blog | werkgroep caraïbische letteren

Frits Wols – De huig r

Ik zie mijn kinderen opgroeien
in dit kultuurland ik
hoor mijn kinderen praten
in dit hypergeorganiseerde land
ik voel mijn kinderen denken in
het Nederlands en ik kijk
berustend toe

maar als ik ‘kon dya’[1] roep
en mijn kleine kijkt verbaasd
als ik ‘gowe’[2] roep en
mijn kleine giechelt vreemd
als ik ‘rood’ zeg en
mijn kleine meid van zeven
gorgelt alsmaar ‘gggood’
dan lust ik plotseling een pils.

[Uit: Frits Wols, Beeldhouwer van het abstrakte. Paramaribo: Eigen beheer, 1967, p. 54. Het gedicht is gedateerd Rotterdam, 15-2-1964.]

[1] kom hier
[2] ga weg


Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter