Failliet ondanks 2,5 miljoen euro subsidie
door Merijn Rengers, Annette Embrechts; foto’s Daniël Cohen
Na een paar songs valt het hem echt op. ‘Wat zijn jullie rustig vanavond’, zegt de Britse singer-songwriter Luke Sital-Singh tegen de aardig gevulde zaal van het MC Theater. ‘Normaal sta ik op festivals. Dit lijkt wel een deprestival.’
Wat Sital-Singh op deze donderdag 25 september nog niet weet, is dat hij onverhoopt de laatste artiest is die het podium beklimt van het MC Theater in de kapitaal verbouwde voormalige Zuiveringshal Oost van de Westergasfabriek in Amsterdam. Na zijn optreden volgt in het halfduister een korte afscheidsspeech van een van de oprichters van MC, een glas bubbels en een feest voor intimi.
Het MC kwam voort uit een fusie van de theatergroepen Made in da Shade en Cosmic, dat jarenlang werd geleid door voormalig PvdA-Kamerlid John Leerdam. In 2010 beleefde het theater zijn finest hour met de verhuizing naar de Westergasfabriek. Het MC zou naam maken als podium, theatergezelschap én productieplatform. En dat niet alleen voor minderheden, maar voor een groot, urbaan publiek.
Op de afscheidsavond kijkt artistiek directeur Marjorie Boston in de hal naar het portret van de roemruchte, aan aids overleden Rufus Collins, geestelijk vader van multiculturele theatergroepen als De Nieuw Amsterdam (DNA) en Cosmic. ‘Deze foto van Rufus heeft overal gehangen. Bij Cosmic, bij DNA. Toen die dichtgingen, kregen wij hem. En nu? Ik neem hem maar mee naar huis.’
ONDERGANG
De ondergang ging sneller dan verwacht. Toch, zeggen betrokkenen, zat het al fout toen het MC door de bezuinigingen in de culturele sector eind 2012 intekende op een zogenaamde uitstapregeling. Het gezelschap kreeg van de stad Amsterdam 2,5 miljoen subsidie om van structureel gesubsidieerde instelling te transformeren in een commercieel draaiend theater met urban programmering op het gebied van muziek, theater, dans, film en cross-over.
Die slag naar een cultureel ondernemend podium en productieplatform heeft MC nooit weten te maken. De uitstapsubsidie ging in minder dan twee jaar tijd op aan salarissen, interne twisten en halfbakken initiatieven.
De overgang werd een enorm fiasco daarover zijn alle betrokkenen met wie de Volkskrant de afgelopen dagen sprak het eens. ‘Er mocht nooit over geld worden gesproken, terwijl het er met bakken uitging. En ondertussen keek iedereen weg: de gemeente deed niets en ook de raad van toezicht was nergens te bekennen’, zegt een van hen.
Uiteindelijk was er geen andere uitweg dan een faillissementsaanvraag, die dinsdag werd gehonoreerd. De curator is al langs geweest, de meeste voorstellingen zijn afgezegd. Voorlopig gaat alleen het Afrovibes-festival, volgende week in het MC Theater, nog door op kleinere schaal, dat wel.
BOUWKOSTEN
Nog maar vier jaar geleden had het MC Theater niets te klagen over geld. De gemeente Amsterdam stak 3 miljoen euro subsidie in de verbouwing van de oude gashallen tot multifunctioneel gebouw met een restaurant en diverse podia, studio’s en kantoren. Ook de verhuurder, de Westergasfabriek BV, betaalde mee aan de bouwkosten van zaal en studio’s op eigen terrein.
MC had als productiehuis voor intercultureel theater daarnaast landelijke subsidie van het ministerie van OCW. Plus eigen inkomsten uit zaalhuur, kaartverkoop en incidentele subsidies.
De economische crisis en het veranderende politieke tij eisten echter hun tol. Eind 2012 kreeg het MC Theater zijn laatste grote financiële injectie van de gemeente Amsterdam, bovengenoemde uitstapsubsidie, zodat het afro-Caribische bolwerk de overstap kon maken van het gesubsidieerde theaterbestel naar ‘cultureel ondernemerschap’.
Het meest concrete plan voor die omslag was het uitroken van de uitbater van het inpandige exotische restaurant Toko MC, die onderhuurder is van het theater. Dat mislukte jammerlijk. Na een kort geding in najaar 2013 bleek dat het MC Theater juridisch geen recht had om de goed lopende horeca in het theater in eigen hand te krijgen.
Andere investerings- en reorganisatieplannen ketsten af op meningsverschillen met de artistieke kern: hoewel het productiehuis voor jong urban talent als zodanig niet meer bestond, hield MC vast aan een wirwar van eigen producties, van theatervoorstellingen tot events en van radio tot kleinschalige film.
Die werden deels uitgevoerd onder een nieuwe naam, RightAbout-Now.Inc, waarmee artistiek directeur Boston verder hoopt te gaan. Veel recente MC-producties misten echter de energieke impact die eerdere voorstellingen van bijvoorbeeld Made in da Shade wel hadden. Nina Simone (A)live werd in seizoen 2012-2013 matig ontvangen en de jongerenproductie Push (14+) die wrang genoeg op de afscheidsavond in première ging, maakte een gedateerde indruk.
De urban muziekprogrammering van het MC-podium, waaronder dus een artiest als Luka Sita-Singh, was wel van hoge kwaliteit, ook daar zijn alle betrokkenen het over eens. Maar die wordt in de val van MC meegetrokken. Amsterdam heeft straks geen urban makerspodium meer, Nederland ook niet.
We zijn terug bij af, zeggen de meeste betrokkenen. Met het MC Theater verdwijnt het laatste echte multiculturele bolwerk van Nederland. Natuurlijk zijn er kleurrijke podia in Amsterdam, zoals het Bijlmerparktheater, Podium Mozaïek en de Meervaart, maar die hebben maar beperkte mogelijkheden met hun huisgezelschappen eigen voorstellingen te produceren. Geen van alle heeft een compleet productieplatform met eigen zaal en talentontwikkelingsprogramma, zoals MC, en ooit Cosmic en De Nieuw Amsterdam.
‘We zijn nu twintig jaar bezig. Noem mij één naam van een Antilliaanse, Turkse of Marokkaanse acteur die gewone rollen speelt in een groot gezelschap of bij een groot regisseur.’ Nee, zei Meral Taygun toen, Turks politiek vluchteling en in haar geboorteland ooit een gevierd actrice, ‘het is ons niet gelukt.’ En met ‘ons’ bedoelde ze Turkse, Afrikaanse, Antilliaanse, Surinaamse en Marokkaanse acteurs.
NASRDIN DCHAR
Inmiddels heeft een paar acteurs met dubbele culturele achtergrond wel de eredivisie van het overwegend blanke theater gehaald: Marwan Kanzari zit in het ensemble van Toneelgroep Amsterdam, Gouden Kalf-winnaar Nasrdin Dchar staat regelmatig in Ro Theater-voorstellingen en Mohammed Azaay speelt in vrije producties. Maar het zijn nog eenlingen.
Pieter Eelkman Rooda
De eerste Louis of Theo d’Or (de belangrijkste Nederlandse toneelprijzen voor individuele acteerprestaties) moet nog steeds aan een niet-witte acteur worden uitgereikt. Wel won de in Iran geboren Nastaran Razawi Khorasani twee weken geleden een Gouden Krekel voor de beste individuele jeugdtheaterprestatie. In de grote zaal zijn gekleurde regisseurs op één hand te tellen; Urban Myth staat jaarlijks op het hoofdstedelijk podium. De eerste volledig zwarte Vrek van Molière komt eraan. Die gaat in februari 2015 in première.
Anders dan de eerste zwarte Hamlet, Harpagon of Maria Stuart ambieerden groepen als MC, Cosmic en DNA een ander soort theater. Die wilden gekleurde voorstellingen maken met de hete adem van de grote stad en een energiek vocabulaire, gericht op trots, identiteit en zelfbewustzijn. Dat kwam in de kleine zaal wel van de grond.
SPEERPUNT
Om die reden gaf PvdA-staatssecretaris Rick van der Ploeg (OCW, 1998-2002) in 2001 nieuwe, minder ervaren groepen als Made in da Shade, Theater RAST, Theatergroep DOX en later Theater EA voorrang in het kunstenplan. Hij verhief culturele diversiteit en positieve discriminatie van allochtone theatermakers tot speerpunt.
Het etiket ‘multicultureel’ verschafte hun bestaansrecht in het kunstenplan én garantie op vier jaar subsidie. Maar het gewenste effect was tijdelijk. Alleen DOX in Utrecht draait nog op volle toeren, met landelijke subsidie. En met het verdwijnen van MC resten er alleen groepen en theatermakers die op ad hoc-basis interculturele voorstellingen maken zoals Urban Myth, Raymi Sambo, Sabri Saad El Hamus en Fahd Larzaoui.
Waar het aan ligt? Volgens kenners als Jörgen Tjon A Fong, programmeur culturele diversiteit van de Stadsschouwburg Amsterdam, en Jolanda Spoel van het Rotterdamse MAAS theater en dans, hebben politiek, Raad voor Cultuur en fondsen toen de crisis en bezuinigingen toesloegen, zich niet sterk gemaakt voor diversiteit als onderscheidend criterium.
‘Het was een tijd lang vooral zaak om goede contacten te hebben, bij de fondsen, het ministerie of de gemeente. Iemand als John Leerdam was daar als PvdA-prominent zeer bedreven in. Die contacten waren in feite belangrijker dan wat er gemaakt werd. Maar toen de politieke wind draaide, viel de bodem meteen weg’, zegt een andere betrokkene.
VERLAMMEND
Anderen wijten het aan fouten in ondernemerschap. Dat zegt bijvoorbeeld schrijver en regisseur Maarten van Hinte, nog steeds een van de artistieke krachten achter MC. Een andere betrokkene zegt: ‘Het wegvallen van de subsidie heeft volledig verlammend gewerkt. Als je zo veel geld krijgt, en er zo weinig mee doet, verdien je het niet om te blijven bestaan.’
Ook valt her en der te beluisteren dat veel multicultureel theater meer aan zelfkritiek had moeten doen en hogere kwaliteitseisen aan het eigen werk had moeten stellen. Dat ligt lastig, zegt een betrokkene: ‘Gekleurde makers nemen elkaar en zichzelf niet snel de maat.’
Artistiek directeur Boston zelf zegt dat het lot een grote rol heeft gespeeld in de ondergang: ‘Als de sterren goed hadden gestaan, hadden we het met MC wel gered.’
De laatste interim-directeur van het MC Theater, Pieter Eelkman Rooda, wijt de ondergang aan het jarenlang subsidiëren van het MC Theater en zijn voorgangers. ‘Als je groot bent geworden met subsidie, dan kun je bijna niet op een andere manier denken. Het is veelzeggend dat je in Nederland 2,5 miljoen subsidie kunt krijgen om te leren hoe je zonder subsidie op eigen benen moet staan. Die omschakeling dat was een brug te ver voor het MC.’