blog | werkgroep caraïbische letteren

Gedenktekens herdenking afschaffing slavernij

door Eric Kastelein

De belangrijkste data in de geschiedenis van Suriname zijn 30 juni en 1 juli. Op deze dagen worden respectievelijk herdacht de gruwelijkheden van de slavernij en keti koti, de afschaffing van de slavernij in 1863. In Paramaribo herinneren negen gedenktekens aan deze tijd.

De geschiedenissen achter deze gedenktekens worden uitgebreid verteld in het boek Oog in oog met Paramaribo. Verhalen achter het herinneringserfgoed. Hier alleen een korte opsomming.

1913 – 50 jaar afschaffing. Het medaillon van koning Willem III in het fronton van het ministerie van Financiën aan het Onafhankelijkheidsplein.

Het A.L. Waaldijkcollege. Alle foto’s van de auteur

1938 – 75 jaar afschaffing. De Eerste Surinaamse Huishoud- en Nijverheidsschool, Frederik Derbystraat.

Kwakoe, beeld van Jozef Klas.

1963 – 100 jaar afschaffing. Kwakoe of  ‘de bevrijde slaaf’ op de hoek van Zwartenhovenbrugstraat en dr. Sophie Redmondstraat.

1963 – 100 jaar afschaffing. Herdenkingsboom, hoek Saramaccastraat en Zwartenhovenbrugstraat. Plaquette ontbreekt.

2000, Cojo, Mentor en Present gedenkteken op de Heiligenweg. Ter herinnering aan de drie geëxecuteerde tot slaaf gemaakten.

2006, Monument van 10 oktober 1760 op de hoek van de Henck Arronstraat en Johan Adolf Pengelstraat. Dag van de Marrons.

2013 – 150 jaar afschaffing: historische waterput in de Oude Hofstraat.

2018, Cojo Mentor en Present gedenkteken op Cojo-, Mentor- en Present Pren.

2018, Herinnering aan 155 jaar keti koti, Waterkant/Onafhankelijkheidsplein.

Koning Willem III. 50 jaar afschaffing slavernij 1863-1913

Een mythe over de afschaffing van de slavernij wordt ontmaskerd

Medaillon aan het fronton van het ministerie van Financiën aan het Onafhankelijkheidsplein

Het aandenken aan koning Willem III in het fronton hoog aan de gevel van het ministerie van Financiën aan het Onafhankelijkheidsplein is een compromis: geen standbeeld maar een medaillon. De kranten De West, De Surinamer en Nieuwe Surinaamsche Courant besteden uitgebreid aandacht aan deze opmerkelijke geschiedenis.

Te weinig geld opgehaald voor standbeeld

In 1908 lanceren de heren H.J. Hennip en A.A. Karg het plan om geld in te zamelen voor het oprichten van een standbeeld van koning Willem III. Volgens bronnen uit die tijd zou hij een cruciale rol hebben gespeeld in de afschaffing van de slavernij in Suriname. Er komt slecht 1200 gulden binnen en het initiatief mislukt.

Landmeter L.W. Loth draagt twee jaar later het idee aan om met het beschikbare geld een medaillon te laten vervaardigen. Hij zoekt contact met de Amsterdamse architect Abraham Salm en met medewerkers van de firma Braat uit Delft om gezamenlijk een plan op te stellen en uit te werken. Voor de beeltenis van de koning stelt koningin Wilhelmina een schilderij van Nicolaas Pieneman ter beschikking. Begin juli 1912 krijgt Loth het bericht uit Nederland dat de modellen op een paar aanpassingen na gereed zijn om in brons te worden gegoten. Het Comité van het Gouden Emancipatie Feest – eind 1912 opgericht voor de herdenking van vijftig jaar afschaffing van de slavernij – neemt de onthulling van het kunstwerk op in het programma.

Het Comité tot oprichting van een standbeeld voor koning Willem III bestaat uit:

G.J. Staal, J. da Costa, A.G. van Wieringen, C. van Drimmelen, J.J. Heilbron, ds. Buiskool, A. F.C. Curiel, R. Voullaire, Mgr. J.C. Meeuwissen, P.A. Hilfman, M.P. Heilbron, R.N.G. Bar von Hemmersweil, W.L. Loth, J.C. Ulrich, B. de Jonge, R.J. Gravenberch, P.A. May, C.P. Rier, B. Leckie, J. Rodrigues, S.L. Heymans, W.Ch. Arduin, Wong Lun Hing, Sital Persad Doobay en de initiatiefnemers H.J. Hennip en A.A. Karg.

Medaillon komt aan gevel ministerie van Financiën

Op dinsdag 1 juli 1913 om zes uur ‘s ochtends klinkt een saluutschot van een bastion van Fort Zeelandia, direct gevolgd door het beieren van alle kerkklokken. De klanken golven door de straten van Paramaribo. Op alle overheidsgebouwen wappert de Nederlandse vlag.

Een uur later betreedt gouverneur W.D.H. baron van Asbeck het podium voor het ministerie van Financiën en loopt hij naar het spreekgestoelte. Omringd door de erewachten van het Garnizoen, de Schutterij en de gewapende Politie doet hij een poging het koloniale verleden onder het tapijt te vegen. De krant Suriname memoreert zijn woorden: Met de bevrijding der slaven zuiverde Koning Willem III het Nederlandsch wapen van de smet der slavernij. Dan trekt de gouverneur aan een meterslang koord en wordt het medaillon zichtbaar voor het toegestroomde duizendkoppige publiek.

Speciaal voor de gelegenheid heeft Johannes Helstone op teksten van A.W. Marcus een aantal liederen gecomponeerd. De gouverneur beëindigt de bijeenkomst met het verlenen van gratie aan vijf gevangenen.

Een mythe ontmaskerd

Het is gouverneur J.W. van Lansberge die in 1863 met wóórden koning Willem III een belangrijke rol toedichtte bij de afschaffing van de slavernij. De gouverneur probeerde zo ‘dankbaarheid’ te verkrijgen onder de zojuist vrijgekomen tot slaaf gemaakten. Hiermee wilde hij voorkomen dat de plantages leeg zouden lopen met als gevolg het ineenstorten van de economie. Maar in werkelijkheid zette de koning alleen een handtekening onder de wet die door tientallen politici jarenlang was voorbereid. Met de afschaffing van de slavernij heeft hij – volgens Jaco Alberts in Historisch Nieuwsblad van april 2016 – geen noemenswaardige bemoeienis gehad. Tot die conclusie kwamen de redacteuren van het NIKK-Kollectief al in 1974. Het is misleiding geweest, koning Willem III doet persoonlijk niets en Nederland is één van de laatste koloniale mogendheden die de slavernij afschaft. Een mythe is ontmaskerd.

[Het boek Oog in oog met Paramaribo. Verhalen achter het herinneringserfgoed van Eric Kastelein is te koop in iedere boekwinkel (webshop) of online. In Suriname bij boekhandel vaco (info@vaco.sr).]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter