Expositie Glimpses of Colonialism
Missiegeschiedenis vanuit diverse perspectieven
door Henk Moeniralam
Op 27 maart 2025 was de opening van de mini-expositie Glimpses of Colonialism op de Radboud Universiteit Nijmegen. Deze mini-expositie gaat over de Missie in Suriname en Indonesië. Vanwege het beperkt aantal panelen is het ogenschijnlijk een kleine expositie, maar bij de opening wordt al snel duidelijk dat niet zozeer het aantal panelen de kwaliteit van een tentoonstelling bepaalt. Minstens – of nog meer – van belang is de mate waarin de beelden op de panelen gevoelens losmaken bij de kijker en beelden oproepen achter de beelden. En dat is onmiskenbaar het geval. De mini-expositie is ontworpen door Christine Alberts van Coppens Alberts, een bureau voor redactioneel en grafisch ontwerp. Het voorwerk, het verzamelen van informatie en foto’s met betrekking tot het missiewerk in Suriname en Indonesië is gedaan door een team van vier studenten van verschillende opleidingen in het kader van hun studie.
Verschillende perspectieven
Er worden drie verhalen getoond, elk aan de hand van een foto en een korte neutrale tekst voor een objectieve indruk. De foto’s, afkomstig uit de collectie van het Katholiek Documentatie Centrum (KDC), wekken in eerste instantie de indruk dat het om een stukje geschiedenis gaat, hetgeen deels ook het geval is. Maar wel een geschiedenis gemaakt vanuit een bepaald perspectief. Terecht kan dan ook de vraag gesteld worden in hoeverre het beeld dat getoond wordt de ervaren werkelijkheid van de tentoongestelden weerspiegelt. Veel foto’s van de missie, gemaakt in diverse landen ter wereld, geven over het algemeen een indruk dat het om mooie momenten gaat. Van de minder aangename momenten zien we weinig terug op de foto’s.
De expositie nodigt de kijker uit om vanuit verschillende perspectieven naar de foto’s te kijken om zo het verleden te verkennen en zich hierin eventueel verder te verdiepen. Deze wordt hiertoe geïnspireerd door de lichte en donkere zijde op de foto’s om tot uitdrukking te brengen dat er meer dan één kant is waarop je naar een foto kan kijken. En die uitdaging maakt deze expositie een bijzondere. Want de missie-geschiedenis begint hierdoor te leven en komt hierdoor ook meer tot leven. Wat heeft zich daar afgespeeld? Met welke opdracht gingen de missionarissen naar Suriname en Indonesië? Hoe hebben ze deze ingevuld? Hoe heeft de plaatselijke of inheemse bevolking het missiewerk ervaren? In hoeverre zijn ze losgerukt van hun tradities en de geloofsovertuiging waarmee ze zijn opgegroeid in de gezinnen waar ze vandaan kwamen? Vragen die vele dilemma’s oproepen, maar ook bespreekbaar maken.

(Foto: Katholiek Documentatie Centrum, Nijmegen.)
Narratieven katholiek internaat Rajpur
Bij de eerste ideeën over de opzet van de tentoonstelling is o.a. de gedachte naar voren gekomen om naast de foto’s ook enkele narratieven in beeld te brengen van personen die op het katholiek internaat Rajpur hebben gezeten, een van de bekendste katholieke internaten in Suriname. In 1909 werd het jongensinternaat opgericht, het meisjesinternaat kwam er in 1919. In de beginjaren gingen naar Rajpur vooral Hindostaanse jongeren uit de districten, met name uit Nickerie en Commewijne. Het internaat had voordelen voor de kinderen en hun familie. Men kreeg er gratis onderdak en voedsel. Maar er was ook een keerzijde. De Hindostaanse leerlingen werden opgevoed in een katholieke traditie en dat gaf later wel eens wrijvingen met familieleden die van huis uit in een andere geloofsovertuiging waren grootgebracht. Vanaf 1950 stond het internaat open voor alle gezindten en moest er ook kostgeld worden betaald. Verhalen van degenen die rond de beginjaren op Rajpur waren, zouden het beeld over het internaat kunnen verlevendigen.
Maar al gauw werd ingezien dat de kans erg klein was om na ruim een eeuw personen te vinden die in de beginjaren op het internaat hebben gezeten en hierover iets konden vertellen. Informatie over de beleving van hun verblijf op Rajpur kon wellicht deels via hun nazaten verzameld worden. Maar deze weg zou afbreuk doen aan de authenticiteit van hun eigen verhaal.
In een documentaire uit 2008 van filmmaker Ramdjan Abdoelrahman (Rajpur, Centrum van katholieke missie onder Hindostanen, 2008) vertellen enkele personen die op Rajpur (jongens) en Rajpurani (meisje) waren geweest over het leven en regiem op het internaat. Om toch vanuit enkele narratieven hiervan een beeld te krijgen is via verschillende schakels in de Surinaamse gemeenschap in Nederland gezocht naar enkele personen die in latere jaren op het internaat hebben gezeten. Uiteindelijk zijn er vier personen gevonden die bereid waren hun ervaringen op het internaat te delen via deelname aan een korte online-enquête. Nagenoeg alle vier hebben op Rajpur gezeten in de periode 1967 – 1975. Vanwege privacyredenen wordt hun naam hier niet vermeld.
Ervaringen Rajpur
Uit de informatie van deze vier oud-leerlingen komt een wisselend beeld over Rajpur naar voren. Bij dit beeld moet daarnaast beseft worden dat het gaat om een latere periode in het bestaan van het internaat. Een vergelijking met de situatie in de beginfase is daarom moeilijk te maken. Maar over het algemeen mag ervan worden uitgegaan dat doel, werkwijze en regels in grote lijnen zijn gehandhaafd.
Strenge regels en straf
Uit het beeld dat de vier geven komt naar voren dat men een goede vorming kreeg, maar dat er strenge regels waren waaraan de kinderen zich moesten houden. Het belang van verschillende perspectieven dat de mini-expositie wil laten zien, wordt versterkt door de online interviews die onafhankelijk van de expositie zijn gehouden. Gehoorzaamheid, orde en discipline waren belangrijk. Bij overtreding werd je gestraft. Maar dat regime bestond bij bijna alle internaten destijds, zo werd algemeen aangenomen.
Een van de geïnterviewden vertelt dat hij een paar keer was geslagen door een lekenleerkracht (geen pater of frater) omdat er een incidentje was geweest tijdens een voetbalpartijtje: “Na het eten ga je spelen op het voetbalveld en een van de jongens zei dat ik hem geslagen had, terwijl ik bij het voetballen tegen hem aan was gelopen op het veld. En voeger werd je geslagen met een tuinslang van ongeveer een meter lang op bijna alle lichaamsdelen behalve jouw hoofd en nek. De volgende dag kon ik niet opstaan.”
Over het regiem op Rajpur vertelt een andere oud-leerling:
“Het klopt dat het regime streng was. Er waren huisregels en je moest je houden aan katholieke gebruiken. Naar de kerk gaan en gezamenlijk bidden voor en na het eten, slapen en opstaan. Voor mij was dat zelf geen probleem, aangezien ik reeds van huis uit rooms-katholiek ben. Maar ik kan mij voorstellen dat anderen, de niet-katholieken, daar meer moeite mee hadden. De ouders wisten uiteraard van tevoren wat de regels waren en dat namen ze voor lief. Als je je niet hield aan de regels werd je gestraft of kreeg je een draai om je oor. Soms werd er harder opgetreden en dan kon je een paar stokslagen verwachten. Niet zozeer door de fraters, maar vaak door degene die toezicht hield op de jongens. Vaak waren dat onderwijzers. Ik heb zelf ervaren dat ik eens op mijn blote knieën zeker een halfuur lang, op een harde betonnen vloer moest knielen. Ook werd je dagelijkse na het middageten verplicht wat ‘landbouwwerkzaamheden’ te verrichten met vork en tjap [een landhak – HM]. Voor de jongens uit de districten was dat geen probleem, maar voor diegenen uit de stad, zoals ik, was dat een ‘hell of a job’. Ook mocht en kon je geen luxe verwachten. Zo sliepen we op ‘veldezels’ (later kregen we matrasbedden) en was het eten over het algemeen sober en niet smakelijk. Pas vanaf eind 1960, begin 1970 was het regime minder streng. Wel was het nog verplicht mee te doen aan de katholieke gebruiken en je te houden aan de huisregels.”
Prettige momenten
Maar er waren ook leuke herinneringen, zo gaat de ondervraagde door:
“Sport en spel als vast onderdeel van de dagbesteding vond ik erg fijn, zoals voetballen en tafeltennissen. Toneelspelen deden we zo nu en dan ook, vaak onder de gedrevenheid en begeleiding van een van de nonnen en dat vond ik ook erg leuk (jongens en meisjes samen, altijd fijn!). De laatste jaren van mijn verblijf op het internaat werden er zelf dansavonden en feestjes georganiseerd. Als tieners (16 jaar en ouder) vonden we dat natuurlijk geweldig. De verlichting van tl-buizen werd gedimd met gekleurd papier, zodat je toch lekker intiem kon schuifelen. Het gebeurde ook wel dat er relaties ontstonden. Deze feest- en dansavonden vond ik heel erg leuk, ook omdat ik vaak deze feesten mee hielp organiseren. Ik moet ook zeggen dat de laatste directeuren ook volledig hieraan meewerkten. Dat was naar mijn mening de ultieme omslag in het daarvoor zo strenge regime en dat zeker voor een voornamelijk Hindostaans internaat.”
Kinderen uit verschillende bevolkingsgroepen
Ten tijde van het verblijf van de geïnterviewden op Rajpur waren er kinderen van diverse Surinaamse bevolkingsgroepen op het internaat. Die mix van achtergronden was toen totaal geen probleem. Een zegt: “We gingen normaal met elkaar om, er was niks aan de hand, er was geen wrijving tussen de groepen die er waren.” Een ander: “Het was niets bijzonders. Kinderen onderling zien geen verschillen tussen bevolkingsgroepen.” En weer een ander licht toe: “Met name de laatste jaren van mijn verblijf kwamen er ook kinderen uit andere etnische groepen bij, zoals kinderen uit de Creoolse bevolkingsgroep, gemengde kinderen en zelfs een jongen van Indiaanse en een van Chinese afkomst. Vaak waren dat kinderen die in en rondom Paramaribo woonden. Dit geeft ook aan dat het beleid toen minder strikt en wat toleranter was. De meeste van deze kinderen konden zich goed en snel aanpassen en werden voor zover ik dat kon beoordelen, ook gauw geaccepteerd. Ik heb zelf geen spanningen met dit groepje kinderen kunnen ervaren. Ging goed samen!”

(Foto: Katholiek Documentatie Centrum, Nijmegen.)
Het geloof thuis en op het internaat
De kinderen op het internaat werden opgevoed in een katholieke traditie die niet altijd strookte met de geloofsovertuiging van de gezinnen waar ze vandaan kwamen. En dat kon later wel eens botsen en wrijvingen geven binnen de familie van de kinderen. Doch over het algemeen gaven de ondervraagden aan hiermee geen problemen gehad te hebben. Een, afkomstig uit een hindoe-familie, laat weten dat je op Rajpur weliswaar in de katholieke traditie werd grootgebracht, maar dat botste later niet met de religie van de familie (hindoeïsme). Betrokkene is gewoon hindoe gebleven.
Een die van huis uit katholiek is, deelt mee: “Zelf ben ik van rooms-katholieke-huize. Van moederskant, zelfs de derde generatie. Mijn familie was binnen de R.K.-parochie ook bekend. Dus voor mij en mijn familie was het geloof geen enkel probleem. Wel werd ik door de hindoe-jongens als moslim gezien vanwege mijn achternaam (mijn vader was moslim van huis uit). En dat leidde soms tot spanningen en pesterijen tussen de hindoes, in meerderheid, en de moslims die sterk in de minderheid waren. Overigens, en dat ervaar ik ook nu nog, ben je voor de meeste Hindostanen óf moslim óf hindoe. Dus kost het mij altijd moeite om uit te leggen dat ik rooms-katholiek ben.”
Invloed op verdere leven
Alle vier personen laten weten dat ze – ondanks de soms minder leuke momenten – over het algemeen een prettige tijd hebben gehad op Rajpur. Allen zijn in de samenleving relatief succesvol geweest, mede dankzij de vorming en het onderwijs op het internaat. Men heeft er goede vrienden aan over gehouden met wie ze over het verleden kunnen praten. Maar het verblijf heeft volgens hen ook bijgedragen hoe men in de samenleving en tegenover anderen staat. Medeleven tonen met anderen, anderen in het algemeen helpen, respect tonen voor de ander. Een van de geënquêteerden maakt kenbaar dat het verblijf duidelijk invloed heeft gehad op de levensloop van betrokkene: “Discipline, goede algemene en sociale vorming, het omgaan met mensen met verschillende achtergronden en godsdiensten waardoor ik mensen makkelijker kan accepteren en respecteren. Ook heb ik vele vrienden, zowel mannen als vrouwen, uit mijn internaatperiode er aan overgehouden.”
Betrokkene gaat verder: “Hoe sober en streng het leven op het internaat ook was, de R.K.-missie, de priesters, fraters en nonnen, hebben ervoor gezorgd dat kinderen uit vooral behoeftige gezinnen een onderdak in Paramaribo hadden waar zij ook, in zijn algemeenheid, goed verzorgd en opgevoed werden. Voor veel ouders was dat een goede (betaalbare of zelfs kosteloze) oplossing om hun kinderen op het goede pad te houden en een goede schoolopleiding te laten volgen. Mij is ook bekend dat de meeste oud-leerlingen van het educanaat Rajpur, zowel jongens als meisjes, het in zijn algemeenheid goed hebben gedaan in de maatschappij. En niet te vergeten dat het samenleven met anderen vaak ook de integratie bevorderde. Zo konden de jongens uit de districten zich successievelijk makkelijker aanpassen aan het stadse leven. En dat is naar mijn mening vooral te danken aan de R.K.-missie in Suriname, priesters, fraters en nonnen. En dat moeten we niet vergeten ondanks de verschillende achtergronden en geloofsovertuigingen!”
Slot
Het geval Rajpur laat zien dat er verschillende kanten belicht kunnen worden van een verblijf op een missie-internaat. In fotocollecties, ook in privé-fotoalbums van vakanties, verjaardagen, feesten, evenementen, etentjes, etc. zien we doorgaans leuke, gezellige of gewoon illustratieve beelden. De keerzijde laten de foto’s zelden zien. De mini-expositie Glimpses of Colonialism dwingt de kijker om met een scherp oog te kijken naar meer kanten van het verhaal. Hierdoor is zij ook een observatietraining om bij andere fototentoonstellingen over de missie naar dit meervoudig perspectief te kijken. Ook in die zin is een bezoek aan deze tentoonstelling de moeite waard.
Op een van de panelen van Glimpses of Colonialism is er ook een QR-code via welke meer informatie wordt gegeven over de drie verhalen van de mini-expositie en de rol van de missie in Suriname en Indonesië. De tentoonstelling blijft tot 31 mei 2025 op de Radboud Universiteit. Daarna wordt bezien of deze nog naar enkele andere plaatsen gaat.
Met dank aan: Hans Krabbendam, Jeffry Huntjens en Nell Meister.
Voor informatie over de mini-expositie Glimpses of Colonialism, klik hier.
Geweldig verslag.