blog | werkgroep caraïbische letteren

Geef etniciteit voorrang

Ik heb heel lang geloofd dat de eenvoudigste rationaliteit genoeg zou zijn om een universiteit diverser te maken. Maar de realiteit van de universiteit waar ik zelf werk, de Universiteit van Amsterdam, is weerbarstiger. De UvA heeft een progressieve naam, maar is nog altijd een van de witste universiteiten van Nederland, zowel qua studentenpopulatie als staf. Op de dies natalis, 8 januari, is de opvallendste “gekleurde” hoogleraar een gast, namelijk de rector van de Vrije Universiteit. In de overvolle banken van de aula zit nog een enkele hoogleraar die niet wit om de neus ziet.

Neem van mij aan dat als er een hoogleraar benoemd wordt, de uitgenodigde kandidaten in principe heel goed en gelijkwaardig zijn. Probleem is dat elke kandidaat zich toch net heeft geprofileerd op een iets ander deelterrein van het vak, en daarvan zijn er duizenden. Het is dus bijna altijd appels met peren vergelijken. Kwantitatieve gegevens zeggen ook niet alles: 1 gepubliceerd artikel kan soms meer impact hebben dan 3 boeken, of omgekeerd: 1 boek kan meer betekenen dan 100 artikelen. Commissies werken zorgvuldig, maar de praktijk laat zien dat benoemingen van hoogleraren met een andere etnische achtergrond maar zeer mondjesmaat plaatsvinden. Het gaat daarbij niet altijd om kwade wil. Het is nu eenmaal bijzonder lastig om de psychologie achter keuzes in benoemingscommissies te doorgronden.
Er wordt wel met hier en daar een duwtje geprobeerd wat aan diversiteit te doen, maar als je alleen al kijkt naar de commotie die de alleszins redelijke voorstellen van de UvA-diversiteitscommissie onder leiding van professor Wekker hebben teweeggebracht, weet je dat de weg nog erg lang is.
Het zou daarom goed zijn als de UvA keek naar het voorbeeld van de Technische Universiteit Eindhoven die vrouwen een zekere periode het eerste recht van benoeming geeft. De UvA kan een vergelijkbare maatregel treffen: voor een bepaalde periode worden de vacatures voor hoogleraren alleen opengesteld voor kandidaten met een andere etnische herkomst. Die maatregel hoeft in principe niet lang te duren en zal ook snel geëvalueerd moeten worden. Maar als we moeten wachten op een “natuurlijke” doorstroming van hoogleraren die de universiteit diverser moeten maken, wordt het een gebed zonder end. Zoals de Surinamers zeggen: dat brengt moesje niet naar Parijs.

Michiel van Kempen
Bijzonder Hoogleraar Nederlands-Caraïbische letteren (UvA)

 

[iets uitgebreidere tekst van de brief die verscheen in NRC, 22 & 23 juni 2019]

2 comments to “Geef etniciteit voorrang”

  • De staf van de UvA is wit. De studentenpopulatie echter niet. Dit is een hardnekkig misverstand. Vooral ontstaan doordat werd vergeleken met de stad Amsterdam ipv het land, of herkomstgebied van studenten. Maar 80% van NL woont niet in een universiteitsstad. Gelukkig is de ‘fout’ uiteindelijk ook erkend door Geert ten Dam van het CvB. Ik schreef over deze kwestie onderstaand uitgebreid artikel, en sprak er de Tweede Kamer over toe. Diversiteit, afspiegeling en toegankelijkheid zijn belangrijke thema’s, maar dan moet het wel echt gaan over hoe het land in elkaar ziet, geen bias vanuit een eigen (stedelijke) omgeving.

    https://www.scienceguide.nl/2019/02/voer-debat-over-diversiteit-minder-slordig-en-zonder-stedelijke-bias/

    + eerder al dit artikel
    https://www.trouw.nl/home/universiteit-van-amsterdam-te-wit-wie-goed-telt-weet-wel-beter~afaea068/

    Nb. met betrekking tot Eindhoven: oneerlijk is de afwenteling op alleen jonge mannen. Dat het zo langzaam gaat heeft alles te maken met de vele oudere mannen en vaste contracten. Zou eerlijk zijn daar ook eens naar te kijken. Als het gaat om afspiegeling, missen vooral de oudere vrouwen. Misschien kijken naar potentiële herintreedsters.

  • Hartelijk dank voor uw reactie. Ik ben het met u eens: niet de stedelijke maar de landelijke omgeving moet als referentie dienen voor het bezien hoe “wit” of “zwart”een universiteit is. Ik stelde overigens niet een maatregel voor om iets te doen aan de studentenpopulatie, maar aan de hooglerarenpopulatie die aantoonbaar wit is. Een tijdelijke en goed te evalueren maatregel overigens, waarbij altijd moet blijven gelden dat de kwaliteit van de kandidaat het eerste criterium moet zijn. Ik stelde alleen aan de orde dat het bepalen van “de beste kandidaat” eenvoudig lijkt, maar complex is, en daarom consequenties heeft waar we wel wat aan mogen doen.

Your response at Michiel van Kempen

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter