blog | werkgroep caraïbische letteren

Fred de Haas: Grote verdiensten voor de literatuur

door Quito Nicolaas

De Antilliaanse literatuur heeft veel te danken aan Fred de Haas, oud-leraar Frans op de middelbare school op Curaçao. Jarenlang heeft hij werken van bekende en minder bekende Curaçaose dichters vertaald. Grote bekendheid kreeg hij na de vertaling van het werk van auteurs als Jorge Luis Borges, Pablo Neruda, Luis Daal en Franstalige auteurs als Maryse Condé. Hij is ook alom bekend om zijn artikelen in de Ñapa, het weekend bijlage van de Amigoe. Hij snijdt thema’s aan die een dialoog op gang brengen en hanteert een scherpe pen als het onrechtvaardigheid betreft, Antilliaanse taaldiscussie etc. Ter gelegenheid van de 84ste verjaardag van Elis Juliana heeft hij de bundel Hé Patu/Waggeleend vertaald en het licht doen zien. Reden genoeg om Fred de Haas over zijn nieuwste creatie te interviewen.

 

Fred de Haas

Hoe bent u op het idee gekomen om de gedichten van Elis Juliana te vertalen en te bundelen?
In het verleden, om precies te zijn in 1981, werd ik door Poetry International gevraagd om een selectie uit de gedichten van Elis Juliana te vertalen. Elis was toen uitgenodigd om een presentatie te geven op Poetry International, het jaarlijkse literaire festival in Rotterdam. Ik was sinds die tijd altijd al van plan om sommige gedichten nog eens opnieuw – en beter – te vertalen, vooral de ritmische gedichten van Juliana. Maar de tijd verstreek en pas twee jaar geleden besloot ik eindelijk om uitvoering aan mijn plan te geven. Het resultaat was ‘Hé Patu / Waggeleend’, dat verschenen is bij uitgeverij In de Knipscheer.

Waarin onderscheidt Elis Juliana zich van andere Curaçaose dichters?
De poëzie van Juliana is wat thematiek betreft vooral gericht op de Ander. Hij is slechts zelden met zichzelf bezig. Juliana is een ‘opvoeder’. Hij probeert zijn mensen via zijn poëzie een spiegel voor te houden en op milde wijze kritiek uit te oefenen op hun gedragingen, o.a. op hun geestelijke en lichamelijke luiheid, hypocrisie, misplaatste trots en machogedrag. Overigens identificeert hij zich helemaal met zijn volk. Zoals hij zelf heeft gezegd: ‘Mi mes ta pareu na tur kos, tambú i letra’ (Ik ben precies als de rest, in alles, in lied en tekst). Juliana’s poëzie heeft een doel, hij dicht niet om het dichten, maar hij dicht om mensen bewust te maken. Geen l’Art pour l’Art.

De laatste alinea’s van zijn gedichten bevatten vaak een boodschap. Wat is die boodschap en filosofie daarachter?
Hij heeft de Curaçaose maatschappij eens gedefinieerd als een ‘Sistema di kamuflahe’, een verstoppertjescultuur. Dat gold vooral voor de oudere generatie. Dat had ook voordelen, omdat, als je de waarheid verhult, je ook niet gauw een ander op zijn tenen trapt. Maar dat kan ook hypocriet overkomen. Hij heeft wel eens gezegd: ‘Berdat no tin stul pa sinta’ (de waarheid heeft geen stoel om op te zitten). Niet al zijn gedichten bevatten een boodschap, trouwens. Hij speelt ook met de taal louter om de mogelijkheden van het Papiaments te onderzoeken, zoals in ‘Kanta kueru kayente kanta’.
Elis Juliana schreef ook veel korte verhalen. Is het de bedoeling om die ook te publiceren en wanneer?
Het is alleen mijn bedoeling geweest om Elis Juliana onder de aandacht van een groter publiek te brengen dan alleen het Curaçaose, Arubaanse of Bonairiaanse. Ik heb voor dit doel gedichten uitgekozen omdat Juliana zelf ooit gezegd heeft dat hij gedichten het medium bij uitstek vond om zijn gedachten bondig samen te vatten. Korte verhalen zijn natuurlijk leuk om te lezen maar eisen toch meer tijd en ‘zin’ om te lezen. Ik denk dat Juliana voor het grote publiek beter uit de verf komt via gedichten dan langs de weg van zijn verhalen. Gedichten zijn ook zeer geschikt om in de klas te bespreken en te analyseren. Dat zou ook helemaal in overeenstemming zijn met de impliciete wens van de dichter.


Zijn de thema’s Caribisch getint of juist beperkt tot de landsgrenzen?

De thema’s zijn Caribisch en de gebeurtenissen spelen zich af in een Caribische sfeer. Maar de thema’s zijn ook vaak universeel van karakter. De verhalen zouden ook geschreven kunnen zijn door iemand van de andere eilanden of zelfs door een Europese schrijver.’Wazu riba ròndu’, bijvoorbeeld, is een boek met korte verhalen die een algemeen karakter dragen en vaak een grappige pointe hebben of een leuk tafereeltje beschrijven. Die verhalen kunnen het best worden gewaardeerd door mensen die de sfeer op de Antillen kennen en die zich helemaal kunnen inleven in de situatie die door Elis wordt beschreven. Antillianen hebben nu eenmaal een ander gevoel voor humor dan de Europeaan of de Amerikaan. Ze houden van gekke, menselijke situaties waar je schaterend om kan lachen. De Europeaan houdt meer van ‘intellectuele’ humor. Het een is niet beter dan het ander, maar het een kan geschikter zijn om verhalen te appreciëren dan het ander. Voor lezers die ‘van buiten’ komen is het dus lastiger om dezelfde waardering te kunnen opbrengen voor een bepaald verhaal omdat ze het Antilliaanse referentiekader missen.

Welke plaats neemt Elis Juliana in de top tien van Curaçaose dichters. Geef een toelichting? Moeilijk te zeggen. Lauffer en Juliana eindigen eigenlijk ex aequo voor mijn gevoel, maar de kwaliteit van Juliana’s gedichten is constant goed. Lauffer laat nog wel eens een steekje vallen. En, nogmaals, Juliana is niet zo met zichzelf bezig, maar is meestal gericht op de Ander. En zijn taal is voorbeeldig, in alle opzichten. Lauffer is een groot dichter, maar Juliana een tikkeltje groter. Maar dat is zuiver persoonlijk.

Is hij als dichter eerder als aanstichter of een pacifist te beschouwen?
Als je je afvraagt hoe hij zijn kritiek verpakt in zijn gedichten, ja, dan is hij een mild en vredelievend mens in zijn gedichten. Je zal bij hem geen heilige woede tegen het kolonialisme vinden zoals je die wel aantreft bij Frans-Caribische dichters als Césaire of Dumas. Zelfs in zijn meest beschuldigende gedichten (‘Proklamashon’) is hij nog ironisch. Juliana is geen dichter die op de barricades staat. Zijn boodschap is niettemin helder.

Wat kunnen jonge dichters van Elis Juliana leren?
Vakmanschap. Vooral zorgvuldig taalgebruik. Elis Juliana is een typische volgeling van het voorschrift van de Franse dichter Boileau: ‘vingt fois sur le métier remettez votre ouvrage; polissez-le et le repolissez’ (span twintig keer je werk op het weefgetouw; poets het op en poets het nóg eens op). Hij kiest zijn woorden zorgvuldig en is niet tevreden met half werk. Daarbij maakt hij gebruik van allerlei stijlmiddelen zoals rijm, assonantie en alliteratie. Lauffer, daarentegen, heeft iets tegen rijm omdat hij niet in een dwangbuis wil zitten, maar hij vergeet dat rijm ook juist vanwege die dwang heel mooie resultaten kan geven. In zijn vroege werk heeft Pierre Lauffer wèl gebruik gemaakt van rijm, maar dat zijn niet zijn beste producten geworden. Dat verklaart ook, in elk geval deels, zijn weerzin tegen rijm. Lauffer was de meester van het ritme. Maar dat was Juliana ook en daarin was Juliana zelfs schatplichtig aan Lauffer. Ook was Juliana in staat om die stijlmiddelen door zijn perfecte voordracht goed te laten uitkomen. Je hoort de trommels in zijn voordracht en de muziek in de zangerige klanken van de taal, klanken die ook kenmerkend zijn voor Afrikaanse toontalen. Uiteindelijk heeft het Papiaments ook zijn wortels in Afrika. Dat is een van de charmes van die taal. Ook een stuk erfgoed dat je moet koesteren.

Is men op Curaçao eigenlijk bekend met het werk van de dichter?
Het Antilliaanse volk is geen volk van lezers. Juliana is vooral bekend geworden door de persoonlijke manier waarop hij zijn gedichten voordroeg. Hij was een geweldig voordrachtskunstenaar. Hij heeft in 1958 eens, met Norman Morón achter de piano, een show gegeven in Roxy op Pietermaai die tweeënhalf uur duurde. De mensen zaten op het puntje van hun stoel. Ook zijn z’n gedichten door hem op de plaat en later op CD gezet. Dus op Curaçao is hij bekend vanwege zijn voordracht. Daarom is ‘Hé Patu’ zo bekend geworden. Het is door Padú Lampe (‘Padú del Caribe’) op muziek gezet en door honderden schoolkinderen in alle klassen van de Antillen gezongen.

 

Elis Juliana

Elis Juliana

Onlangs hield u een pleidooi om een standbeeld voor Elis Juliana op te richten. Waarom?
Elis Juliana is in veel opzichten een rolmodel voor iedereen. Hij heeft laten zien wat je allemaal kan bereiken door je hele leven hard te werken en bescheiden te blijven. Juliana is een autodidact. Hij heeft heel veel zelf moeten ontdekken, leren en ontwikkelen. Dat verdient bewondering. En des te meer bewondering omdat hij zijn talenten echt heeft benut. Hij was niet alleen dichter, maar ook schrijver, voordrachtskunstenaar en tekenaar. Ook heeft hij zich beziggehouden met het bestuderen van de Curaçaose geschiedenis via archeologisch onderzoek. Hij ging, samen met pater Brenneker, op bezoek bij oudere mensen om hun verhalen en liederen te noteren. Hij heeft heel veel materiaal verzameld dat nog allemaal bestudeerd kan worden. Kortom, Juliana is een landgenoot op wie je trots kan zijn. Een prima vervanging voor het standbeeld van Stuyvesant zou ik zeggen.

 

[uit Caribe Magazine, 26 oktober 2011]

1 comment to “Fred de Haas: Grote verdiensten voor de literatuur”

  • [Verwijderd; alleen reacties met voor- en achternaam worden geplaatst – red. CU.]

Your comment please...

  • RSS
  • Facebook
  • Twitter